Skip to main content

Begroting VWS

Het is de grootst mogelijke eer om hier vandaag voor de veertiende keer vanaf deze plek namens onze kiezers onze bijdrage voor de zorgbegroting te mogen doen.

Uit mijn bijdrage spreekt grote urgentie. Ik heb een duidelijke boodschap voor het kabinet: u kunt het zich niet langer veroorloven onze voorstellen met simpele afwijzingen af te poeieren. De urgentie is te groot voor dergelijke arrogantie. Veel te groot.

Ik zal er wederom niet omheen draaien. De regering faalt op alle terreinen. Als het gaat om de medewerkers, de ziekenhuizen, de verpleeghuizen, de ouderenhuisvesting of de organisatie van de zorg. De regering faalt.

Onze zorg staat regelrecht op klappen. Het is aan het kabinet om dat op te lossen en te stoppen met het ophangen van loze praatjes voor de bühne. Stop met al die loze beloftes. Het kan zo niet langer. Als u het niet kunt, of niet wil, laat ons het dan doen. Wij zullen wél door roeien en ruiten gaan voor onze zorg.

Voorzitter,

Het afgelopen jaar heeft een ongekend dramatisch verloop gehad. Vanaf deze plek wil ik iedereen bedanken die zich heeft ingezet tijdens de coronapandemie. Alle verzorgers, verpleegkundigen, artsen, ondersteuners, laboranten, onderzoekers, wetenschappers, ambulancemedewerkers en iedereen die ik niet heb genoemd. Dankuwel.

En we zijn er nog lang niet. Zelfs al we corona eronder krijgen, heeft onze ziekenhuiszorg ongekend veel averij opgelopen. Ruim één miljoen mensen konden niet worden doorverwezen naar een specialist, terwijl dat wel nodig was.

Die gezondheidsschade is nog jaren niet te overzien. Er was een kwart minder verwijzingen naar een oncoloog. Sommige patiënten moesten zo lang wachten op een verwijzing naar een cardioloog, dat het niet meer hoefde. Zoveel pijnpatiënten worden sinds maart al helemaal niet meer geholpen.

Corona is ons overkomen, maar de paniek had nooit zo groot hoeven zijn, als onze ziekenhuiszorg de voorbije jaren niet zover was verschraald. De afgelopen 10 jaar verdwenen 16 spoedeisendehulpposten, 19 intensive cares en 5 ziekenhuizen. Er zat geen vlees meer op de botten. Er was geen buffer meer om een ramp op te vangen. Laat staan één van deze omvang.

De marktwerking toonde zijn lelijkste gezicht: onze complete voorraad beschermingsmiddelen werd op de vooravond van de eerste coronagolf verkocht aan China, omdat ze het eigendom van particulieren waren. Vervolgens moest VWS zich begeven op een internationale markt van schaarste, bedrog en woekerprijzen. Onze zorg had het nakijken. Velen van hen raakten besmet. Sommigen zijn overleden.

Wat mij het allermeeste zorgen baart, is dat de zittende partijen niets van de coronacrisis hebben geleerd. Er is geen schaamte. Geen spijt. En boven alles, geen verandering van beleid. De nul procent groei in 2022 voor de ziekenhuizen, is nog steeds staand beleid.

En dat terwijl de vergrijzing die in volle hevigheid losbarst, ervoor zorgt dat het aantal 75-plussers de komende 20 jaar verdubbelt en hun zorgvraag óók. Tegen die tijd lijdt meer dan een half miljoen Nederlanders aan dementie. Dementie maakt mensen heel erg zorgafhankelijk. En er is geen oplossing. Geen medicijn.

Er is straks een extreem tekort aan ziekenhuizen. Een extreem tekort aan verpleeghuizen. Een extreem tekort aan aangepaste woningen. En een extreem tekort aan zorgmedewerkers. En de regering? Die besluit de zorg dan maar af te breken. Want te duur. Die houding, gesteund door een meerderheid hier in de Kamer, is zó slecht. Zó verkeerd.

U bent er met z’n allen regelrecht verantwoordelijk voor dat onze zorg op klappen staat en u wilt gewoon dóór op de oude voet, onder het valse bedrog van leuk klinkende mantra’s zoals: “De Juiste Zorg op De juiste Plek” (p. 14-16 begroting).

