Skip to main content

Onafhankelijkheidsverklaring

Geert Wilders presenteert zijn brede programma voor een beter Nederland. Doel: het land teruggeven aan de burger en een frontale aanval starten op de elite. Wilders bepleit in zijn onafhankelijkheidsverklaring een aantal stevige maar faire maatregelen, die Nederland weer moeten maken zoals ons land bedoeld is: vrij, welvarend en onafhankelijk. 

  Klik hier voor tekst Onafhankelijkheidsverklaring in PDF formaat

door Geert Wilders
(onafhankelijk lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal)

1. Inleiding

De Nederlandse kiezer heeft mij tot nog toe vooral leren kennen als een politicus met strikte opvattingen over de multiculturele samenleving, immigratie, terrorisme en veiligheid. Daardoor heeft de gedachte postgevat dat de nieuwe politieke beweging die ik de komende tijd samen met anderen vorm ga geven, vooral of zelfs uitsluitend een ‘anti-islampartij' zou worden. Maar niets is minder waar.

De problemen met betrekking tot de (radicale) islam zijn weliswaar ernstig en verdienen om die reden een veel steviger antwoord dan het huidige kabinetsbeleid geeft, maar de problematiek waarmee Nederland worstelt, wortelt veel dieper. We hebben te maken met een serie samenhangende crises die voortvloeien uit de incompetentie van de politieke elite in Brussel en Den Haag, die onmachtig blijkt problemen zakelijk te benoemen en voortvarend op te lossen. Ons land is onveilig, de publieke ruimte is verloederd, de economie kwakkelt, en de publieke sector is een puinhoop.

Mijn thema is vrijheid.
De nieuwe politieke beweging zal het herwinnen van onze vrijheid centraal stellen omdat het met onze politieke, culturele en economische vrijheid en onafhankelijkheid slecht is gesteld.

Ik stel vrijheid daarom centraal. De vrijheid dat je moeder ‘s avonds veilig over straat kan, de vrijheid dat je van je salaris genoeg overhoudt om aan je eigen gezin uit te kunnen geven, de vrijheid die je hebt omdat je oude dag is veiliggesteld, de vrijheid die er is omdat ons bedrijfsleven weer floreert, de vrijheid die je hebt omdat de regering je gezin beschermt tegen terroristen, de vrijheid van een baan en een goed bestaan, de vrijheid om als land onze eigen beslissingen te nemen.

Die boodschap wil ik brengen in een land dat nu nog door een politieke elite is geschaakt en is onderworpen aan een bewind dat onvoldoende opkomt voor het behoud van onze democratische rechtsstaat, onze veiligheid, onze welvaart en onze onafhankelijkheid. De grote partijen - PvdA, CDA en VVD - zijn het met elkaar over de belangrijke kwesties gewoon eens, zoals recentelijk ook weer blijkt uit hun unanieme steun voor de Europese grondwet en de Turkse toetreding tot de Europese Unie.

Onder hun leiding is de Nederlandse middenklasse genegeerd. De zogenaamde progressieve tijdgeest houdt Nederland al dertig jaar in de ban van politieke correctheid, een megalomane overheid, multiculturalisme en onderwerping aan Brusselse bureaucraten. Van die tijdsgeest heeft ook mijn vorige partij – de VVD – zich nooit onafhankelijk willen verklaren, maar zij is meegegaan – tot op de dag van vandaag – op een hellend vlak van pappen en nathouden.

Ik houd veel van Nederland – maar steeds minder van het Nederland zoals dat nu is.
Ik ben er trots op hoe wij er hier met elkaar in zijn geslaagd een vrije, welvarende en veilige samenleving op te bouwen. Die verliest echter steeds meer van haar glans.
Alles in mij verzet zich tegen de gedachte dat wij deze samenleving zouden moeten aanpassen aan de waarden en normen van een islamitische cultuur die wezensvreemd is aan de onze. Collega-politici verwijten mij dat de voorstellen die ik op dit punt heb gelanceerd, ‘niet kunnen': wetten en verdragen zouden de uitvoering van mijn voorstellen in de weg staan. Die houding maakt mij boos. Men heeft het eerst allemaal laten gebeuren en fout laten lopen, maar heft nu de handen in de lucht en roept: ‘Sorry, maar we kunnen er niets meer aan doen'.
Nodig is een stevige politieke wil die definitief afrekent met een bestuurscultuur van het zich verschuilen achter een zelf opgeroepen onmacht om dingen te veranderen. En er moet veel veranderd worden.

Wij moeten ons allereerst realiseren dat wij niet machteloos staan. Wij kunnen zelf vorm geven aan de geschiedenis, ons lot als volk in eigen hand nemen, zelfstandig besluiten nemen over de staatkundige, culturele en economische inrichting van ons land. Wij moeten onszelf bevrijden van een cultuur van lage verwachtingen.

Ik ben geen politicus die zijn handen in de lucht heft en zich op die manier tegenover de kiezers wil verontschuldigen. Ik verafschuw schijnheilig politiek correct gedrag.
Een volksvertegenwoordiger dient zijn verantwoordelijkheid te nemen, zijn rug recht te houden en boven alles op te komen voor de belangen van de mensen in het land. Daarom denk ik creatief na over maatregelen om al onze problemen te pareren. Als internationale verdragen ons hinderen bij het dienen van onze eigen belangen, moeten we die verdragen aanpassen en indien nodig opzeggen. We moeten durven dromen en aldus mogelijk maken wat in Den Haag onmogelijk wordt geacht.

Ik bepleit dus een geheel nieuwe politiek, met een volledig andere stijl en inhoud. Niet alleen praten maar handelen. Geen Haags geneuzel maar zakelijk naar oplossingen zoeken, dat is mijn adagium.

