Skip to main content

Begroting VWS

"In mijn binnenzak zat een briefje met tien punten waarmee wij de onderhandelingen voor het gedoogakkoord in gingen: meer verpleegkundigen, meer bijscholing, meer rechten, meer en betere kwaliteitsnormen, een sterkere inspectie, minder overhead, minder regeldruk, meer buurtzorg, kleinere instellingen en meer maatregelen tegen oudermishandeling. Die punten hebben wij allemaal weten te realiseren. Ik wil onze partners daarvoor van harte bedanken."

Voorzitter. Ik feliciteer de kersverse bewindspersonen met hun benoeming. Ik wens hen alle succes bij de uitvoering van het gedoog- en regeerakkoord. Ik feliciteer ook mevrouw Kooiman met haar uitstekende maidenspeech, die zeer levendig was. Ik hoop op leuke debatten. Ik feliciteer ook Willie Dille. Ik ben er zeer trots op dat zowel Willie Dille als Karen Gerbrands mijn team zijn komen versterken na onze grote verkiezingszege.

Willie Dille heeft 25 jaar in de gehandicaptenzorg gewerkt. Zij heeft vier kinderen en vier pleegkinderen, en verzorgt in het weekend nog regelmatig drie gehandicapte kinderen. Karen Gerbrands heeft twintig jaar in de langdurige zorg gewerkt. Met deze twee vrouwen is ons team enorm uitgebouwd. Ik ben daar enorm blij mee.

Wij bespreken vandaag met een nieuwe regering een begroting die door de oude regering is opgesteld. Het zou een wat achterhaald debat worden als wij vandaag de kabinetsplannen zoals verwoord in het regeer- en gedoogakkoord, niet zouden betrekken bij deze beschouwingen. Wij zijn blij over wat wij samen met onze partners, de regeringspartijen, op het terrein van de ouderenzorg hebben bereikt.

Het CPB heeft berekend dat de regeringsplannen zorgen voor een netto-intensivering in de zorg van drie kwart mld. Dat is zelfs beter dan ons verkiezingsprogramma, want wij waren de enige partij die per saldo helemaal niets bezuinigde. Alle andere partijen gingen daar heel ver de min in.

Ook zullen de investeringen binnen het totale VWS-budget volgens het gedoogakkoord terechtkomen waar wij ze willen hebben: vooral bij de langdurige zorg. De kwaliteit van de langdurige zorg voor ouderen en gehandicapten was in de ogen van mijn partij de afgelopen periode onder leiding van staatssecretaris Bussemaker tot een voor een beschaafd land beschamend peil afgezakt, zeker als je zag waar de miljarden aan belastinggeld in dezelfde periode wel aan besteed of verkwist werden.

Wij krijgen structureel 892 mln. meer op de rijksbegroting door de zogeheten zorgzwaartepakketten kostendekkend te maken. Geld waarmee instellingen kunnen investeren in de kwaliteit van zorg, betere salarissen voor verpleegkundigen, meer verpleegkundigen, meer opleidingen en meer en betere hulpmiddelen. Geld waarmee wij die ellendige vierentwintiguursluiers kunnen afschaffen en waarmee wij landelijk kunnen gaan werken aan programma's tegen doorligwonden, uitdroging en ondervoeding. En bovenal veel meer extra handen aan het bed.

Onze strategie en nu ook de regeringsstrategie om de langdurige zorg op orde te brengen, bestaat niet alleen uit onmisbare extra budgetten, maar ook uit normatieve wetgeving en versterking van de inspectie, en uit een nieuwe zorginstellingenbeginselenwet.

In 2004 behaalde ik mijn masterdegree in de architectuur met een ontwerp voor een gevangenis. Een gevangenis is een 24-uursinstelling. Een deel van de gebruikers gebruikt zo’n gebouw dus niet uit vrije wil. Daarom bestaat er een Penitentiaire Beginselenwet. Zij hebben het recht om elke dag te luchten, elke dag te douchen. Toen ik vier jaar geleden hier woordvoerder werd op het gebied van langdurige zorg, kwam ik erachter dat mensen in verzorgings- en verpleeghuizen die rechten niet hebben. Onder de BOPZ kunnen mensen de afdeling niet af. Die mensen zijn in wezen ook opgesloten. En dan zijn er alleen maar normen voor verantwoorde zorg en niet die basale rechten. Wij zullen voor bewoners van zorginstellingen rechten vastleggen op het gebied van hun verzorging, leefomgeving en tijdsbesteding: het recht om dagelijks te douchen of gewassen te worden, het recht op goed eten met een gevarieerde menukeuze, het recht om regelmatig buiten te komen en uitstapjes te maken, het recht om de eigen kamer naar eigen wensen in te richten. Aan dit soort duidelijke en praktische zaken moet worden gedacht. Deze rechten zijn een garantie voor zelfbeschikking. Ze vergroten de mogelijkheden voor mensen in verpleeg- en verzorgingshuizen om hun leven naar eigen wens in te richten.

