Motie ingediend tijdens het spoeddebat over de Europa-route.
De eerste motie:
MOTIE VAN HET LID FRITSMA
Voorgesteld: 27 januari 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat gestelde partners en gezinsleden van EU-onderdanen zonder EU-nationaliteit die naar Nederland wensen te komen middels de zogenaamde Europa-route niet aan de gebruikelijke toelatingsvoorwaarden hoeven te voldoen,
overwegende dat misbruik van de Europa-route hierdoor voor de hand ligt, omdat bijvoorbeeld ook niet aan het samenwoningsvereiste hoeft te worden voldaan,
verzoekt de regering om alle verblijfsaanvragen van partners en gezinsleden van EU-onderdanen zonder EU-nationaliteit apart te registreren en op fraude te controleren, waarbij in ieder geval naar het procedureverleden en naar feitelijke vestiging gekeken moet worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Fritsma
De tweede motie:
MOTIE VAN HET LID FRITSMA
Voorgesteld: 27 januari 2009
De Kamer,
Gehoord de beraadslagingen,
constaterende, dat het recht op vrij verkeer en verblijf binnen de Europese Unie, dat alle burgers van de Europese Unie hebben, ook geldt voor partners en familieleden van EU-onderdanen;
constaterende, dat de nationaliteit van de partners en familieleden daarbij niet van belang is;
overwegende, dat dit principe aan te duiden als de "Europa-route", het nationale toelatingsbeleid ernstig ondermijnt omdat een gezinsmigrant die van deze route gebruikmaakt om verblijfsrecht te krijgen, niet hoeft te voldoen aan alle gebruikelijke vereisten van het Nederlandse vreemdelingenbeleid als het inburgeringsvereiste, het samenwoningsvereiste en het inkomensvereiste;
overwegende, dat de mogelijkheid om genoemde vereisten te omzeilen voorts ernstig misbruik in de hand kan werken, te meer daar gezinsmigranten bij het verkrijgen van verblijfsrecht op grond van de Europa-route niet eens gehouden zijn aan een samenwoningsvereiste;
verzoekt de regering om op Europees niveau alles in het werk te stellen om het recht op vrij verkeer en verblijf in de Europese Unie niet automatisch te laten gelden voor partners en familieleden van EU-onderdanen die zelf geen EU-nationaliteit hebben, en deze partners of familieleden onder het nationale toelatingsbeleid inzake gezinsmigratie te laten vallen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Fritsma