Maar straks staan jullie te janken bij de scherven van dat wat nu nog onze ziekenhuiszorg is. Kapot. Weg. Niet meer nodig. Net als dat jullie staan te janken bij de scherven van dat wat ooit onze verzorgingshuizen waren. En tóch gaat u door.

Tóch. Ondanks dat corona pijnlijk blootlegde dat onze ziekenhuiszorg te veel was verschraald. Ondanks dat het nog zeker een jaar duurt voordat onze ziekenhuizen weer op het niveau van vóór corona draaien. Ondanks dat alles, gaat u gewoon dóór met de afbraak. En dat is lomp, bot, slecht en verkeerd. Hoe kan dit? Waarom geen spijt? Waarom geen berouw? Waarom geen ommekeer?

Overigens wacht ik nog steeds op de inhoudelijke reactie die voormalig minister Bruins toezegde op de uiteenzetting in mijn begrotingsbijdrage van vorig jaar, over de haast onmogelijke opgave waar een medisch specialist die daadwerkelijk een kliniekje in de wijk begint, voor komt te staan.

Ik had gedacht dat dat betoog op zich al genoeg was om dat hele idee van De Juiste Zorg op de Juiste Plek overboord te kieperen. Maar niet dus. Ze houden vol. Telkens weer. Kan ik die reactie nog krijgen, vraag ik?

Voorzitter,

Mijn hart huilt bij zoveel ergerlijke domheid, dat de meerderheid hier in dit huis, die de verzorgingshuizen sloot, nu staat te janken om de haast onoplosbare, duizelingwekkende opgave die er ligt als het gaat om onze ouderenhuisvesting.

“Je moet nooit je oude schoenen weggooien voor je nieuwe hebt”, zou mijn vader zeggen. Maar hier werd de hele inhoud van de schoenenkast weggegooid. Niet meer nodig. En nieuwe zijn er niet. En nee, ik ga geen schoenengrapje maken. Het is gewoon te erg.

Naast tienduizenden aangepaste huizen die nodig zijn voor ouderen die, al dan niet noodgedwongen, thuis moeten blijven wonen, moeten er binnen 20 jaar alleen al 164.000 nieuwe verpleeghuisplekken worden gebouwd.

Dus niet over 20 jaar, maar bínnen 20 jaar. Daarna is het niet meer nodig. Het gaat om plekken voor onze allerziekste, bedlegerige, alleroudsten. Sta daar eens bij stil, vraag ik mijn collega’s.

En de minister? Die heeft níéts gedaan. Erger, hij heeft de wachtlijsten voor de verpleeghuizen laten oplopen van 10.000 naar 20.000. Twintigduizend bedlegerige, doodzieke hoogbejaarden kunnen nu, op dit moment, niet terecht in een verpleeghuis, terwijl ze daar wel een indicatie voor hebben. Hij heeft na zestien actieplannen op tal van terreinen, nog geen idee van een plan voor deze immense opgave.

Nee, nu het niet gaat om een leuk fotomomentje, maar er écht moet worden geleverd, is er niks. We hebben daarom een minister voor ouderenhuisvesting nodig. Iemand van ons. Iemand die wél bereid is om door roeien en ruiten te gaan voor zoiets primairs als een dak boven het hoofd van honderdduizenden van onze alleroudsten.

Voorzitter,

We moeten ook door roeien en ruiten gaan voor onze medewerkers en als eerste voor hun salaris. Ja, de bijna anderhalf miljoen mensen die voor ons in de zorg werken kosten een kapitaal, maar dat zijn ze ook waard. Zorg is mensenwerk. Zorg is mensen wassen, aankleden, haren kammen, tanden poetsen, verschonen, medicijnen geven, wonden verzorgen, opereren, levens redden, hun afspraken en verblijf organiseren en zo veel meer. Dat is iets om trots op te zijn, om goed te belonen, en niet iets om krenterig op te zijn.

Wij willen een forse, structurele loonsverhoging. Wij willen dat zaken die knellen voor-eens-en-voor-altijd opgelost worden. Wij willen dat er een fatsoenlijk startsalaris komt. Wij willen dat een voltijd werkende zorgmedewerker economisch zelfstandig kan zijn. Dat soort dingen. Ik zeg, regel het. En als de minister dat niet kan, of niet wil, laat ons het dan doen.

Voorzitter,

Naast onze zorgen om de salarissen zijn personele tekorten funest voor de zorg. Vóór corona leidde ze er al toe dat iemand die bijna blind is en nog thuis woont tijdens de zomervakantie geen boodschappen meer bezorgd kreeg en dus niet te eten had.

