Skip to main content

Notaoverleg Nota toekomst van de Krijgsmacht

Voorzitter. Het huidige kabinet heeft ervoor gezorgd dat Nederland langdurig in een economische crisis blijft hangen en maar niet uit het dal kan klimmen. Naast de economische crisis is er sprake van een ware vertrouwenscrisis. Dit kabinet kan op nog maar weinig steun onder de bevolking rekenen. Hetzelfde kan, mutatis mutandis, ook worden gezegd over het Defensiebeleid van dit kabinet. Opeenvolgende bezuinigingen hebben er onvermijdelijk toe geleid dat onze minister van Defensie, net als het kabinet, gebukt gaat onder een enorme vertrouwenscrisis.

Een ruime meerderheid van het Defensiepersoneel heeft geen vertrouwen meer in de leiding. Maar liefst 90% van het Defensiepersoneel is van mening dat de minister niet weet wat er op de werkvloer speelt. Tot overmaat van ramp vindt tegelijkertijd een gigantische leegloop plaats bij Defensie. Dat neemt voor de inzet van onze krijgsmacht funeste vormen aan. Daar begint het althans op te lijken. Dat gebrek aan vertrouwen komt niet als een verrassing. De ambities van de minister en dit kabinet blijven ondanks het economische zware weer op een te hoog niveau liggen wat Defensie betreft. Een breed inzetbare krijgsmacht willen, is met het huidige budget als het zoeken naar een vierkante cirkel. Dat is ook te merken: enorme tekorten op de exploitatie, ontslagen, onzekerheid bij het personeel. En dat alles om die droom van dit kabinet maar in stand te houden. Word toch eens wakker! Dat is de boodschap van mijn fractie aan de minister van Defensie en aan het kabinet.

In de nota over de toekomst van de krijgsmacht wordt weliswaar gesproken over een lager ambitieniveau dan voorheen, maar het is er nog wel een dat niet beantwoordt aan de economische realiteit waarmee Nederland te maken heeft. De krijgsmacht blijft een breed inzetbare krijgsmacht en dit kabinet blijft naarstig op zoek naar die ene grote missie die het zo graag wil uitvoeren op zee, ter land en in de lucht. Is de minister het eens met mijn fractie dat er gezien de economische realiteit sprake is geweest van zelfoverschatting bij het opstellen van de nota? Een van de respondenten uit het onderzoek van Defensie-vakbond AFMP is daarover heel duidelijk. Ik ga die respondent hier citeren: "Omdat de politiek de ambities van Defensie op een te hoog niveau legt, worden de tekorten op de exploitatie afgewenteld op het personeel." Hoe luidt het antwoord van de minister op deze reactie? Constateert zij met de PVV dat de vertrouwenscrisis mede het gevolg is van ambities van de regering die niet in overeenstemming zijn met de financiële realiteit? Ik hoor hierop graag een gemotiveerde reactie van de minister van Defensie. De minister heeft zelf aangegeven dat zij wel ziet dat de structurele betaalbaarheid van de krijgsmacht een evenwicht vergt tussen ambities en financieel beschikbare middelen. De PVV vindt dat dit evenwicht ver te zoeken is.

Missionaire ambities van dit kabinet zijn niet gespiegeld aan de financiële realiteit. De hernieuwde ambitie van dit kabinet voor de krijgsmacht is te ambitieus, zeker wat de Nederlandse inzet in missies betreft. Het PVV-standpunt hierin is duidelijk en helder: de krijgsmacht zou alleen ingezet moeten worden als het Nederlandse belang of het bondgenootschappelijk belang rechtstreeks en manifest wordt bedreigd. De veiligheidsstrategie van dit kabinet neigt ertoe het begrip "dreiging" ver op te rekken. Dat dit kabinet de vurige wens heeft om mee te kunnen doen aan geldverslindende bezettingsmissies in een of ander barbaars en achterlijk land om er democratie en rechtsstaat tot stand te brengen, is onverantwoord. Dat is geen vitaal Nederlands belang. De PVV vindt dat het geld van de belastingbetaler daarvoor niet dient. Vitale Nederlandse belangen zijn niet in het geding en de Nederlandse bevolking zit op dat soort missies ook niet te wachten. De waardering onder de Nederlandse bevolking voor de rol van de krijgsmacht bij de antipiraterijmissie, waar Nederlandse economische belangen duidelijk wel in het spel zijn, is ook veel groter dan voor missies zoals die in Afghanistan en Irak. Dat geldt ook voor de mate waarin Nederlanders de inzet van militairen als "terecht" bestempelen. Voor alle duidelijkheid: dat is geen kwalificatie van hun optreden maar van de vraag of het terecht is dat militairen daarvoor worden ingezet. Ik noem één voorbeeld: minder dan 40% van de Nederlanders vindt de inzet van Nederlandse militairen in Kunduz terecht terwijl voor de piraterijmissie bijna 75% van de Nederlanders die inzet als "terecht" kwalificeerde. Dat blijkt uit de veteranenmonitor 2012. Voor de missie naar Mali zullen deze cijfers niet anders uitpakken. Dan hebben wij het nog niet over de kosten die met zo'n missie gepaard gaan en het gevaar dat het oplevert voor de manschappen. Wat de PVV betreft, moet Nederland helemaal niet meedoen aan dergelijke missies. De minister moet eerst thuis, op haar portefeuille, orde op zaken stellen, zorgen voor rust in de tent en werken aan het vertrouwen.