De manier waarop Nederland de afgelopen decennia is geregeerd, is de belangrijkste oorzaak van onze problemen. Ik wil niet dat een elite van laffe en bange mensen (van welke partij dan ook) dit land nog langer schaakt. De politiek-correcte ‘sorry-cultuur' met betrekking tot het multiculturele drama is maar één voorbeeld van die gijzeling van Nederland door die politieke elite. Ik wil die elite daarom ook op andere fronten bestrijden. Ik wil dit land teruggeven aan zijn burgers.

In deze onafhankelijkheidsverklaring bepleit ik een aantal stevige maatregelen, die Nederland weer moeten maken zoals ons land bedoeld is: vrij, welvarend en onafhankelijk. Onze geschiedenis dwingt ons tot een strijd die niet vrijblijvend is, maar wel noodzakelijk. Die strijd gaat immers over het voortbestaan van Nederland als herkenbare natie, een land dat op het punt staat zijn eeuwenoude wortels vaarwel te zeggen en deze in te ruilen voor multiculturalisme, cultuurrelativisme en een Europese superstaat, en dat allemaal onder de leiding van een zelfvoldane politieke elite die allang de weg kwijt is.

Van die elite verklaar ik mij onafhankelijk.


2. Economie en sociaal beleid

Dat de Nederlandse overheid haar verantwoordelijkheden zo heeft verwaarloosd, is het directe gevolg van een veranderde taakopvatting. De overheid is zich met steeds meer zaken gaan bemoeien en is steeds hogere belastingen gaan heffen om al deze taken uit te voeren. De belastingdruk is inmiddels zo hoog dat iedere werkende pas in juni ophoudt met voor de overheid te werken. Ook de lokale lasten lopen de spuigaten uit. De gemiddelde Nederlandse burger wordt geconfronteerd met een falende overheid waaraan hij wel een steeds groter gedeelte van zijn salaris moet betalen.

Een omvangrijk en gedetailleerd uitgewerkt stelsel van uitkeringen, subsidies en voorzieningen heeft veel burgers afhankelijk gemaakt van een overheid die als een moedertje waakt over haar kinderen die bij het minste of geringste ‘zwak' of ‘behoeftig' werden verklaard. Die taakstelling heeft een enorme bureaucratie in het leven geroepen, en de afhankelijkheid die het wekte heeft tot gemakzucht en inactiviteit geleid.

Mijn sociaal-economische programma bestaat uit een zichzelf versterkende trits van het afstoten van onnodige overheidstaken, bureaucratie en regulering. Daarmee worden enerzijds belastingverlaging mogelijk gemaakt en anderzijds banen geschapen. Dit zorgt voor een positief ondernemingsklimaat. De economie kan dan sterk groeien en daar wordt iedereen beter van. Om een eind te maken aan het misbruik dat hand in hand gaat met de te royale Nederlandse verzorgingsstaat, bepleit ik de invoering van een basisstelsel. We kunnen daardoor onze solidariteit concentreren op de groep die het echt nodig heeft.

Ik weet natuurlijk dat er mensen zijn die echt ziek zijn of echt geen werk kunnen vinden. De overheid moet hun een gedegen sociaal vangnet bieden, altijd en overal. Juist door de toegang tot de sociale zekerheid voor niet-werkwilligen verder te beperken, en fraude en oneigenlijk gebruik van uitkeringen hard aan te pakken, ontstaat er ruimte voor solidariteit met de echt kwetsbaren. Voor hen wil ik knokken.

Bovendien zorgt een groter aantal werkenden voor een groter draagvlak voor het ouderdomspensioen AOW. De manier waarop de generatie van de wederopbouw in veel verpleeghuizen wordt behandeld is ronduit schandalig en een fatsoenlijk land onwaardig. Ik schaam mij daarvoor. De problemen in de verpleeghuizen zijn niet alleen een gevolg van organisatorische problemen maar ook van vele bezuinigingen en een toenemende werkdruk én onderwaardering van hardwerkend verplegend personeel. Dat is onacceptabel in een beschaafde samenleving. Daarvoor zal structureel extra geld vrij worden gemaakt moeten worden. Ik ben daartoe met veel overtuiging bereid. Een samenleving die ouderen geen leefbaar en menswaardig bestaan biedt, is geen knip voor de neus waard.

Maar ik wil burgers vooral weer de macht en de ruimte teruggeven om hun eigen leven onafhankelijk vorm te geven. En met ruimte bedoel ik vooral financiële ruimte. Ik ben dus voor forse belastingverlagingen, zowel voor particulieren als voor bedrijven. Steeds wanneer landen de belastingen sterk verlagen, zoals recent weer in Ierland en Oost-Europa, zien ze hun economie floreren.

Dit pleidooi voor belastingverlaging is dus alles behalve onverantwoord populisme. Lage belastingen en een kleinere overheid zijn de beste garantie voor economische groei. Overheidsuitgaven ondermijnen de economische groei. Het snoeien in allerlei regeltjes en vermeende voorrechten (de ‘verworvenheden' van de vakbonden) leidt tot een flexibilisering van de arbeidsmarkt die het bedrijfsleven enorm zal stimuleren. En het zijn bedrijven - vooral het midden- en kleinbedrijf - die banen scheppen, niet de overheid.

Het ten onrechte veel geprezen ‘Rijnlandse model' heeft ervoor gezorgd dat Europa de zieke oude man van de wereld is geworden. De daling in de werkgelegenheid in 2004 is volgens het CBS de grootste in ruim twintig jaar. In het laatste kwartaal van 2004 had Nederland zelfs een krimpende economie. Europa (en Nederland) vergrijst, investeert te weinig in innovatie, heeft onderwijs dat kwalitatief ondermaats is , en heeft te veel immigranten die vanuit een kansloze situatie te snel en in te grote hoeveelheden zijn binnengekomen.

