Skip to main content

Begroting VWS 2020

Mensen?
Wie de zorgbegroting leest, zou de indruk kunnen krijgen dat de bewindspersonen hun zaakjes goed op orde hebben. De bewindspersonen schrijven dat ze werken aan toegankelijke en betaalbare zorg die merkbaar beter wordt voor mensen. Mensen moeten zelf de regie in handen krijgen. Ze willen bereiken dat de zorg aansluit bij wat mensen echt nodig hebben. Zorg waarin de mens centraal staat.
Mensen. Inderdaad, daar zou de zorg over moeten gaan, maar zo vaak gaat het niet meer over mensen. Het gaat alleen nog maar over systemen. Hier in dit huis, maar ook in de praktijk, iedereen dreunt de systemen op. Alsof er een knopje op de schouder is geplaatst en iedere keer als erop gedrukt wordt, rolt het juiste systeemantwoord eruit.

Je zou denken dat je dan een geolied zorgsysteem zou hebben.

• Maar heb je een geolied systeem als je drie ziekenhuizen en een huisartsenpost af moet met een meisje dat in de supermarkt een pallet op haar hand kreeg?
• Heb je een geolied systeem als ambulancepersoneel op de vluchtstrook moeten op een plekje in een ziekenhuis voor de patiënt die in hun handen voor zijn leven vecht?
• Heb je een geolied systeem als de bouwvakker die een dag eerder nog op de spoedeisende hulppost werd gehecht, met zijn complicaties weggestuurd wordt naar de huisartsenpost?
• Heb je een geolied systeem als je bevallen moet en met weeën op de trein wordt gezet omdat de afdeling acute verloskunde gesloten is en je minstens een uur moet reizen naar een ander ziekenhuis?
• Heb je een geolied systeem als je niet meer welkom bent bij het ziekenhuis om de hoek vanwege een budgetafspraak tussen het ziekenhuis en je zorgverzekeraar?
• Heb je een geolied systeem als er een totale pillenchaos heerst omdat medicijnen plotseling niet meer leverbaar zijn?
• Heb je een geolied systeem als je 36 verpleeghuizen moet afbellen voor één patiënt?
• Heb je een geolied systeem als je 100 dagen in het ziekenhuis ligt, omdat je nergens anders heen kunt?
• Heb je een geolied systeem als je als echtpaar na een huwelijk van 70 jaar van elkaar gescheiden wordt?

Mensen worden dikwijls niet meer geholpen. Ze reizen van-hot-naar-her en worden van-het-kastje-naar-de-muur gestuurd vanwege “het systeem”. Ze zijn geen onderdeel meer van het systeem, ze zijn er het slachtoffer van.

Bewindspersonen hebben ook zo’n knopje op hun schouder. Bij elke vraag, bij elke interruptie, rolt er een geprepareerd systeemantwoord uit. Als je doorvraagt naar de mensen achter de systemen kom je bedrogen uit.

Onlangs nog bijvoorbeeld toen bleek dat op het eiland Voorne-Putten de aanrijtijden voor ambulances structureel de wettelijke normen niet halen en er daardoor onverantwoorde risico’s worden genomen.

Ik vroeg minister Bruins wat dit nu voor zijn systeemverantwoordelijkheid betekent, wanneer de wettelijke normen wel weer gehaald gaan worden en wat de consequenties zijn wanneer dat niet lukt. Hij dreunde herhaaldelijk hetzelfde systeemantwoord op, maar nam geen verantwoordelijkheid.

Niet voor de mensen die vechten voor hun leven in ambulances, niet voor de ambulancebroeders die steeds minder spoedeisende hulpposten hebben waar ze hun patiënten naartoe kunnen brengen. Hij deed het gewoon niet.

Iedereen weet hoe het systeem werkt, iedereen heeft zo’n knop met daaronder alle systeemantwoorden, maar niemand wil zien dat het systeem zo vaak niet werkt.

Toen ik hier afgelopen week met mijn partner over sprak, wees hij me op “De puinhopen van acht jaar paars” van Pim Fortuyn. Fortuyn had destijds de zorg niet treffender kunnen beschrijven, ik citeer: ‘Zo zit de politieke cultuur in dit land in elkaar, nooit is iemand verantwoordelijk, laat staan dat hij de verantwoordelijkheid op zich neemt, ook niet als hij geplaatst is in de eerstverantwoordelijke positie’.