Dat familieleden een stervende in de laatste dagen zelf thuis maar moesten verzorgen en verplegen, terwijl ze helemaal niet geschoold waren voor het doen van medisch voorbehouden handelingen.

Dat verpleeghuismedewerkers al te vaak geen tijd meer hadden om een bewoner even te helpen met eten, een praatje te maken of iemand te douchen, terwijl ze daar wel de behoefte aan hebben.

Dat de afgelopen 10 jaar 16 spoedeisendehulpposten en 19 intensive cares moesten sluiten, terwijl we helemaal niet zonder ze kunnen. Dat vóór corona al afdelingen en operatiekamers in ziekenhuizen moesten sluiten en operaties toen al niet door konden gaan door personeelstekorten. Dat de sluiting van huisartsenposten dreigt.

De keiharde belofte van minister De Jonge was dat het personeelstekort vóór 2022 teruggebracht zou zijn tot nul. Dat is een uiterst valse belofte gebleken. Het tekort wordt geraamd op 80.000 medewerkers.

Zijn belofte voor het oplossen van de tekorten in de verpleeghuizen was óók vals. Het tekort daar werd slechts ingelopen naar een tekort van zo’n 30.000 medewerkers.

Zoveel mensen zijn er tekort om te kunnen voldoen aan het minimum-van-het minimum, als het gaat om het kunnen leveren van kwaliteit in onze verpleeghuizen. Laat dat even op u inwerken. Vandaag, op dit moment, ligt het kunnen leveren van kwaliteit in onze verpleeghuizen, door structurele, personele onderbezetting, onder het minimum. En dat blijft zo.

Denkt u zich eens in wat continue overbelasting betekent voor al die medewerkers? We kunnen ze wel kanjers noemen, we kunnen wel voor ze klappen, maar als dit hun dagelijkse realiteit is, dat ze dag-in-dag-uit op hun tenen moeten lopen, dat ze volcontinu teveel ballen in de lucht moeten houden, dat ze ongewild moeten zien dat bewoners niet de zorg krijgen die ze verdienen, dan is het een schande hoe ze met valse beloftes zijn besodemieterd.

Met het constant herhalen van ergerlijke mantra’s wordt al helemaal niks opgelost. Hou op met dat stomme mantra dat daar waar nu één op zeven werkenden in de zorg werkt, dat straks één op vier moet zijn. Iedereen snapt dat een dergelijk beroep op de arbeidsmarkt volstrekt onrealistisch is.

Iedereens snapt dat het de regering, door dit mantra steeds maar te herhalen, alleen maar te doen is om hysterie aan te wakkeren. Want, de regering doet niks met al die goede ideeën die ze jaar-in-jaar-uit op een presenteerblaadje aangereikt krijgen. En ik zeg u nogmaals, dat kunt u zich helemaal niet veroorloven. U kunt niet langer roepen dat er een ramp op ons af komt, maar er vervolgens helemaal niets tegen doen.

Neem bijvoorbeeld ons voorstel voor een voltijdbonus. Eerst hoorden we er een jaar niets meer over en toen kwam er één lullig zinnetje in een brief. Het kon juridisch niet. En dan vraag ik de minister, bent u nou de wetgever of niet?

U kunt het zich niet langer veroorloven om dit soort goede ideeën lullig af te poeieren. U moet ze oppakken en uitvoeren. En als u het niet kunt, laat ons het dan doen. Het lijkt mij niet moeilijk hoor om vanuit uw stoel een wet naar de Kamer te sturen om dit te regelen. En weet u wat het mooie is? Alle medewerkers die door een voltijdbonus over de streep worden getrokken, staan al op de loonlijst!

Ergo, het staat in het verkiezingsprogramma van de partij van de minister! Dus wel een goed idee pikken, maar niet uitvoeren als ze op het pluche zitten? Datzelfde geldt voor een overheadnorm. Nu ze aan de knoppen zitten, doen ze er niks meer mee. Zo kennen we de VVD weer! En hoelang zit de VVD daar al? Van Ark, Bruins, Schippers, toen een keertje niet met Klink, daarvoor wel met Hoogervorst.

Ons overheadplan, dat we al sinds 2006 keer-op-keer presenteren, werd onlangs dus ook nog met één zinnetje afgepoeierd door de minister. Ze schreef dat organisaties dat zelf maar moeten bepalen. Het is toch niet te geloven dat ze zich ook hier zo gemakkelijk van af maakt?