Over de kansen op lange termijn van onze economie wordt in Nederland nauwelijks nagedacht. Ondertussen accelereert de Amerikaanse economie bij de onze vandaan, en zijn China en India bedreigende concurrenten. Economische stagnatie en verval kunnen snel gaan. Argentinië, bijvoorbeeld, was rond 1900 één van de rijkste landen ter wereld, maar stortte binnen twee decennia bijna volledig in. Dat mag Nederland niet overkomen. Daarom moet onze economie weer excelleren. Minder praten en meer ondernemen. Een gezonde middenklasse is voor een gezonde economie van levensbelang. De inkomenspositie van de middeninkomens in ons land verdient meer aandacht.

Om het Argentijnse scenario te voorkomen kom ik met een Plan voor een nieuwe Gouden Eeuw voor economische groei, met forse maatregelen op diverse terreinen:

  • Belastingverlaging, inclusief de alsmaar stijgende lokale lasten die meteen moeten worden bevroren en daarna jaarlijks moeten dalen.
  • Deze politiek van belastingverlaging dient uit te monden in een vlaktaks, die economische groei sterk zal stimuleren en om die reden zichzelf grotendeels financiert.
  • De hypotheekrenteaftrek blijft evenwel te allen tijde bestaan.
  • Deregulering. De bestaande regelgeving moet met zeker 50 procent worden beperkt. Voor iedere nieuwe regel dienen er eerst twee te worden afgeschaft. Om te beginnen kan het ministerie van Economische Zaken de deuren sluiten.
  • Investeringen in Research & Development, het stimuleren van innovatie, en de langere bescherming van patenten.
  • De afbouw van ‘Nederland subsidiestaat', want geld rondpompen is nutteloos en kostbaar. Laat de burger maar zelf bepalen aan welke goede doelen we geld geven.
  • Ontwikkelingshulp verdwijnt, behoudens noodhulp. Het huidige niveau van OS-hulp van 0,8% BBP (4 miljard euro per jaar structureel) wordt teruggebracht naar 0,1%, uitsluitend te gebruiken voor noodhulp. De functie van Minister van Ontwikkelingssamenwerking wordt opgeheven.
  • Om de ontwikkeling in arme landen te bevorderen worden internationale handelsbelemmeringen voor deze landen en hun producten afgeschaft.
  • Harde aanpak van fraude en corruptie, zeker ook bij de overheid.
  • Meer mensen aan het werk door het afschaffen van het minimumloon en versoepeling van het ontslagrecht.
  • Een ongenadige inkrimping van de overheid (inclusief een grondige herziening van het ambtenarenrecht): 50% minder ambtenaren.
  • Het poldermodel moet op de helling, zonder pardon, en dat betekent dus het einde van de praat- en overlegpaleizen als de SER en de Stichting van de Arbeid.
  • Het afschaffen van het algemeen verbindend verklaren van CAO's.
  • Maar tegelijkertijd fors meer geld voor verzorgingstehuizen.
  • Een hardere aanpak van fraude en oneigenlijk gebruik van de sociale zekerheid zodat meer solidariteit kan ontstaan met de echte kwetsbaren in onze samenleving.
  • Geen export van uitkeringen – van kinderbijslag tot WAO – buiten de EU.
  • Remigratie wordt krachtiger gestimuleerd.
  • Uitkeringsgerechtigden die niet volledig arbeidsongeschikt zijn moeten als tegenprestatie voor hun uitkering maatschappelijke taken verrichten (in de zorg, bij de plantsoenendienst, etc.) tot zij weer reguliere arbeid verrichten.
  • Beperking kinderbijslag tot de eerste twee kinderen.
  • Meer aandacht voor de inkomenspositie van de middengroepen.
  • Over vergunningen wordt door de overheid altijd binnen een vastgestelde redelijke termijn beschikt.

3. Europa

De uitverkoop van Nederlandse belangen en de eigen Nederlandse identiteit blijkt bovenal uit de manier waarop politici steeds meer soevereiniteit aan een kaste van Brusselse bureaucraten overdragen. De nieuwe Europese Grondwet zet de Nederlandse soevereiniteit in de uitverkoop.

In een lang proces van steeds weer kleine stapjes is een autonoom proces in gang gezet dat zal resulteren in een ondemocratische Europese eenheidsstaat, los van en ver verheven boven de lidstaten van de Europese Unie. Een Europa dat mijlenver af staat van de burger. Door de geleidelijke afschaffing van de nationale democratie en de politieke onafhankelijkheid wordt Nederland dus definitief een provincie van een Europese superstaat, waarbinnen de rol van enkele grote landen steeds groter zal worden, en Nederland zijn beleid op tal van terreinen ondergeschikt zal moeten maken aan dat van de Europese Unie. Onze soevereiniteit als natie – als land dat heel goed weet hoe het zijn eigen problemen moet oplossen – wordt verkwanseld. En dit alles terwijl nu al veel van onze wetgeving vanuit de Brusselse bureaucratie afkomstig is, en het geheel aan Europese wet- en regelgeving al meer dan 100.000 pagina's beslaat. Tegelijkertijd is Nederland wel een van de grootste netto-betalers aan Europese technocraten, onder meer om de vergaderpaleizen van Straatsburg en Brussel in stand te houden.