Fortuyn zag het Poldermodel als de veroorzaker van al dit leed. Omdat er zoveel werd gepraat totdat iedereen het min of meer met elkaar eens was en verantwoordelijkheden waren verdampt. Fortuyn schreef: ‘Daarna hebben we het “met z’n allen” gedaan en is niemand meer aan te spreken op de resultaten daarvan en dus ook niet op falend beleid’.

Dit is precies wat onze bewindspersonen doen. Alles is “samen” maar het gaat niet over ons allemaal. Het gaat altijd alleen om de politiek-bestuurlijke elites, de mensen uit de eigen kring. De vertegenwoordigers uit de Buitenparlementaire Netwerken. De mensen die het betreft worden niet betrokken. Er wordt altijd over hun gesproken. Er wordt over hun hoofden beslist.

De ministers zijn er zo trots op dat zoveel beleid tot stand komt sámen met vertegenwoordigende organisaties. In de eerste 33 pagina’s van de begroting komt het woord “samen” zo’n 60 keer voor. Hoe pijnlijk mis dit negeren van de mensen om wie het daadwerkelijk zou moeten gaan, gaat, zagen we afgelopen tijd bijvoorbeeld met de blunder van V&VN inzake de wet BIGII.

Of met het Preventieakkoord. Iedereen met de juiste boven-ons-gestelde mening kreeg een plek aan een overlegtafel, de mensen over wie het gaat, rokers, drinkers en mensen die te veel van lekker eten houden, niet. Het is over hen, zonder hen.

Het is triest te moeten constateren dat dit probleem anno nu nog even groot is als toen Pim Fortuyn het zoveel jaar geleden identificeerde.

Wanneer komt de menselijke maat terug in de zorg? Te beginnen bij de eerstverantwoordelijken op het ministerie?

Zorgkosten
Na jaren van hysterische ramingen en de desastreuze gevolgen die dat had, geven de bewindspersonen toe dat de zorgkosten de afgelopen jaren minder hard stegen dan verwacht, zelfs minder dan de economische groei.

Hoe faliekant mis die ramingen zaten, laten ze weg. De voorspelling was dat de zorgkosten tussen 2012-2017 met 4,4% per jaar zouden groeien, het werd 0,5% per jaar. Een krankzinnig groot verschil. Door al die hysterie kwam afbraak op de eerste plaats te staan, terwijl er feitelijk geen enkele reden toe was.

De hysterie wordt evenwel onverkort vastgehouden. Ook in deze begroting doemt het “als-we-niks-doen-dan”-dogma weer op. Het is een vals mantra, want feitelijk doet iedereen wel iets. Klink, Bussemaker, Schippers, Veldhuizen-Van Zanten, Van Rijn, Bruins en De Jonge. Allemaal deden ze iets. Allemaal doen ze iets.

Dit soort dogma’s zijn alleen maar bedoeld om de boel op te stoken, om zorghaat aan te wakkeren, om de neuzen dezelfde kant uit te krijgen, om de publieke opinie te vergiftigen, om nog meer zorg af te breken. Maar ook hier zijn het alleen de politiek-bestuurlijke elites die dat willen. Het Sociaal en Cultureel Planbureau vroeg het recent gewone mensen nog eens: Driekwart van de mensen vindt dat de overheid (veel) meer geld zou moeten uitgeven aan het verbeteren van de zorg. Maar deze mensen worden niet gehoord.

Die standaardzinnen slaan ook nergens op. Bijvoorbeeld het mantra dat als we niks doen dat we dan in 2040 twee keer zoveel geld uitgeven aan zorg. Niet alleen betoogde ik al dat achtereenvolgende bewindspersonen allemaal wel iets doen, de context wordt ook volledig weggelaten. De context van het bbp.

Immers, als ons bbp in 2040 ook twee keer zo groot is, is er helemaal niks aan de hand. Feit is dat we geen glazen bol hebben en voorspellingen moeilijk te maken zijn. De betaalbaarheid van zorg op langere termijn is afhankelijk van zo veel zaken. Van de groei van het bbp, van de keuzes die we op de Rijksbegroting maken, van innovaties, van ziektes die we onder controle krijgen danwel weten te genezen.