Nadat de Prinsjesdagplannen door het begrotingsakkoord deels zijn teruggedraaid, heeft de Kamer wat betreft concrete bezuinigingen met een andere realiteit te maken dan enkele weken eerder. Voor sommige krijgsmachtonderdelen zijn de begrotingsafspraken gekomen als redding en zal het drastisch gekelderde vertrouwen in de minister misschien weer iets toenemen. Een van de plannen die nog niet van tafel is geveegd, is de sluiting van de Van Ghentkazerne in Rotterdam. De aanstaande sluiting van die kazerne heeft het bedrijfsleven in actie gebracht. Dat blijkt uit de brief die de Kamer van Koophandel Rotterdam op 28 oktober aan de Tweede Kamercommissie Defensie heeft gestuurd. Daarin wordt gesteld dat de aanwezigheid van mariniers niet alleen voor de maatschappij maar ook voor het lokale bedrijfsleven, voor de lokale omgeving, van waarde is.

Ik zal de twee punten in die brief even noemen. Op de eerste plaats is men van oordeel dat het snel kunnen opschakelen van civiel-publiek aanwezige middelen bij onverwachte incidenten zoals calamiteiten door middel van de inzet van goed getrainde militaire eenheden een aanvullende expertise en een aanvullend volume kunnen opleveren. Ten tweede is de record response van belang als onverhoopt kwetsbare installaties door bewust optreden van derde partijen zijn geschaad of extra beveiliging in verband met een verhoogde dreiging snel noodzakelijk is. Is de minister hierover in gesprek met het Rotterdamse bedrijfsleven en met regionale bestuurders? Ziet zij mogelijkheden om in samenwerking met het bedrijfsleven en de regionale overheden de paar miljoen die bespaard zouden worden door de sluiting van de Van Ghentkazerne op een andere manier beschikbaar te krijgen? Ik hoor graag de laatste stand van zaken op dit punt van de minister. Als de aanwezigheid van mariniers in Rotterdam ook voor het bedrijfsleven en de economie van grote waarde is, zoekt het kabinet dan met dat bedrijfsleven en die lokale bestuurders naar een haalbare oplossing of deelt de minister het standpunt van het bedrijfsleven dat verwoord is in deze brief helemaal niet? Ik hoor graag een reactie van de minister van Defensie en ik kijk ook met een schuin oog naar de minister van Economische Zaken, want die mag zich hierdoor natuurlijk ook aangesproken voelen.

Een van de maatregelen die de PVV uit de brief van de minister van 25 oktober heeft gehaald, is dat het joint support schip behouden kan blijven voor de Nederlandse marine. De minister gaat, zo geeft zij aan, onderzoek doen naar de mogelijkheden om het joint support schip samen met andere landen te gebruiken. Dit is toch wel een beetje een rare vertoning. Het land krijgt eerst te horen dat het schip van de hand moet worden gedaan en nauwelijks enkele weken later bedenkt de minister dat onderzoek naar behoud van het schip mogelijk is. Eerst kunnen we in de visie van het kabinet best onze defensie inrichten zonder dit schip en dan kan het weer behouden worden. Kon de minister niet enkele weken eerder bedenken dat een onderzoek naar de mogelijkheden van behoud van het schip wenselijk en mogelijk was? Waarom is geen onderzoek gedaan daarnaar voordat bekend werd gemaakt op Prinsjesdag dat het kabinet dat schip wilde afstoten? Is dat besluit zo overhaast genomen? Ik hoor hierop graag een reactie van de minister. Het wekt in elk geval niet de indruk dat het kabinet een heldere beleidsvisie heeft op nut en noodzaak van dit schip. Het dreigt de Fyra van de zee te worden.