Feit is dat met de nieuwe Europese Grondwet geen substantiële taken worden gerepatrieerd naar de lidstaten. De bevoegdheden van de EU worden alleen maar verder uitgebreid, van immigratie tot het strafrecht. Dat zijn allemaal zaken die Nederland veel beter zelfstandig kan regelen. Het strenge Deense immigratiebeleid komt niet dankzij Europa maar dankzij het feit dat de Denen hier eerder voor een opt-out hebben gekozen en daardoor met succes hun eigen weg kunnen gaan. Oftewel: waar Nederland de zeggenschap over het immigratiebeleid kwijtraakt aan Brussel, blijven de Denen wel baas in eigen huis.

De Nederlandse kiezer is ondertussen nooit iets gevraagd. Integendeel, hij wordt voortdurend voorgelogen. Het opgeven van de harde gulden voor de nieuwe euromunt zou niet tot grote prijsstijgingen leiden, verzekerde minister Zalm.
Het tegendeel is waar, zoals iedereen weet die de laatste jaren nog wel eens buiten is geweest. Turkije moet zo nodig lid worden van de Europese Unie.
De onderhandelingen zullen hard zijn, zo verzekerden ons de Europese regeringsleiders. Maar op de dag waarop het licht voor Turkije op groen werd gezet, ontkrachtten zij hun eigen woorden met een vaag compromis over de status van Cyprus.


Ik ben voor:

  • De instelling van een speciale Verdragsherzieningscommissie, die alle verdragsverplichtingen van Nederland evalueert en voorstellen formuleert om alle verdragen die niet in ons eigen belang zijn – omdat die verdragen ons te zeer beperken in onze vrijheid om ons eigen beleid te formuleren en uit te voeren – te heroverwegen dan wel unilateraal op te zeggen;
  • Het verwerpen van de Europese Grondwet, omdat wij te veel bevoegdheden – bijvoorbeeld op belangrijke terreinen als immigratie en strafrecht - kwijtraken aan de bureaucraten uit Brussel. Maar ook omdat grote landen - door de toename van gekwalificeerde meerderheidsbesluiten en de introductie van het criterium van bevolkingsaantallen als basis voor het stemgewicht – straks meer invloed krijgen op onze interne wetgeving dan Nederland zelf. Het schrappen van meer dan zestig veto-rechten is ook onacceptabel, evenals het verliezen van een Nederlandse eurocommissaris met stemrecht. Nederland moet onafhankelijk blijven;
  • Het niet verder uitbreiden van de Europese Unie.
    Turkije erin, Nederland eruit;
  • Een status aparte voor Nederland binnen de EU, zoals ook de Denen en de Britten die hebben. Wij moeten onze autonomie behouden op het terrein van de immigratie. Nooit zal een Brusselse ambtenaar of een Franse politicus mogen beslissen hoeveel immigranten Nederland op dient te nemen. Ook het strafrecht, de verzorgingsstaat, het buitenlandse beleid, het visserij- en landbouwbeleid en andere belangrijke beleidsterreinen dienen in Nederlandse handen te blijven. We moeten heronderhandelen over onze verhouding met de EU;
  • Nederland moet, samen met andere landen die geloven in vrijhandel, zo snel als mogelijk formele onderhandelingen openen met de lidstaten van NAFTA om te komen tot een Atlantische Vrijhandelsassociatie;
  • De euro is een groot probleem. Het stabiliteitspact is een lachertje – veel grote Europese landen als Frankrijk, Italië en Griekenland hebben de criteria aan hun laars gelapt. Ik bepleit daarom het niet verder uitbreiden van landen die deelnemen aan de euro, en als dat onverhoopt wel gebeurt, moeten we de euro heroverwegen. Liever een sterke gulden dan een zwakke euro;
  • De Nederlandse financiële bijdrage aan de EU is van een absurde omvang. Net als Margaret Thatcher moet ons land weigeren nog langer in die mate mee te doen aan dit circus. Ik pleit voor een EU die 90% van zijn huidige taken afstoot, en dus kan de Nederlandse bijdrage ook met 90% omlaag.

4. Antillen

Gelet op het gevaar en de instroom van (drugs)criminaliteit, en gezien de grote corruptie en het bestuurlijk onvermogen van de Antillen, zal de regering met kracht moeten bevorderen dat de Antillen geen onderdeel meer zullen uitmaken van het Koninkrijk der Nederlanden.

  • De Antillen mogen geen onderdeel meer uitmaken van het Koninkrijk.

5. Veiligheid

De gijzeling van Nederland door een van de bevolking vervreemde elite blijkt ook uit de nonchalante manier waarop politici zijn omgegaan met het probleem dat burgers het meest na aan het hart ligt: criminaliteit en veiligheid.
Wij willen niet dat het publieke domein wordt bezet door, bijvoorbeeld, intimiderend rondhangende jongeren, of dat onze straten door geweld en diefstal tot één grote no-go-area worden door het toenemende straatterrorisme, vaak (maar niet uitsluitend) gepleegd door personen van Marokkaanse afkomst. We willen veilig over straat kunnen lopen, op ieder uur van de dag. En we willen dat wij zelf, ons gezin en onze bezittingen in ons eigen huis veilig zijn.

De terechte zorgen op dit punt werden in het verleden schamperend weggeveegd – ze heetten het gevolg van een abonnement op een verkeerd ochtendblad. De pakkans is te klein, de straffen zijn te laag en worden slechts voor een deel uitgezeten, en dat in gevangenissen die zich niet door strenge soberheid onderscheiden.

Als de overheid er voor de burgers is, en niet andersom, dan betekent dat in de eerste plaats dat de staat de levens van burgers tegen geweld en onveiligheid dient te beschermen. Justitie behoort dus tot de topprioriteiten van een goede overheid. Als leidend principe op het terrein van de veiligheid dient de overheid niet primair voor de dader maar voor het slachtoffer te kiezen. Ik kies altijd voor slachtoffers van criminaliteit en nooit voor de daders. In een rechtsstaat moeten de schuldigen worden bestraft en de onschuldigen beschermd. De Nederlandse rechtsstaat voldoet al lang niet meer aan dit criterium. Het rechtvaardige karakter van onze rechtsstaat is achter de horizon verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor noodgedwongen pragmatisme en een ontoelaatbare relativering van misdaad.