De betaalbaarheid valt of staat met het behouden, koesteren, bijschaven en perfectioneren van de systemen die we hebben. Het domste wat je kunt doen is ze in paniek overboord gooien.

Buiten de zorg ligt overigens de echte winst. Kiezen partijen voor de zorg of kiezen ze voor miljarden voor klimaat, massa-immigratie, ontwikkelingshulp en EU-afdrachten? Kiezen ze voor dat laatst dan weet je zeker dat er uiteindelijk te weinig geld overblijft voor zorg.

Organiseerbaarheid

Kennelijk hebben ze het bijltje erbij neergegooid en komen er de komende tijd nog een heleboel afbraakwetten naar de Kamer, want de dramaqueens creëren het volgende grote zorgprobleem: de organiseerbaarheid.

Ze schrijven dat tegenover de groeiende zorgvraag het aantal potentiële mantelzorgers afneemt en dat daarenboven de totale beroepsbevolking krimpt. Nu werkt één op de zeven mensen in de zorg, in 2040 zou dat één op de vier moeten zijn.

Ze concluderen hier terecht dat een dergelijk beroep op de arbeidsmarkt volstrekt onrealistisch is, maar waarom blijven ze dit flagrant idiote dogma maar herhalen? Waarom gaan ze niet gewoon aan de slag? Waarom nemen ze niet hun verantwoordelijkheid? Waarom blijven ze die afschuiven? Waarom schrijven ze over leiderschap, als ze die helemaal niet pakken?

Drie voorstellen. Tijdens het verantwoordingsdebat, bleek dat het aantal medewerkers met patiëntencontact in onze academische ziekenhuizen nog maar minder dan de helft is. Ook gewone ziekenhuizen gaan daar gebukt onder. Naast het ziekenhuis staat een even groot gebouw met alleen maar administratief medewerkers. Als je dát de komende decennia nou eens aanpakt, heb je al een deel van de medewerkers die je extra nodig hebt te pakken, terwijl ze notabene nu al op de loonlijst staan.

Ten tweede. We hebben de brief gekregen over mijn voorstel voor het samenvoegen van de tarieven in de verpleeghuizen tot één tarief. Ik had de minister nog zo gevraagd om niet alleen mensen uit te zoeken die een hekel aan mij hebben, maar dat is dus kennelijk niet gelukt.

Als je de tarieven samenvoegt tot één tarief, dan scheelt dat dus een derde van de indicaties. Voor die instellingen die nu nog een gemiddeld hogere mix hebben, hanteer je gewoon een overgangsregeling. Zo regel je dat.

Creëer geen drama’s als het je oprecht gaat om het terugdringen van administratie waar medewerkers zoveel tijd aan kwijt zijn. Je moet niet alleen wat laaghangend fruit plukken, je moet ál het fruit plukken. Deze mensen staan ook al op de loonlijst, speel hun handen vrij.

Mijn derde voorstel. De gemiddelde overhead in instellingen voor langdurige zorg is gestegen van 13% naar ruim 16%. De best presterende zitten tussen de 5-7%. Als we ze allemaal naar de 7% kunnen krijgen, gaat het hier inmiddels niet meer om 30.000 medewerkers die met behoud van salaris weer een uitvoerende taak kunnen vervullen, maar zelfs 50.000. Ook deze mensen staan al op de loonlijst, dus waar wacht de minister op?

De voortdurende weerzin tegen dit soort voorstellen is niet alleen spijtig, het wordt ook vervelend. Hou alstublieft op met het creëren van dramaverhalen als u niet bereid bent verantwoordelijkheid te nemen en alleen maar kinderachtig plannen van de oppositie afschiet. We zien het ook aan dat hippe actieplannetje “(Ont)regel de Zorg”. De regeldruk neemt alleen maar toe. 35% van de tijd zijn medewerkers in de langdurige zorg bezig met administratie.

Ik heb nog een vierde voorstel. Wij zouden graag een toezegging willen van de minister dat hij gaat uitzoeken wat een voltijdbonus zou kosten, wat het zou opleveren en hoe we dat kunnen bewerkstelligen. We weten dat de deeltijdfactor in de zorg 0,6 is en dat we voor dat grote probleem van die organiseerbaarheid iedereen nodig hebben en zoveel mogelijk mensen voltijd. Het gaat om een vrijwillige regeling. Wij denken eraan op iedereen die in de zorg voltijd werkt, per voltijd gewerkt kwartaal een bonus van 5% uit te keren. We horen graag of de minister bereid is deze toezegging te doen. Immers, ook al deze mensen staan al op de loonlijst.