Een ander punt dat mij de afgelopen jaar heel erg aan het hart gegaan is, is ouderenmishandeling. Verpleegkundigen en kinderen van betrokkenen hebben voorbeelden gegeven van wat dierbaren en ouders meemaakten. Die voorbeelden hebben vaak tot buikpijn geleid. Om ouderenmishandeling te bestrijden hebben wij niet alleen geplande bezuinigingen teruggedraaid, maar gaan wij ook de regels aanscherpen. Er komt een verklaring omtrent gedrag voor medewerkers en verpleegkundigen. Er komt een meldpunt en een richtlijn voor ouderenmishandeling. Boven alles vind ik dat dit onderwerp uit de taboesfeer moet. Het is heel erg goed dat er heel veel aandacht is voor kindermishandeling -- daar moet veel aandacht voor zijn -- maar ouderenmishandeling mag niet het kind van de rekening worden.

De controles door de Inspectie voor de Gezondheidszorg zijn te veel een papieren proces. Dat moet veranderen. Ook daarvoor is extra geld vrijgemaakt. Er is meer geld voor meer capaciteit en een nieuwe werkwijze. Er komen veel meer onaangekondigde controles. Er worden mystery guests ingezet en er komt een individueel klachtrecht bij de inspectie. Ook dat vinden wij enorm belangrijk. Voor klachten over koude aardappeltjes moet je bij de zorginstelling zijn, maar voor structurele problemen, onheuse bejegening, mishandeling en zware mishandeling is er dat individuele klachtrecht bij de inspectie. Het komt voor en je moet individueel kunnen klagen.

Ook gaan wij de gekmakende papieren informatiestroom indammen. Er komt een proef met regelarme instellingen die in het proces voorop gaan lopen. Door de papieren verantwoording te verminderen, krijgen verpleegkundigen en artsen meer tijd om aan werkelijke zorg te besteden en kan op bureaucratie bespaard worden.

Ook komt er een overheadnorm voor de sector. Managers kunnen hun stropdassen, krijtstreeppakken en bureaus inruilen voor een witte jas en een werkplek aan de zijde van hun patiënten.

In mijn binnenzak zat een briefje met tien punten waarmee wij de onderhandelingen voor het gedoogakkoord in gingen: meer verpleegkundigen, meer bijscholing, meer rechten, meer en betere kwaliteitsnormen, een sterkere inspectie, minder overhead, minder regeldruk, meer buurtzorg, kleinere instellingen en meer maatregelen tegen oudermishandeling. Die punten hebben wij allemaal weten te realiseren. Ik wil onze partners daarvoor van harte bedanken.

De behoefte aan zorg en de zorgkosten stijgen. Daar staat tegenover dat we langer gezond blijven. We hoeven zorg ook niet als een schadelast te zien, omdat de kwaliteit van leven daardoor stijgt. De PVV-fractie hecht veel waarde aan de kwaliteit van leven en wil daarom vooral de kwaliteit van de zorg waarborgen. Voor de zorg voor onze ouderen hebben wij er daarom het maximale uitgehaald.

Voor de cure wordt het balanceren. We zijn blij dat de zo belangrijke eerstelijnszorg bij de besparingen wordt ontzien en dat wordt ingezet op betere basiszorg, dichter bij huis. We zijn eveneens heel blij dat er 24 mln. wordt uitgetrokken voor het terugdringen van de babysterfte.

Een van de speerpunten van de stuurgroep zwangerschap en geboorte, waarvoor wij in diverse debatten hebben gepleit, was de 24/7-beschikbaarheid en -bereikbaarheid van gynaecologen. Wij zien dit punt echter niet terug in de maatregelen die nu genomen worden om de babysterfte terug te dringen. Wij zouden de minister willen vragen om juist de 24/7-beschikbaarheid van gynaecologen te bewerkstelligen en wij vragen haar om een reactie daarop.

De rollator en de andere loophulpmiddelen willen wij graag in het basispakket houden. Er is algehele consensus over het feit dat hulpmiddelen zoals de rollator ouderen mobiel houden en valincidenten voorkomen. Wij willen de minister vragen om de loophulpmiddelen in het basispakket te houden. Dekking kan gevonden worden in de bijlage van het regeerakkoord onder "Intensiveringen, A, Zorg", bij "Taakstellend nader in te vullen" vanaf 2012: 20 mln.