In Nederland is de politie - buiten haar schuld - vaak in geen velden of wegen te bekennen omdat het kabinet de politie vooral bonnen voor lichte verkeersovertredingen uit laat schrijven: in 2005 meer dan 10 miljoen.
Deze ontwikkeling heeft ertoe geleid dat in Nederland niet meer alles op alles wordt gezet om elke vorm van criminaliteit te bestrijden, maar dat het meer een kwestie is geworden van roeien met de riemen die er nog over zijn. Als gevolg van dat uitgangspunt kunnen bedreigde burgers niet worden geholpen en beschermd, terwijl er wel alles aan wordt gedaan om veroordeelde criminelen na hun gevangenisstraf van een normaal leven te verzekeren. Dat is de wereld op zijn kop.

De verzwakte en verdwaalde Nederlandse rechtsstaat is daarom toe aan een grondige structuurverandering. Meer professionaliteit in de rechtspraak, meer democratische controle op gerechtelijke beslissingen, een vervolgingsbeleid waardoor elke misdaad wordt vervolgd, en meer aandacht voor de daad en het slachtoffer dan voor de dader zijn enkele van de punten die deze structuurverandering te weeg moeten brengen.

We moeten de politie grondig herorganiseren. No-go-areas zijn onaanvaardbaar. Desnoods zetten we naast de ME ook het leger in om de orde te herstellen. Het gebrek aan voldoende investeringen in mankracht zijn essentieel, maar bureaucratie is, zo mogelijk, een nog grotere vijand van de veiligheid. Iedere aangifte dient vlot en serieus behandeld te worden. Politiebureaus dienen in het gehele land dag en nacht geopend te zijn.

Met name op het terrein van de veiligheid is dus een serie concrete noodmaatregelen hard nodig, zoals:

  • De invoering van het three strikes you're out -principe: na drie geweldsmisdrijven levenslang.
  • De invoering van minimumstraffen.
  • Het verhogen van de straffen voor geweldsdelicten.
  • Vijf gevangen op één cel, liever dan één veroordeelde te vroeg op straat.
  • De afschaffing van het principe van de verjaring bij ernstige geweldsmisdrijven.
  • De afschaffing van vervroegde invrijheidsstelling.
  • De afschaffing van onbewaakt proefverlof voor TBS'ers.
  • De afschaffing van taakstraffen voor geweldszaken en bedreiging.
  • De invoering van heropvoedingskampen.
  • De invoering van meer structurele schadevergoeding aan slachtoffers.
  • De uitbreiding van preventief fouilleren naar heel Nederland.
  • De samenvoeging van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie tot één ministerie van Veiligheid.
  • Het fors uitbreiden van het aantal politieagenten, zodat deze weer dienstbaar worden aan de burger en bekeuren weer plaatsvindt omdat de wet wordt overtreden en niet om zoveel mogelijk geld binnen te halen.
  • Het (internationaal en nationaal) mogelijk maken dat criminelen die geweldsmisdrijven hebben gepleegd en een dubbele nationaliteit hebben worden gedenaturaliseerd zodat ze kunnen worden uitgezet.
  • Waar nodig wordt ook het leger ingezet voor de openbare ordehandhaving

6. Onderwijs

Een goede samenleving begint met goed onderwijs. Door de jarenlange dominantie van de PvdA op het ministerie van Onderwijs zit ons land nu opgescheept met een systeem van basisvorming en ‘eerste' en ‘tweede fases' dat het onderwijs inhoudelijk volledig heeft uitgehold. Goed burgerschap is een van mijn thema's, en daarom bepleit ik ervoor dat leerlingen grondiger worden getoetst op gedegen kennis omtrent cultuur, nationale identiteit en verleden die een belangrijke bijdrage aan hun persoonlijkheidsvorming zal leveren. Dit moet de focus zijn van het waarden- en normendebat dat anders in vaagheid blijft steken. Overigens moeten we af van de gedachte dat ambtenaren in Den Haag het curriculum moeten voorschrijven. Laat ouders en leraren de inhoud van het onderwijs zelf maar bepalen, en laat het vervolgonderwijs vervolgens studenten selecteren.

In plaats van al die grote en logge anonieme gefuseerde leerfabrieken wil ik kleinschalige scholen naar de menselijke maat terug zien. De ambachtsschool, broedplaats van generaties hardwerkende Nederlanders, komt terug. Hetzelfde geldt voor tuchtscholen voor die leerlingen die de boel verzieken en een strenge aanpak behoeven.

Onderwijsvrijheid is een groot goed, behalve wanneer die vrijheid wordt misbruikt voor de introductie van een type onderwijs dat zich tegen onze samenleving keert. Inspectie en kwaliteitsbewaking blijven daarom belangrijk. Voor een ministerie van Onderwijs zie ik geen noodzaak. Dat zal worden afgeschaft. Het gaat om goede, gemotiveerde docenten die vertrouwen en ruimte moeten krijgen. Aan de huidige diarree aan centralistische directieven en circulaires van het ministerie van Onderwijs dient een einde te komen.

Binnen de islam en de moslimgemeenschap wordt de scheiding tussen kerk en staat niet volledig erkend. Het oprichten van islamitische scholen kan dan ook niet anders dan als een voorbode van separatie en achterstand worden gezien omdat deze scholen geen bijdrage leveren aan de ontwikkeling van Westerse burgerschapsdeugden. Artikel 23 van de Grondwet blijft bestaan maar islamitische scholen mogen niet worden opgericht. Ongelijke gevallen hoeven niet gelijk te worden behandeld.