Ouderenzorg

De bewindspersonen hebben een heel andere oplossing voor de organiseerbaarheid. Dat is afbraak en wordt ons verkocht onder de klinkende titel “De Juiste Zorg Op de Juiste Plek”.

We lezen in de begroting dat de bewindspersonen in de praktijk zien dat de samenwerking tussen de domeinen van de Zorgverzekeringswet, Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning en Wet langdurige zorg, te wensen overlaat, waardoor mensen in de knel komen en professionals onbedoeld langs elkaar heen werken.

Hoewel dit de juiste analyse is, zien we dat er sinds 2007 een tegengesteld beleid is gevoerd. De ouderenzorg was immers toen nog in één hand georganiseerd, maar de AWBZ moest kapot. Huishoudelijke hulp moest naar de gemeenten, wijkverpleging en wijkziekenverzorging naar de zorgverzekeringswet en de verzorgingshuizen moesten dicht.

Daarom is het ook zo een zooitje. Daarom zoekt iedereen zo naarstig naar “iets-tussen-thuis-en-verpleeghuis”. Daarom windt minister De Jonge zich zo op over al die verschillende autootjes van al die verschillende aanbieders bij al die seniorenflats. Zijn eigen CDA heeft het veroorzaakt. Ons kwetsbare systeem van ouderenzorg moest kapot.

Huishoudelijke hulp

Het macrobudget voor de huishoudelijke hulp werd in 2015 gehalveerd, maar omdat het budget alweer oploopt, moet de huishoudelijke hulp nog verder kapot. Minister De Jonge komt met een wetswijziging dat het criterium “schoon huis” gaat introduceren. Er is niks zo arbitrair als het begrip schoon huis. Daar vinden we echt allemaal iets anders van, maar in blinde zorghaat zijn zelfs de meest knotsgekke dingen mogelijk.

Verzorgingshuizen

De verzorgingshuizen zijn vernietigd onder het dogma dat niemand daar toch meer wilde wonen. Nu worden ze vreselijk gemist. De huidige situatie is zo acuut en nijpend geworden. Het is zoals mevrouw Schuringa onlangs in De Gelderlander zei: ‘We komen nu soms in aanraking met mensen die zo ontredderd zijn, dat zagen we niet eerder. Ze leefden op het laatst als een zwerver in hun eigen huis: uitgedroogd, vermagerd, vervuild, compleet in de war’.

De situatie is zo ernstig dat tot 13% van de zogeheten E33-meldingen bij de politie personen over met verward gedrag gaat over mensen met dementie. Mensen voor wie tot amper vijf jaar geleden naar een plekje in een verzorgingshuis gezocht kon worden als ze voor de tweede keer naakt van de straat zouden zijn geplukt.

Het “Langer Thuis” bleek een vals dogma van een elkaar na kakelende politiek-bestuurlijke elite te zijn. Het had niks te maken met de mensen om wie het ging. Zij bleven ontredderd achter.

En hoewel iedereen nu staat te janken bij de afgebroken fundamenten waar ooit onze verzorgingshuizen op stonden, weten we dat deze kapot zijn om nooit meer terug te komen.

Doet minister De Jonge iets aan dit grote sociaalmaatschappelijke probleem? Nee. De problemen die minister De Jonge aan zijn fiets heeft hangen zijn in de tussentijd vele malen groter geworden.

Verpleeghuizen

Nu al staan er bijna 18.000 mensen op een wachtlijst voor een plek in het verpleeghuis. Dit zijn zeer zware patiënten. Zij hebben 24-uur per dag toezicht én verpleging nodig. Maar voor hen is er nu al geen plek. Elke maand komen er zo’n 500 wachtenden bij.

Daarnaast heeft De Jonge nog eens 100.000 extra verpleeghuisplekken voor zware dementiepatiënten nodig in 2040. Waar komen die plekken? Niemand die het weet. Heeft hij een plan? Nee, hij heeft alleen een hoop papier. Het is inhoudsloos geleuter: de gemeentes dit, de regio’s dat, de minister van BZK zus, de instellingen zo.