Ik ben ook erg benieuwd naar de voorstellen waarmee de minister komt, niet alleen om toch nog iets van onze investering overeind te houden maar ook om te zien hoe dat wordt ingekleed wat betreft de zeggenschap van dat onder de Nederlandse vlag varende schip. Kan de minister de toezegging doen dat toekomstige samenwerking er niet toe zal leiden dat Nederland de zeggenschap over het joint support schip en de inzet daarvan kwijtraakt doordat we tot een soort gedeelde financiering komen? Wil de minister hier toezeggen dat als het schip behouden blijft voor de Koninklijke Marine door samenwerking met andere landen Nederland te allen tijde een rode kaart zal behouden wat betreft de inzet van het schip in gevechtsmissies? Ik hoor daarop graag een reactie van de minister.

De PVV is van mening dat naast de capaciteiten die nodig zijn om het Nederlands belang te beschermen, Nederland bijzondere capaciteiten dient te bezitten die van doorslaggevend belang kunnen zijn als onze belangen elders in de wereld worden bedreigd. Daartoe hebben we een goed functionerend Korps Mariniers en goede commandotroepen nodig. Om succesvol operationeel inzetbaar te zijn, moeten deze strijdtroepen uiteraard voorzien worden van voldoende middelen om te vechten en om ze elders op de wereld te kunnen brengen, te kunnen beschermen en weer veilig weg te halen. In plaats van focussen op een grootschalige missie zou de minister er goed aan doen om zich te focussen op deze gespecialiseerde eenheden.

Een van de andere nichecapaciteiten waarover Nederland beschikt, zijn de Patriotrakketten. Het is geen geheim dat de PVV de Patriotmissie graag per direct ziet vertrekken uit Turkije zodat onze mensen en middelen niet meer ten dienst staan van sultan Erdogan. De militaire vakbond ACOM heeft al aangegeven niets te zien in een verlenging van de Patriotmissie en verzet zich daartegen. Uitzendbescherming kan niet meer worden gegarandeerd, zo meldt de vakbond.

Dan kom ik op het belangrijke punt van de Joint Strike Fighter. De nota In het belang van Nederland en de eerder in de Kamer behandelde internationale veiligheidsstrategie hebben zeker één ding gemeen: zij zijn beide inhoudelijk zodanig in elkaar geknutseld dat de JSF de enige logische opvolger lijkt te zijn van de F-16. Het in stand houden van de ambitie om een breed inzetbare krijgsmacht te hebben zodat Nederland in het hoogste geweldspectrum de deur kan intrappen in een of ander ver oord is daarvan een uitstekend voorbeeld. Dat de Joint Strike Fighter juist daartoe dient, heeft de Defensiecommissie die hier nu aan tafel zit tijdens haar recente werkbezoek aan Washington andermaal mogen vernemen. Dit kabinet wil graag de potentiële bondgenoot van Washington zijn bij dat soort missies. Dat doet het met ten hoogste vier Joint Strike Fighters. De Rekenkamer heeft de haalbaarheid daarvan betwijfeld, maar goed, dat laat ik dan maar even in het midden. Wat is de toegevoegde waarde van die vier Nederlandse Joint Strike Fighters op het moment dat we onder de vleugels van Washington of een andere grote mogendheid besluiten om ergens de deur in te trappen. Wat is dan de toegevoegde waarde van die vier Nederlandse straaljagers? Zijn die nodig, gaat het anders niet door? Het lijkt me niet. Het lijkt me dat Washington dan toch wel doorgaat, dus het is gewoon een soort goodwill kopen wat hier plaatsvindt: goodwill kopen, aanschaffen van de Joint Strike Fighters, bereidheid tonen om mee te doen aan dat soort acties; dat is wat er gebeurt. Mijn fractie is daar niet van gediend.