Ons overheadplan zit als volgt in elkaar. De overhead in de langdurige zorg steeg naar gemiddeld 16% terwijl de best presterende instellingen op 5 tot 7% zitten. Als zij de norm worden (werkvloerbonus), kunnen zo’n 50.000 overheadmedewerkers, met behoud van salaris, weer een uitvoerende taak vervullen. Ditzelfde aantal gaat op voor de ziekenhuiszorg. Ook deze mensen staan al op de loonlijst! Kun je nagaan. Honderdduizend extra medewerkers op de werkvloer en het kabinet doet niks. Nogmaals, u kunt zich niet veroorloven om dit soort plannen af te poeieren.

Als derde. Het kan wel tot tweehonderdduizend extra medewerkers opleveren als we de deeltijdfactor weten op te hogen van 0,68% naar 0,8%. De minister poeierde ook dit voorstel af. Met een simpele zin schreef ze dat medewerkers zelf bepalen hoeveel uren ze maken. Ja, hèhè, natuurlijk is dat zo, maar het is de minister die de randvoorwaarden schept. En die zijn niet goed. Het is de minister die de financiële barrières in stand houdt, waardoor een groot deel van de medewerkers niet meer uren wíl maken.

Meer werken loont te vaak niet. Is dat niet ook een VVD-slogan dat werken moet lonen? Waarom doet ze er dan niets aan nu ze op de plek-der-plekken zit, vraag ik? Los dit op, zeg ik tegen de minister. Dat is uw werk! Ook deze mensen staan al op de loonlijst!

Als vierde grote kluit: de regels. De regeldruk is gestegen naar 35% van de tijd in de langdurige zorg. Om over de curatieve zorg maar te zwijgen. Ik een heel aantal ziekenhuizen werken meer mensen die geen patiëntencontacten hebben, dan wel. Er staan gebouwen naast ziekenhuizen, die nog groter zijn dan het ziekenhuis zelf, daarin werken allemaal mensen die nooit een patiënt zien.

Stápels met onderzoeken zijn er gedaan. Ook ons Experiment Regelarme Instellingen uit 2010-2012 (ERAI) leverde 680 meldingen over regels op en 26 instellingen gingen projectmatig regelarm werken. Vervolgens is er niks meer mee gedaan. Gewoon op de plank gezet. Want PVV. U kunt zich een dergelijke arrogantie niet langer veroorloven, zeg ik nog maar eens tegen de ministers.

Alle tijd die medewerkers verdoen achter een computer en niet kunnen besteden aan bewoners of patiënten, is verloren tijd. Hou op om als het gaat om regels alleen maar voor de bühne wat laaghangend fruit te plukken. Administratie moeten worden afgeschaft, gestandaardiseerd óf geautomatiseerd.

In de thuiszorg en verpleeghuizen kan prima gewerkt worden met één gemiddeld tarief. Weg met al die registraties, aanvragen en herindicaties. Ook deze voorstellen worden alleen maar afgepoeierd. Ik herhaal, dat kunt u zich helemaal niet veroorloven. Speel de handen vrij van al die mensen die nu al op de loonlijst staan, maar gebonden zijn in verantwoordingsdrift.

Nog een, misschien niet zo heel groot voorbeeld als het gaat om regels. Gisteren heeft u weer tegen mijn motie gestemd die ervoor moet zorgen dat mensen met een beperking voor het bovenregionale vervoer niet vijf keer meer per kilometer moeten betalen als ze hun kilometergrens overschrijden.

U kunt allemaal wel een vroom gezicht opzetten als het om gehandicaptenzorg gaat, en u kunt wel doen alsof u voor gelijkwaardigheid bent, maar als u dit soort eenvoudig uit te voeren voorstellen niet steunt, is het allemaal nep.

Waarom moet iemand met een beperking een hele administratie bijhouden over waar hij of zij wanneer heen is gegaan? Dat is toch een inbreuk op hun privacy? Mensen zonder beperking houden dit toch ook niet voor de overheid bij?

Kijk ook eens in de spiegel als u weer eens over de administratieve lasten begint, maar aan dit soort ergerlijke dingen niets doet. Nogmaals, niet alleen de bewindspersonen, alle fracties hier in dit huis kunnen het zich niet langer veroorloven dit soort goede ideeën van de oppositie af te poeieren.