En dan schrijft hij in de begroting over leiderschap. Dat leiderschap nodig is om tot een andere organisatie te komen.

Serieus?

Voor een minister is er niets zo concreet uitvoerbaars als het bouwen van gebouwen. Dat is planning. Daar is een overheid voor. Maar nee hoor. Concreet is er niks. Geen plan.

Dat legt het grootste pijnpunt bloot: de ministers zijn verslonden door hun eigen systemen. De verantwoordelijkheid ligt altijd ergens anders.

Systeemverantwoordelijkheid betekent niks anders meer dan altijd maar de schuld afschuiven in het systeem. De systemen bezwijken, medewerkers zijn tot robots gemaakt en patiënten zijn de dupe. En beste collega’s, dit is wat we constateren twee decennia voor het einde van de grote piek van de vergrijzing.

Personeel

De meest stuitende leugen als het om onze verpleeghuizen gaat, is die van voldoende personeel. De tekorten zijn groot. Zo’n 2 miljard euro was er nodig voor “liefdevolle” zorg. Vrij vertaald moest het “kwaliteitskader” voor zo ongeveer 2 medewerker op 8 personen tijdens piektijden gaan zorgen.

Inmiddels groeit het aantal verpleeghuisbewoners harder dan het vrijgemaakte extra budget en wordt het tekort uitgesmeerd over alle bewoners. Dus nog voordat deze belofte is ingelost, wordt hij alweer overboord gezet. Het beloofde “kwaliteitskader” zal nooit worden bereikt. Zo gaat dat met verkiezingsbeloftes. In dit geval worden onze alleroudsten in hun allerlaatste reis naast de verkiezingsflyers bij het oud vuil gedumpt.

En De Jonge? Slaat hij met zijn vuist op tafel om zijn belofte waar te kunnen maken? De belofte van iedereen, van elke partij hier in dit huis? De belofte die we “samen” maakten? Nee hoor, hij stuurt een wetswijziging naar de kamer om de politiek weer het laatste woord te geven over het budget. Wat. Een. Leiderschap!

Eindelijk waren de verpleeghuisbewoners gered uit de politieke greep van golfbewegingen die het al dan niet beschikbaar stellen van voldoende middelen voor voldoende personeel afhankelijk maakte van politieke besluiten. Eindelijk was het een objectief vastgesteld kwaliteitskader wat daarover ging. Maar nee hoor, ook dat moet weer kapot.

De zeven treden van de ouderenzorg

De begrotingsbehandeling geeft ons elk jaar weer de gelegenheid om uiteen te zetten hoe wij de ouderenzorg willen regelen. Wij willen dat de zeven treden van de ouderenzorg weer in één hand geregeld zijn.

De eerste trede is de huishoudelijke hulp. Gemiddeld zijn onze ouderen 82,5 jaar als ze een beroep op ons gaan doen. Het huishouden doen gaat dan niet goed meer. Het is te veel, het is te zwaar en teveel dingen blijven liggen.

De tweede, derde en vierde trede betreffen de wijkverpleging, wijkziekenverzorging en begeleiding. Op een gegeven moment wordt het thuis wonen zwaarder. Wassen, aankleden, haren kammen, eten en drinken schiet erbij in en ze gaan een beroep te doen op verzorging. Weer later komen daar verpleegkundige handelingen bij en begeleiding van de dagelijkse administratieve beslommeringen als mensen beginnen te dementeren.

De vijfde en de zesde trede zijn de verzorgingshuizen en verpleeghuizen. Nadat een oudere al een paar jaar in een aanleunwoning een beroep heeft gedaan op huishoudelijke hulp, verzorging en verpleging, kan hij of zij gaan wonen in het naastgelegen verzorgingshuis als er meer verzorging en toezicht nodig is. Als iemand bedlegerig wordt kan men op de verpleegafdeling gaan wonen. Meestal in hetzelfde huis, in de eigen wijk. Echtparen kunnen zo ook bij elkaar blijven wonen. De beginnend dementerenden uit de buurt kunnen er naar de dagbesteding, kwieke ouderen vinden er zingeving als vrijwilliger, alleenstaande ouderen uit de buurt kunnen er een hapje mee-eten in het restaurant.

De zevende trede is de palliatief terminale zorg waarin alles draait om een waardig levenseinde.

