Skip to main content

Debat boerkaverbod

Voorzitter,

De eerste twisten over islamitisch vrouwentextiel in Nederland dateren alweer van het jaar 1985. In dat jaar gaf toenmalig minister Deetman van het CDA de plaatselijke wethouder een tik op de vingers, omdat het de wethouder had behaagd Marokkaanse ouders een gunst te weigeren. De gunst, die onder leiding van een beroepsmoslim werd gevraagd, betrof sekse-apartheid, verzuim van lessen en het dragen van islamitisch textiel op school. Het PvdA-Kamerlid Van Ooyen, die bekend stond als ‘De Rode Pater’, ging in gesprek met deze zaakbehartiger, die ter plekke werd gesteund door 50 andere beroepsmoslims uit heel Nederland die op dat moment in Nederland hard werkten aan de vestiging van een islamitische infrastructuur. Was hier sprake van een gelijk speelveld, zo vraag ik de minister.

De gemeente Alphen trok aan het kortste eind, dat zult u begrijpen.

Een groot succes dus voor de islam, de eerste echte eisen werden ingewilligd en dat geeft natuurlijk zelfvertrouwen. Islamitisch textiel draagt stukken comfortabeler als de minister en de PvdA achter je staan.

Ik zal niet de hele geschiedenis gaan herhalen, maar kortgezegd komt het er op neer dat het islamitische zelfvertrouwen niet is afgenomen. Hier niet, en in het Midden-Oosten niet. Onder leiding van vooral de Moslim Broederschap nam islamitisch vrouwentextiel een steeds prominentere plaats in op de pleinen, markten en in de straten van Cairo, Damascus en Den Haag. Tel de massa-immigratie er bij op en we hebben het over een schisma van jewelste op cultureel, religieus en ideologisch gebied en daar moeten we wat mee natuurlijk. Veel mensen hebben het dan over integratie, maar dat heeft tot op heden niet gewerkt, ondanks de torenhoge kosten voor de belastingbetaler. Op de één of andere manier wil dat niet, integreren. Heel raar voor idealisten, heel logisch voor realisten. Maar dat is kost voor een ander debat.

De boerka en niqaab, waarbij slechts de ogen van de vrouw zichtbaar zijn, of helemaal niets van haar gelaat, zijn bijna niet meer weg te denken. Tenminste, dat dachten veel politiek correcten en de islamitische bevolking de politiek correcten voor hun karretje wisten te spannen.

Overigens, wisten we maar dat er een vrouw onder dat textiel zat! Want dat moeten we maar aannemen. Het kan net zo goed een goed getrainde polderjihadi zijn die net een opleiding in Raqqa achter de rug heeft natuurlijk.

Maar laten we daar niet te vaak en te lang bij stil staan. Er moet tenslotte ook nog worden gewerkt om de massa-immigratie te betalen en wie dan nog tijd over heeft, heeft het recht om af en toe even bij te komen.

Behalve het feit dat volgens westerse maatstaven het inpakken van een vrouw niet bijdraagt aan een gelijkwaardig rolpatroon, iets waar feministen vroeger nog voor wilden knokken, is de aanwezigheid van dit soort uniformiteit voor Westerse mensen een reden om zich ongemakkelijk te voelen. En wie zich niet senang voelt, gedraagt zich anders. Toegeeflijker meestal.
Stel je voor: je straat, je wijk, je stad voelt niet meer als zodanig. En waar mensen hun gedrag laten beïnvloeden door bijvoorbeeld de islamitische uniforme kledingstijl, daar heeft de sharia al een beetje aan invloed gewonnen. Denk daar de door diverse gemeentes gesponsorde islamitische buurtvaders bij, die vaak gekleed gaan in uniforme herenjurken en een fikse baard, die mensen aanspreken op gedrag, kleding en het luisteren naar muziek, en de handhaving van onze eigen wetten is in zo’n buurt een stukje uit het zicht geraakt. Ik druk me eufemistisch uit, je moet tegenwoordig een beetje oppassen met wat je over de islam zegt natuurlijk.
Ik hoop overigens dat de kijkers naar dit debat de stijlvorm van de ironie nog machtig zijn in dit tijdperk van die verstikkende politieke correctheid.

Het proces van islamisering dat ik zojuist beschreef, was voor mijn fractievoorzitter Wilders reden om in 2005 een motie in te dienen met het doel een boerkaverbod te bewerkstelligen. Ondanks genoeg steun voor die motie kwam het verbod tot op heden niet. Minister Rita Verdonk voerde de motie niet uit, het compromis dat vervolgens in kabinet Rutte 1, met onze gedoogsteun tot stand kwam, bleek voor de ministers in geen prioriteit te hebben. In kabinet Rutte 2 kwam daardoor het voorliggende compromis tot stand.

We kunnen zeggen dat het begin er is. Een klein begin weliswaar, een wat wankel compromis, maar wat in 2005 bij Groep Wilders begon, heeft met horten en stoten in elk geval hiertoe geleid. Dorst er nog iemand te zeggen dat de PVV geen invloed heeft?
De Partij voor de Vrijheid zal dit voorstel dan ook steunen.