En voor het geld hoeft u ook niet tegen te zijn. Maar een klein deel van de mensen wil meer reizen en als er niet meer geregistreerd hoeft te worden vervallen die kosten. Die kun je dus tegen elkaar wegstrepen.

Al deze voorbeelden, van een overheadplan, een voltijdbonus, een plan om de deeltijdfactor op te krikken en het rigoureus schrappen van regels, kunnen honderdduizenden extra medewerkers op de werkvloer opleveren. Mensen die hard nodig zijn. En het mooie is, ik herhaal het nog maar eens, ze staan al op de loonlijst. De ministers kunnen het zich, als eerstverantwoordelijken dus niet langer veroorloven deze voorstellen af te poeieren.

Natuurlijk zullen sommige zorgmedewerkers echt niet meer uren of voltijd willen werken. Dat snap ik. Maar uiteindelijk is het in het belang van elke individuele zorgmedewerker dat er genoeg collega’s zijn die dat wel willen. Het is van het grootste belang dat alle stoplichten op groen komen te staan, om dit te bereiken. Dáár gaat het om.

Ik zeg ook niet dat deze plannen ervoor zorgen dat het allemaal zomaar goed komt, maar ik weet wel dat als u deze plannen niet overneemt, als u ze blijft afpoeieren, dat u er dan zeker en beslist in zult falen om op tijd voor voldoende zorgmedewerkers te zorgen. De ramp is dan niet te overzien.

Ik wil niet dat zoveel zorgmedewerkers bezwijken onder de alsmaar aanzwellende werkdruk, terwijl de vergrijzing op ons af dendert en op geen enkele manier af te wenden is en wij hier er niks aan deden om dat op te lossen.

Voorzitter,

Dan kom ik bij de organisatie van de zorg. We hebben het al zo vaak gezegd, de AWBZ werd alleen maar opgeheven om qua zorguitgaven kunstmatig meer op de landen om ons heen te lijken. Wat u natuurlijk tegen die vermaledijde Europese Unie hadden moeten zeggen, is dat wij het veel beter hadden georganiseerd dan andere landen en dat als je alle zorgkosten bij elkaar optelt, wij met 10% bbp een prima middenmoter in Europa zijn en dat je bbp’s van landen natuurlijk al helemaal niet met elkaar kunt vergelijken.

Om een lang verhaal kort te maken, onze ouderenzorg moet weer in één wet geregeld worden. Onze alleroudsten komen gemiddeld voor het eerst in aanraking met de zorg als ze 82,5 jaar oud zijn. Eerst is huishoudelijke hulp nodig omdat ze zo slecht zijn gaan zien en slecht ter been geworden zijn. Dan is er hulp en begeleiding nodig van organisatorische dingen, omdat beginnende dementie roet in het eten gooit.

Verzorging en verpleging volgt, en dan een plekje in een verzorgingshuis. Als men bedlegerig is geworden volgt het verpleeghuis en op het laatste de palliatief terminale zorg. Deze zeven treden van onze ouderenzorg moeten weer in één wet geregeld worden en niet in de huidige vier waarin het is opgeknipt! Of verknipt. Met alle gezanik van dien.

We willen ook een aparte wet voor levensbrede en levenslange gehandicaptenzorg. Het moet over zijn met het getreiter dat voortkomt uit de continue verantwoording uit al die belangen vanuit verschillende wetten.

Voorzitter,

Onze ziekenhuiszorg mag niet op de schop. We willen dat streekziekenhuizen en gespecialiseerde ziekenhuizen de ruimte krijgen om nauw samen te werken en niet tegelijkertijd stiekem ook elkaars concurrenten zijn.

Volgens ons zou het systeem er als volgt uit moeten zien. De huisarts verwijst de patiënt naar het streekziekenhuis. Dit is een volwaardig ziekenhuis inclusief poli’s, beddenhuis, operatiekamers, spoedeisendehulppost en een afdeling acute verloskunde. Er is een directe lijn tussen specialist en huisarts. Bij complexe zorg stuurt de specialist de patiënt door naar een gespecialiseerd ziekenhuis. De specialisten uit het streekziekenhuis staan in nauw contact met die van het gespecialiseerde ziekenhuis ter voorbereiding op het moment dat zij de zorg weer overnemen.