Een paar cijfers ter onderbouwing: een op de drie thuiswonende ouderen valt minstens een keer per jaar. Het totale aantal valincidenten thuis en in een instelling bedraagt meer dan 1 miljoen. De Wereldgezondheidsorganisatie noemt letsel als gevolg van een valpartij de derde belangrijkste oorzaak voor ongezonde levensjaren bij ouderen. Vallen is de belangrijkste oorzaak van overlijden door een ongeval bij ouderen boven de 65 jaar. In Nederland breken ongeveer 15.000 ouderen hun heup als gevolg van een val. Hiervan overlijdt bijna een kwart binnen een jaar; nog eens een kwart blijft permanent invalide. De directe kosten van een valincident bedragen gemiddeld €3400. Daarom heel graag de rollator en de andere loophulpmiddelen blijvend in het basispakket.

Het kabinet zet in op taakherschikking. Het is een goede zaak om te inventariseren welke zorg het beste op welke plek gegeven kan worden en door wie. Uitstrijkjes kunnen bijvoorbeeld op de huisartsenpost gedaan worden door een verpleegkundige of door praktijkondersteuning in plaats van door een gynaecoloog in het ziekenhuis. Behalve dat dit de arts ontlast, wordt in de ketenzorg één tarief gehanteerd per behandeling. Door een specialist in het ziekenhuis zou dan een dbc worden geopend, waaraan het specialistentarief gekoppeld wordt, ongeacht wie de behandeling heeft uitgevoerd. Laat de NZH bij de taakherschikking dus voor alle eenvoudige verrichtingen een lager tarief hanteren. Kan de minister dit tot stand brengen, zodat de zorgpremie minder snel hoeft te stijgen?

Ik besluit mijn deelname door uw aller aandacht te vestigen op een enorme uitdaging waarvoor wij de komende jaren komen te staan: de zilveren tsunami komt op ons af. Een van de gevolgen van de dubbele vergrijzingsgolf -- de baby boom plus de toename van de levensverwachting -- zal zijn dat het aantal psychogeriatrische patiënten de komende decennia exponentieel zal toenemen. Een eenvoudige demografische projectie leert dat Alzheimer -- een ziekte waarbij de kans dat je die krijgt, elke vijf jaar dat je ouder wordt, verdubbeld -- epidemische proporties gaat aannemen. Nu al zijn naast het grote leed de totale sociaaleconomische kosten die deze ziekte met zich meebrengt, gigantisch. Naarmate nieuwe studies meer factoren meerekenen, zoals het verlies van beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt van mantelzorgers, blijken de kosten hoger dan eerder gedacht. In de recentste studie, die eind oktober gepubliceerd werd in het International Journal of Geriatric Psychiatry, werden de totale kosten die samenhangen met dementie in de EU, geschat op 160 mld. in 2008. De directe kosten in noordelijke landen zoals Nederland zijn relatief hoog, want wij besteden veel zorg uit aan professionals. Die enorme kosten zullen volgens de demografische verwachtingen dus nog enorm oplopen.

Enerzijds is dit dus een vreselijk gemene ziekte die een mens gemiddeld acht jaar ziek houdt. Anderzijds leiden de oplopende kosten en de druk voor de omgeving ertoe dat wij als politiek de handen ineen moeten slaan, dat wij hier een prioriteit van moeten maken en dat wij dit net zo belangrijk moeten maken als onderzoek naar hart en vaatziekten en naar kanker. Ik zou de minister willen vragen naar de verhouding tussen het bedrag dat landelijk uitgegeven wordt aan onderzoek naar Alzheimer en het bedrag voor onderzoek naar hart en vaatziekten en kanker. Niet dat wij het laatstgenoemde onderzoek minder belangrijk vinden, maar wij willen graag zien hoe het belang verdeeld is.

We moeten ook de zorgopleidingen hierop voorbereiden. Bijzondere aandacht moet besteed worden aan de behoeften van en de omgang met dementerende ouderen. Ook moeten wij mantelzorgers helpen met kennis en een ondersteunend netwerk; mevrouw Wolbert noemde de casemanagers al. Wij moeten hen ook in staat stellen om hun werk met zorgtaken te combineren.

Er is nog iets wat wij moeten doen: wij moeten ervoor zorgen dat het in ons land uitgevoerde onderzoek geclusterd wordt. Wij moeten er ook voor zorgen dat Nederland weet wat er in andere landen in Europa gebeurt op het gebied van onderzoek naar dementie. Te lang is dementie beschouwd als een niet te vermijden verschijnsel dat hoort bij oud worden. Het is een heel erge ziekte, met de ongebruikelijke eigenschap dat zij vooral bij oude mensen optreedt. De eerste stappen zijn gezet die inzicht geven in de manier waarop dementie in de hersenen ontstaat.

Ook zijn de eerste stappen gezet op weg naar geneesmiddelen die het optreden van Alzheimer uitstellen of de voortgang vertragen.

Laten wij dit beschouwen als een aanmoediging om dementie te bestrijden, zoals wij met toenemend succes de strijd met kanker zijn aangegaan. Ik vraag steun om dit als taakstelling aan de nieuwe regering mee te geven.