  • Leerlingen worden grondiger getoetst op gedegen kennis van cultuur, nationale identiteit en verleden.
  • De ambachtsscholen en tuchtscholen komen terug.
  • Het ministerie van Onderwijs wordt afgeschaft.
  • Vertrouwen in docenten en ouders wordt hersteld, zij krijgen het primaat.
  • Islamitische scholen mogen niet worden opgericht.

7. Immigratie en integratie

Islam en democratie zijn onverenigbaar. Wel zijn moslims voor onze democratie te winnen. Waar ik me tegen verzet is het misbruik dat groepen moslims maken van de rechten en vrijheden van onze rechtsstaat. Sommigen misbruiken de vrijheid van godsdienst om haat te zaaien, de vrijheid van onderwijs om kinderen op te zetten tegen onze samenleving, en de vrijheid van vereniging voor activiteiten die gericht zijn op de omverwerping van onze samenleving. We hebben een juridisch stelsel dat het (nu nog) onmogelijk maakt om mensen (potentiële plegers van aanslagen bijvoorbeeld, of jongeren die een trainingskamp in Afghanistan willen gaan volgen) preventief te arresteren of criminelen die geweldsmisdrijven hebben gepleegd en een dubbele nationaliteit hebben te denaturaliseren en uit Nederland te verwijderen.
Dit zal moeten veranderen.

We zullen (islamitisch) radicalen die ons onze rechtsstaat en grondrechten willen ontnemen en bereid zijn daartoe geweld te gebruiken, het gebruik van deze grondrechten moeten ontnemen. Dat verzwakt de rechtsstaat niet maar maakt haar alleen maar sterker. Dit kan al in Duitsland.

Hoewel het aantal asielzoekers de afgelopen jaren daalde is het aantal nog steeds te hoog, het grote aantal afwijzingen spreekt boekdelen. Daarom worden in Nederland voorlopig geen asielzoekers meer toegelaten; alle politieke vluchtelingen dienen in de regio te worden opgevangen. Er wordt een uitzondering gemaakt voor die politieke vluchtelingen voor wie aantoonbaar in de regio geen opvangmogelijkheid is, met een maximum (quotum) van 5.000 per jaar. Ons absorptievermogen hebben we immers reeds enige tijd geleden overschreden.

Het gebruik van hoofddoekjes in publieke functies wordt verboden.

Internationale verdragen belemmeren ons de juiste maatregelen te nemen tegen het integratieprobleem, zoals het (voorlopig) sluiten van onze grenzen door het tijdelijk stopzetten van de immigratie als het gaat om gezinsvorming en -hereniging van niet-westerse allochtonen uit landen als Marokko en Turkije. Als Turkije straks lid is van de Europese Unie en wij vroeg of laat een invasie van migranten te verwerken krijgen, kunnen we hen niet meer dwingen tot het volgen van een integratiecursus omdat zij dan EU-burgers zijn.

Niet alleen dienen radicale imams Nederland te verlaten, ook het sluiten van radicale moskeeën (en de ontbinding van hun besturen) dient veel krachtiger ter hand te worden genomen. Financiering uit radicale hoek – zoals van salafitische groeperingen uit Marokko of het wahhabitische Saoedi-Arabië - dient te worden verboden.

Een harde aanpak op al deze punten zal niet alleen de Nederlandse samenleving ten goede komen maar ook positieve effecten hebben voor de meerderheid van de in ons land verblijvende moslims die niets met extremisme of terrorisme van doen hebben.

Nederland is vol. De problemen met integratie zijn immens. Ik wil dat de integratie van in Nederland verblijvende allochtonen een succes wordt, maar dweilen met de kraan open is zelden effectief. Daarom moet de immigratie worden beperkt en de grenzen voor niet-westerse allochtonen – als het gaat om gezinsvorming/hereniging voor minstens vijf jaar te worden gesloten. Huwelijksmigratie gericht op huwelijken tussen neven en nichten wordt definitief verboden. Allochtonen die al in Nederland verblijven moeten een niet vrijblijvende wettelijke integratieplicht krijgen. Indien zij onvoldoende integreren dienen zij - indien zij de Nederlandse nationaliteit niet bezitten - als sanctie hun verblijfsvergunning te verliezen en Nederland te verlaten, ongeacht de periode die zij reeds in Nederland hebben doorgebracht.

Het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit wordt minder gemakkelijk gemaakt. Alleen personen die aan alle inburgeringseisen voldoen, minstens tien jaar legaal in Nederland werkzaam zijn geweest én gedurende die tien jaar geen enkel misdrijf hebben gepleegd, komen voor de Nederlandse nationaliteit in aanmerking. Zolang men geen Nederlander is kan geen beroep worden gedaan op sociale zekerheid.

Integratie betekent kiezen voor de Nederlandse samenleving. Het is onlogisch om mensen die niet de Nederlandse nationaliteit hebben, stemrecht te geven. Het stemrecht voor gemeenteraadsverkiezingen van mensen die niet de Nederlandse nationaliteit bezitten wordt dan ook afgeschaft.

Het Nederlands is onze landstaal en dit zal worden vastgelegd in de Grondwet.

Alle teksten en mededelingen vanwege de overheid worden uitsluitend in het Nederlands weergegeven. Geen folders in het Arabisch of het Turks.