Voorbeeld 1: Een patiënt van in de vijftig krijgt hartklachten en staat hiervoor geruime tijd bij de cardioloog in het streekziekenhuis onder behandeling. Op enig moment blijkt dat hij een openhartoperatie moet ondergaan. Hij wordt doorverwezen naar een hoogspecialistisch ziekenhuis waar ze deze operatie vaak uitvoeren (en er dus goed in zijn) en enkele dagen na de operatie wordt hij met de ambulance terug vervoerd naar het streekziekenhuis. De zorg is daar immers eenvoudiger van aard, zijn familie en vrienden kunnen hem gemakkelijker bezoeken en het hoogspecialistische ziekenhuis heeft weer een bed vrij voor de volgende patiënt die een openhartoperatie nodig heeft.

Voorbeeld 2: Een patiënt meldt zich met rugpijn op de spoedeisendehulp van het streekziekenhuis. Patiënt blijkt acuut aneurysma te hebben. Patiënt wordt met ambulance vervoerd naar hoogspecialistisch ziekenhuis en binnen twee uur geopereerd. Enkele dagen later wordt de patiënt weer terug vervoerd naar het streekziekenhuis.

Voorbeeld 3: Een patiënt meldt zich op de spoedeisendehulp bij het streekziekenhuis met duizelingen. Blijkt gevaarlijk laag hemoglobinegehalte te hebben. Dit is een veel voorkomende, levensbedreigende, maar goed op te lossen aandoening. Patiënt wordt opgenomen in het streekziekenhuis zelf, krijgt een zakje bloed en de omeprazol wordt beter afgestemd. Na enkele dagen gaat de patiënt weer naar huis en heeft geen bed bezet gehouden in een gespecialiseerd ziekenhuis.

 

Voorzitter,

Dan. Hoe om te gaan met een crisis van grote omvang? Om bij een volgende pandemie, ramp of terreuraanslag wel voorbereid te zijn, willen we apart van de reguliere ziekenhuiszorg een zorgcrisisreserve aanleggen. Als we de voorbije periode een crisisreserve hadden gehad van 2.000 IC-bedden, 5.000 reguliere bedden en 25.000 zorgreservisten en ondersteuners, was de reguliere ziekenhuiszorg niet afgeschaald geweest.

In dit plan komt de reguliere ziekenhuiszorg pas in beeld als de crisisreserve overloopt. Daarnaast moeten we beschermingsmiddelen en apparatuur in eigen beheer produceren en beheren, zodat ze door marktwerking niet zomaar verkocht kunnen worden aan het buitenland.

Ook dit plan werd afgepoeierd door de VVD-minister. Nogmaals, dat kunt u zich niet veroorloven. Wat als er weer een chinees een vleermuis in een wok gooit?

Ook dit idee wordt niet uitgevoerd als de VVD de minister levert, maar wel gepikt voor het eigen verkiezingsprogramma, ik citeer: “Dat betekent dat we bereid zijn extra te investeren in flexibele reservecapaciteit”.

Nogmaals, u het zich niet veroorloven goede ideeën van de oppositie af te poeieren en er niks mee te doen, maar ze vervolgens wel in te pikken voor het eigen verkiezingsprogramma!

Voorzitter,

Als het gaat om de zorgkosten, kunt u mijn uitgebreide bijdrage van vorige jaren teruglezen. De bottomline is dat het de verantwoordelijkheid van ons allemaal is, dat… de economie blijft groeien.

Lukt dat, dan zal de zorg zo rond de 10% bbp blijven schommelen. Lukt dat niet, maakt u naast de zorg óók de economie kapot, dan gaat de zorg onbeheersbaar groeien en dan gaat álles kapot. Ook de politie, het onderwijs en defensie. Hou dus op met janken en ga aan de bak.

Voorzitter,

Tenslotte. Tegen de bewindspersonen zeg ik: doe wat je moet doen. Herstel de problemen. Bereid je voor op wat komen gaat. Doe waar je voor aangenomen bent.

Zorg voor onze medewerkers.
Zorg ervoor dat onze ouderen straks ergens kunnen wonen.
Zorg voor onze ziekenhuizen.
Zorg voor een goede organisatie van onze zorg.
Zorg voor onze zorg.

Het is onze zorg!

Laat het monster van de vergrijzing verbleken door de glans van verzilvering.

Maak van onze kwetsbaarheid onze kracht.

En als jullie daar niet toe bereid zijn, stop er dan mee.

Laat ons het dan maar doen. Wij zijn wel bereid door roeien en ruiten te breken om onze zorg niet verloren te laten gaan.

Dat is onze belofte.