Noem mij maar een dromer, maar we hadden dit kwetsbare systeem van ouderenzorg goed geregeld. Waarom? Als je de zorg eenvoudiger kunt organiseren, omdat er bijvoorbeeld veel minder verschillende gezichten over de vloer komen, beste minister De Jonge, en de overhead daardoor flink ingeperkt kan worden, wordt de zorg beter, beter te organiseren, goedkoper en zijn patiënten meer tevreden. Tot 2007 waren de zeven treden in één hand, de AWBZ, geregeld. Nu is alles versnipperd. Alles is kapot.

Curatieve zorg

Nu het systeem van ouderenzorg is afgebroken, is het systeem van ziekenhuiszorg aan de beurt.

De bewindspersonen schrijven dat ze willen dat er minder zorg tussen de muren van het ziekenhuis verleend wordt en meer dichterbij bij mensen thuis. De doelstelling van het kabinet is dat in 2030 (dus over 10 jaar al) zorg 50% vaker in de eigen leefomgeving plaatsvindt in plaats van in een instelling.

Dit valt niet te snappen. Als het aantal ouderen verdubbelt en hun zorgvraag ook, waarom breek je het systeem dan af? En waarom heb je het nodig om het beestje niet gewoon bij de naam te noemen? Waarom noem je dat “De Juiste Zorg op De Juiste Plek”? Waarom zeg je niet eerlijk dat je de handdoek maar in de ring gooit en ons zorgsysteem maar afbreekt omdat je denkt dat je er straks geen geld meer voor hebt?

De afgelopen vijf jaar sloten al vijftien spoedeisende hulpposten en afdelingen verloskunde. Het einde van deze afbraak is nog lang niet in zicht. Erger, door de 0% volumegroei in 2022 vallen meer, met name kleinere ziekenhuizen om. Waaronder ook het Bronovo.

Dat dit beleid een krankzinnige kapitaalvernietiging is, nogmaals in een tijd dat het aantal ouderen en hun zorgvraag nog gaat verdubbelen, valt niet te snappen. Dat de coalitiepartijen dit blijven steunen valt nog slechter te begrijpen. En dat het CDA zelfs een initiatiefnota over het belang van streekziekenhuizen schreef is ronduit idioot. Door hún steun voor de volumegroeibeperking vallen die streekziekenhuizen straks om!

Maar goed. Laten we eens concreet worden over dat “De Juiste Zorg op De Juiste Plek”. Stel je voor je bent die specialist die er eigenlijk wel lol in ziet om “voor zichzelf” te beginnen, leuk in de wijk. Je gaat precies dat doet wat het programma wil.

Je vindt een mooie locatie, je richt je eigen toko op, je loopt ’s ochtend met een kopje koffie in je hand en een krantje onder je arm naar je werk. Je voelt je even gelukkig. En dan. Eind-goed-al-goed? Nee zeker niet.

Het ziekenhuis waar je de afgelopen veertig jaar trouw hebt gewerkt werkt niet mee maar tegen, je patiënten krijgen niet eens te horen waar je heen bent (misschien is hij wel overleden denken ze). Concurrentiebeding noemen ze dat. Je moet een advocaat inschakelen om los te komen van “het instituut”.

Je locatie wordt door de inspectie als een miniziekenhuis gezien, dus je wordt op 93 inspectievoorwaarden getoetst. Dat lukt. Je krijgt met zo’n 400 instellingen te maken van leveranciers tot fabrikanten tot verzekeraars tot weet ik wel niet wat.

De helft van je collega’s die de sprong ook wel wilden wagen, zijn nu al afgehaakt en staan alweer op de stoep bij het ziekenhuis om hun baan terug te vragen. Ze willen namelijk mensen repareren en niet ondernemertje spelen.

Maar goed, je houdt het vol. Lekker elke ochtend met je koffie en je krantje onder je arm naar jouw plekkie. Je krijgt 70% van de prijs van het ziekenhuis, want je bent immers geen ziekenhuis, maar ok. Dat valt te doen.

Vervolgens komen de verzekeraars de boel verzieken. De één kort je nog eens 40% extra, de ander 50%. Zomaar. Ze betalen de rekeningen maar half, maar jij moet wel je leveranciers volledig betalen. En de huur. En je personeel. En je licenties.