Dit kabinet gaat er totaal aan voorbij dat wij geen geld hebben voor dat soort missies. Evenmin hebben wij daarvoor de middelen, want wat kun je met vier Joint Strike Fighters? Onze belangen zijn er ook gewoon niet bij gebaat. De komst van de JSF kan niet anders dan een gigantisch fiasco worden. Sinds Nederland meedoet aan de ontwikkeling van dit toestel zijn de kosten in tegenstelling tot het totale Defensiebudget geëxplodeerd. Dat we straks de beschikking hebben over slechts, ten hoogste, 37 JSF-toestellen is allerminst zeker. Grote materiële projecten blijken altijd duurder uit te vallen en Lockheed Martin kan ons niets beloven over de stukprijs. Dat magere aantal van 37 is dan ook allerminst zeker. Kan Nederland zich niet sterk maken, zo vraag ik de minister, voor garanties met betrekking tot de kostprijs? Of blijven we Lockheed Martin een blanco cheque geven?

Typerend en nog schandelijker aan het hele JSF-project, naast die geëxplodeerde kostenproblematiek, is misschien nog wel het ontbreken van een politiek mandaat. Feitelijk is dat er wel omdat de PvdA weer eens is gedraaid, maar iedereen weet dat alleen de VVD ideologisch achter de JSF staat. Menig VVD-hart gaat sneller kloppen van het aanschaffen van dit VVD-speeltje. Ik heb het net al even gehad over het joint support schip als VVD-speeltje van het toenmalige Kamerlid. Dat hele verhaal lijkt zich nu te herhalen. De Partij van de Arbeid lijkt in het JSF-debat wel het hulpje van de VVD-Sinterklaas. De Partij van de Arbeid kan dan ook wel gezien worden als de "kameleonpiet": je weet nooit in welke kleur je hem aantreft, maar je weet wel dat als het erop aankomt, hij de Sint -- de VVD in dit geval -- zal helpen bij het uitdelen van de cadeautjes. Alleen is de Joint Strikt Fighter een cadeautje waarop Nederland niet zit te wachten. Bovendien wordt de JSF gefinancierd met geld dat beter gestoken kan worden in andere zaken, zoals onze binnenlandse veiligheid en lastenverlichting voor de burgers.

Dan ga ik nu even een punt aan de orde stellen dat nog niet aan de orde is geweest vanochtend: de verkoop van onze F-16's aan Jordanië. Wat de PVV betreft, is de verkoop van welk wapentuig dan ook aan islamitische landen een existentiële bedreiging van de wereldvrede en van de vrije wereld die wij graag zien. Ik maak graag van de gelegenheid gebruik om op te merken dat mijn fractie dat hele plan niet zal steunen.

Defensie kampt al jaren met een teruglopende begroting. Al sinds de val van de muur wordt er bezuinigd op Defensie. Het zou natuurlijk niet eerlijk, niet fair, zijn om de schuld daarvan deze minister van Defensie in de schoenen te schuiven. Het ontbreken van het vertrouwen bij Defensiepersoneel in de leiding is echter wel grotendeels aan deze Defensieminister te wijten. De kloof tussen de ambities van de minister en van het kabinet en de financiële mogelijkheden is een kloof die de afbraak van dat vertrouwen bevordert. De minister en het kabinet hadden die kloof kunnen bijstellen en dichten door het bijstellen van de ambities. Dat is echter niet gebeurd. Het kabinet gaat met deze minister van Defensie voorop over tot de aanschaf van de JSF. De komst van dit jachtvliegtuig is straks het gevolg van onrealistisch en misplaatst beleid van dit kabinet. Defensie moet alleen de manifeste en directe Nederlandse en bondgenootschappelijke veiligheidsbelangen dienen.

De PVV vindt het onbegrijpelijk en onverantwoord dat het kabinet heeft besloten tot de aanschaf van de JSF. Nederland moet helemaal niet willen meedoen aan het intrappen van de deuren in landen waar men beschikt over zware luchtverdedigingsmiddelen en waar onze belangen vaag zijn of zelfs ontbreken. De tijd van geld verspillende bezettingsmissies moeten wij achter ons laten. De ambitie moet worden bijgesteld en het wederzijds vertrouwen tussen het Defensiepersoneel en de leiding moet worden hersteld. Dat moeten de prioriteiten zijn, niet de JSF of bezettingsmissies in de woestijn van Verweggistan. Dank u wel.