  • (Islamitische) radicalen kunnen grondrechten worden ontnomen.
  • Er worden voorlopig in de regel geen asielzoekers meer toegelaten, opvang vindt plaats in de regio, voor uitzonderingen gaat een quotum gelden.
  • Het gebruik van hoofddoekjes in publieke functies wordt verboden.
  • Immigratie in het kader van gezinsvorming- en hereniging wordt voor 5 jaar verboden, huwelijken tussen neven en nichten worden nooit meer met immigratie gefaciliteerd.
  • Radicale moskeeën worden gesloten, hun besturen ontbonden.
  • Financiering uit extremistische landen wordt verboden.
  • Naturalisatie kan alleen indien men tien jaar in Nederland werkzaam is geweest en gedurende die tien jaar geen misdrijf heeft gepleegd, tot die tijd kan men geen beroep doen op de sociale zekerheid.
  • Het stemrecht van niet-Nederlanders bij gemeenteraadsverkiezingen wordt afgeschaft.
  • Alle teksten vanwege de overheid worden uitsluitend in het Nederlands weergegeven.

8. Straatterreur

Straatterreur is een enorm probleem dat te veel wordt genegeerd. Straatterreur vindt in vele steden en dorpen plaats en wordt vaak – doch niet uitsluitend – gepleegd door allochtonen. Dit kan niet langer worden getolereerd. De bescherming van burgers en gezinnen dient krachtiger ter hand te worden genomen. Het plegen van geweldsmisdrijven dient te kunnen worden bestraft met denaturalisatie en uitzetting. Hier geldt ook het beginsel van reciprociteit. Waar bijvoorbeeld Marokko mensen met een dubbele nationaliteit die in Marokko een misdrijf plegen kan denaturaliseren en uitzetten, valt niet in te zien waarom Nederland Marokkanen met een dubbele nationaliteit die in Nederland een misdrijf plegen, niet hetzelfde zou behandelen. Het kabinet dient in Europees verband draagvlak te vinden voor een wijziging van het Europees verdrag inzake nationaliteit, zodat dit mogelijk wordt. Als dit niet mogelijk wordt, zeggen we dit verdrag unilateraal op.

 

  • In geval van een dubbele nationaliteit moeten geweldmisdrijven kunnen leiden tot denaturalisatie en uitzetting.

9. Grondrechten

De vrijheid van meningsuiting is het grootste goed in een vrije democratische samenleving en prevaleert dan ook boven andere grondrechten. Voor de rest dient de nevenschikking van de grondrechten te worden gehandhaafd.
Een imam die een politicus dood wenst, mag dat – hoe verwerpelijk ook – wensen en zelfs uitspreken. Dat laat onverlet dat aanzetten tot haat, oproepen tot geweld of andere misdrijven strafbaar zijn en dat de wet voldoende mogelijkheden biedt om tot vervolging over te gaan. Ook de vrijheid van godsdienst is door onze Grondwet trouwens al beperkt. De grondwetgever heeft immers gesteld dat er vrijheid van godsdienst is, ‘behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de wet'. Het aanzetten tot haat, oproepen tot geweld (jegens vrouwen, homoseksuelen of de democratische rechtstaat) dient krachtiger door het OM te worden vervolgd.

  • De vrijheid van meningsuiting is het belangrijkste grondrecht.

10. Kiezers en gekozenen

Burgers willen een andere politiek. Uit het feit dat ongeveer een kwart van het electoraat bij gemeenteraadsverkiezingen op lokale partijen stemt, blijkt een afkeer van de oude politiek en de wens om te komen tot vernieuwing. Ik wil landelijk opkomen voor lokale partijen zonder ze formeel te representeren.

De gijzeling waarin Nederland door de politieke elite wordt gehouden blijkt vooral ook uit de minachtende manier waarop de Binnenhovelingen met de kiezer omgaan. Eens in de vier jaar (normaal gesproken) mag de burger naar de stembus. Maar de dames en heren politici maken in een schimmig proces van coalitievorming vervolgens zelf wel uit wat er met die stem gebeurt. De kiezer heeft geen enkele grip op het systeem dat ervoor zorgt dat zijn stem mensen in de Tweede Kamer brengt die hij niet eens kent. Laat staan dat die Kamerleden zich geroepen voelen zich tegenover hem te verantwoorden over hun keuzes en stemgedrag. De Tweede Kamer zit vol met grijze muizen die een preoccupatie met het nastreven van eigenbelang gemeenschappelijk hebben en niet of nauwelijks worden afgerekend op hun functioneren. Er moet ook een einde komen aan de vriendjespolitiek: het onderling verdelen van de mooie baantjes in het openbaar bestuur (zoals bijvoorbeeld Commissarissen van de Koningin, burgemeesters en andere functies in adviesraden en het openbaar bestuur) door de gevestigde partijen.

Van dit systeem dat zichzelf in stand houdt en zich van de samenleving heeft ge?soleerd, heb ik een grondige afkeer. Op een keerpunt in de geschiedenis van Nederland hebben onze voorouders hun onafhankelijkheid uitgeroepen door een acte van verlating (1581) . Zij zegden daarmee hun steun op aan een vorst die dacht dat het volk er voor hem is en niet hij voor het volk. Ook om die reden is een onafhankelijkheidsverklaring opnieuw op zijn plaats.

Ik wil dat de politiek zich niet langer doof houdt voor de problemen waarmee gewone mensen dagelijks worstelen. Om die reden ben ik een warm voorstander van directere vormen van democratie.