Samen met je collega’s voer je rechtszaak op rechtszaak, tot aan de hoge raad. Die oordeelt in het voordeel van jullie specialisten. Betalen de verzekeraars de rekening van de 3 miljard euro die inmiddels open staat? Nee. Ze stappen naar minister Bruins voor een wetswijziging.

En Bruins? Stopt hij deze krankzinnige ondermijning van zijn “De Juiste Zorg Op de Juiste Plek”? Welnee. Leiderschap is wat deze bewindspersonen alleen kunnen spellen als ze het woord opschrijven in hun begroting.

Wat er daadwerkelijk gebeurt? Dit programma wordt een regelrecht fiasco. Over een aantal jaren staan we hier bij de scherven van dat wat ooit onze ziekenhuiszorg was. U allen staat dan te janken. Net zoals u dat doet bij de verzorgingshuizen. De dader ligt dan op het kerkhof. De patiënt is de pineut. Onze alleroudsten zijn het kind van de rekening.

Wie is straks verantwoordelijk? Wie voelt zich verantwoordelijk? Wie neemt verantwoordelijkheid?

Volgens ons zou het systeem er als volgt uit moeten zien. De huisarts verwijst de patiënt naar het streekziekenhuis. Dit is een volwaardig ziekenhuis inclusief poli’s, beddenhuis, operatiekamers, spoedeisendehulppost en een afdeling acute verloskunde. Er is een directe lijn tussen specialist en huisarts. Bij complexe zorg stuurt de specialist de patiënt door naar een gespecialiseerd ziekenhuis. De specialisten uit het streekziekenhuis staan in nauw contact met die van het gespecialiseerde ziekenhuis ter voorbereiding op het moment dat zij de zorg weer overnemen.

Voorbeeld: Een patiënt van in de vijftig krijgt hartklachten en staat hiervoor geruime tijd bij de cardioloog in het streekziekenhuis onder behandeling. Ergens in de zestig blijkt dat hij een openhartoperatie moet ondergaan. Hij wordt doorverwezen naar een hoogspecialistisch ziekenhuis waar ze deze operatie vaak uitvoeren en enkele dagen na de operatie wordt hij met de ambulance terug vervoerd naar het streekziekenhuis. De zorg is daar immers eenvoudiger van aard, zijn familie en vrienden kunnen hem gemakkelijker bezoeken en het hoogspecialistische ziekenhuis heeft weer een bed vrij voor de volgende patiënt die een openhartoperatie nodig heeft.

Voorbeeld 2: Patiënt meld zich met rugpijn op de spoedeisendehulp van het streekziekenhuis. Patiënt blijkt acuut aneurysma te hebben. Patiënt wordt met ambulance vervoerd naar hoogspecialistisch ziekenhuis en binnen twee uur geopereerd. Enkele dagen later wordt de patiënt weer terug vervoerd naar het streekziekenhuis.

Voorbeeld 3: patiënt meldt zich op de spoedeisendehulp bij het streekziekenhuis met duizelingen. Blijkt gevaarlijk laag hemoglobinegehalte te hebben. Dit is een veel voorkomende, levensbedreigende, maar goed op te lossen aandoening. Patiënt wordt opgenomen, krijgt een zakje bloed en de omeprazol wordt beter afgestemd. Na enkele dagen gaat de patiënt weer naar huis en heeft geen bed bezet gehouden in een gespecialiseerd ziekenhuis.

Simpel toch? Ja. Maar o zo kwetsbaar. Maak het niet kapot.  
Woord van dank
Voorzitter. Ik ga afronden. Misschien heeft de luisteraar mij niet specifiek horen spreken over gehandicaptenzorg, Fokus, GGZ, Sport, Jeugd, Oorlogsgetroffenen en al die andere zaken die onder mijn portefeuille vallen, de goede verstaander heeft gehoord dat mijn bespiegelingen van vandaag de hele zorg betreffen.

De zorg is mensenwerk. Ik dank elke zorgmedewerker vanuit de grond van mijn hart voor al het werk dat zij voor anderen doen. Voor al die keren dat ze hun vrije dag inleverden om toch voor hun mensen te gaan zorgen. Ik wens hen alle goeds en een forse loonsverhoging. Want dat zou me toch een goede reden voor oplopende zorgkosten zijn.