Ik ben dus voor:

  • Een kiesstelsel waarin kiezer en gekozene in een meer directe relatie tot elkaar staan en de gekozene zich tegenover de kiezer heeft te verantwoorden; geen introductie van een districtenstelsel maar wel een stelsel dat de band tussen kiezer en gekozenen vergroot en transparanter maakt: zoals meer gewicht toekennen aan het aantal stemmen dat kandidaten krijgen voor hun plek op de lijst.
  • Het aantal voorkeursstemmen dat nodig is om rechtstreeks in de Kamer te worden gekozen wordt fors verlaagd.
  • Bindende referenda bij onderwerpen die van essentieel belang zijn voor de toekomst van ons land, zoals bijvoorbeeld wijzigingen in de Grondwet of het sluiten van belangrijke verdragen.
  • Terugdringing van het aantal provincies (als vrijwel overbodige bestuurslaag) tot vier provincies.
  • Afschaffing van de Eerste Kamer, waarvan de functie als chambre de réflexion door de Raad van State kan worden overgenomen.
  • Het reduceren van het aantal Tweede Kamerleden tot honderd in plaats van hondervijftig, zodat zij zich meer met hoofdzaken kunnen bezighouden.
  • De afschaffing van subsidies aan politieke partijen, die zichzelf moeten gaan bedruipen door zelf op transparante wijze steun en financiering in de samenleving te verwerven.
  • De directe verkiezing door de bevolking van de burgemeester met grote bevoegdheden, politiecommissarissen in de grote steden en van de leden van rechtbanken; introductie van juryrechtspraak zodat de stem van het volk ook in de rechtbank wordt gehoord.
  • Onafhankelijke, pluriforme media, en daarom voor de beperking van de publieke omroep tot maximaal één net, uitsluitend te gebruiken door de NOS. De overheidssubsidie naar alle andere publieke omroepen/omroepverenigingen wordt onmiddellijk en definitief gestopt.
  • Het terugdringen van hevig bijklussende bestuurders zoals de Commissarissen van de Koningin. Alles wat door de belastingbetaler betaalde overheidsfunctionarissen meer bijverdienen dan 10% van het salaris wordt verplicht in de schatkist gestort.
  • Het onmiddellijk afschaffen van de wachtgeldregelingen voor politici en bestuurders en hen net als andere burgers onder de normale sociale zekerheidsnormen laten vallen.
  • Het onmiddellijk invoeren van een sollicitatieplicht voor ex-Kamerleden en andere oud-politici.

11. Kortom

Het Nederland waarvan ik houd is een Nederland dat weer vrij, veilig en welvarend zal zijn en waar de overheid er is voor de burgers en niet andersom:

  • Een Nederland dat zijn eigen identiteit handhaaft en daar trots op is, zich niet laat overnemen of aanpast aan wezensvreemde culturen, of die zijn identiteit laat verwateren door op te gaan in supranationale instellingen.
  • Een Nederland dat niet meer in de ban is van de angst, voor aanslagen of voor straatterreur, en dat de criminaliteit en de dreiging van het terrorisme dus voortvarend terugdringt met passende maatregelen.
  • Een Nederland met een gezonde en concurrerende economie, en met een veel kleinere overheid en lagere belastingen, omdat die overheid het niet langer als haar taak ziet zich met van alles en nog wat bezig te houden, maar zich op haar kerntaken zal toeleggen.
  • Een Nederland met een florerend midden- en kleinbedrijf en extra aandacht voor de positie van de hardwerkende mensen met een middeninkomen; beiden zijn de ruggengraat van onze samenleving.
  • Een Nederland dat jongeren kansen biedt, respectvol omgaat met ouderen en investeert in een menswaardig bestaan van mensen in verpleeghuizen.

Dit is in grote lijnen mijn programma. Over al deze onderwerpen en vele andere belangrijke thema's die hier niet besproken zijn – van gezondheidszorg tot milieubeleid - zal ik mij nog nader verklaren. Maar dit is in hoofdlijnen wat de kiezer van mijn nieuwe politieke beweging mag verwachten. Mijn programma doet waar nodig enerzijds een beroep op een sterke overheid, maar wil de macht en invloed van die overheid op andere terreinen terugdringen. Ik geloof namelijk in de kracht, de trots en het eergevoel van Nederlandse burgers. Ik weet dat zij de ruimte willen hebben om hun verantwoordelijkheden te nemen en hun leven zelf vorm te geven.

Wie gepamperd wil worden, en bereid is daarvoor een groot deel van zijn zuur verdiende geld bij de belastingdienst in te leveren, moet bij Wouter Bos van de PvdA zijn. Wie net als het Liberaal Manifest niet wil kiezen tussen links of rechts moet bij de VVD zijn. Wie zeggenschap over zijn eigen leven wil, in een land dat hem vrijheid en veiligheid biedt en een beroep op zijn zelfredzaamheid en creativiteit doet, is welkom bij mijn nieuwe beweging.

De keuze is aan de Nederlandse burger. Ik ga vrij en onafhankelijk mijn weg. Ik zal mijn programma verder compromisloos uitwerken, verfijnen en concretiseren. Ik kom met een lijst van gekwalificeerde kandidaten met ruggengraat voor de Tweede Kamer. Dit alles op het daartoe geschikte moment.

Ik spreek de hoop en de wens uit dat mensen die de inhoud van dit pamflet onderschrijven, willen bijdragen aan de ontwikkeling van de nieuwe politieke beweging. Ik roep hen op die steun te geven.

Ik hoop dat de Nederlandse burger met mij de weg naar een beter Nederland wil afleggen. Zonder excuses en voorbehoud kies ik voor een vrij en welvarend en onafhankelijk Nederland. Onze gezinnen, onze geschiedenis en onze toekomst verdienen dat.

Ooit veranderden onze voorouders een moerasdelta in een oase van tolerantie en economisch succes, met een vlag die over de hele wereld synoniem is met vrijheid. Die vlag verdient het in vrijheid te blijven wapperen.

 

Geert Wilders
13 maart 2005