Skip to main content

Dion Graus eist aanpak hondenmaffia

Vragen van het lid Graus aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de grote zorgen van Nederlandse dierenartsen over de import van honden uit Oost-Europa en de handel hierin via internet.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Afgelopen zaterdag verscheen een bericht van RTL Nieuws over de hondenmaffia. Ook Undercover in Nederland, een programma van SBS6, heeft er in juni 2010 zeer veel aandacht aan geschonken. Elk jaar worden duizenden puppy's onder slechte omstandigheden vanuit Oost-Europa ingevoerd in Nederland. Vaak zijn de dieren al dood als zij hier aankomen door de slechte verzorging onderweg en de transporten die onder erbarmelijke omstandigheden plaatsvinden en een paar dagen of langer duren. Soms sterven zij omdat zij niet gevaccineerd zijn of andere hondenkwalen hebben. Daarnaast komen er steeds vaker erfelijke problemen voor, zoals de verschrikkelijke heupaandoening heupdysplasie, in Nederland ook wel bekend onder de afkorting HD.

Ik wil dat die puppyfabrieken, die kofferbakhandel en die hondenmaffia keihard worden aangepakt, vooral nu er daarvoor middelen beschikbaar zijn. De dierenpolitie is er, dus laten wij die ook gebruiken. Ik wil dat er meer wordt gecontroleerd op Oost-Europese auto's. Ik woon zelf in een grensgebied en vaak zie je een auto met beslagen ruiten rijden. Dan weet je al dat het niet deugt; je ziet dan ook van alles krioelen achterin. Zet die auto's langs de kant en neem alle dieren in beslag. Nederlanders die hierbij betrokken zijn, moeten een levenslang verbod op het houden van dieren krijgen.

Deze vorm van dierenmishandeling en verwaarlozing is niet alleen dierenhufterig gedrag maar schaadt ook de toekomstige baasjes van de dieren die vaak onwetend zo'n puppy kopen en tot over hun oren in de ellende komen te zitten. Wat zijn de gevaren van deze praktijk voor de diergezondheid in Nederland? De erfelijke afwijking HD breidt zich hierdoor uit. Verder hoor ik graag hoe het staat met de aanpak van internethandel, dus verkoop via anonieme aanbieders tegen te lage prijzen, en de aanpak van de gaten in het systeem.

Het belangrijkste verzoek heb ik al eerder gedaan: wij willen dat de dierenpolitie en de nVWA dit als een speerpunt gaan oppakken. De vliegende brigades -- nota bene conform de aangenomen motie-Graus -- moeten worden ingezet voor preventieve controle op voertuigen uit Oost-Europa.

Staatssecretaris Bleker:

Voorzitter. De heer Graus heeft dit probleem eerder aangekaart. Het bestaat nog steeds. Ik ben het met hem eens dat deze praktijk waar mogelijk verder en strenger moet worden aangepakt. Wat is er tot nu toe gebeurd? De controles zijn geïntensiveerd. In 2011 hebben 40 controles plaatsgevonden. In een beperkt aantal gevallen was sprake van inbeslagname van dieren. Desalniettemin deel ik de opvatting van de heer Graus dat de pakkans nog betrekkelijk gering is. Het is moeilijk controleerbaar -- moeilijker dan bijvoorbeeld de grote transporten van landbouwhuisdieren -- omdat vervoer vaak in een kofferbak of met een bestelbusje gebeurt.

Ik wil nVWA en dierenpolitiefunctionarissen om de tafel krijgen om te kijken hoe die beperkte pakkans kan worden vergroot. Dat zeg ik toe. Er ligt een voorstel om in de loop van dit jaar verplichte identificatie en registratie via een chip toe te passen bij honden. Het is de Belgen gelukt om op basis van de I&R-verplichting welzijnseisen te stellen bij de import van dieren. Dierenhouders, dus de importeurs uit het buitenland, moeten aan bepaalde eisen voldoen op het gebied van dierenwelzijn, huisvesting, enzovoorts. Ik wil onderzoeken of, als wij onze I&R op orde hebben, de Belgische methode ook in Nederland van toepassing kan worden verklaard.

Er was ook een vraag over handel via internet. Er zijn veel sites waarop dieren worden aangeboden. Bij sommige van deze sites kun je als belangstellende precies nagaan wie de aanbieder is omdat naam, adres, enz. staan vermeld. Bij andere sites is dat niet het geval. Ik wil de eigenaren, de exploitanten van deze sites, vragen of zij bereid zijn om bij het aanbod van dieren meer informatie te geven over de eigenaar. Je weet dan waar het dier vandaan komt.

De risico's voor de diergezondheid zijn beperkt. Heupdysplasie (HD) komt ook voor in de goedgereguleerde fokkerij. Dat is een erfelijk gebrek. Het dier heeft daarbij beperktere levensduur vanwege ernstige heupproblemen, loopproblemen en pijn. We kunnen dat niet specifiek oplossen voor deze categorie, maar we moeten dat betrekken bij het verscherpte toezicht en de controle, en bij het stellen van betere en hogere welzijnseisen aan de aanbieders van deze dieren, conform het Belgische model. Hierop zal ik mij de komende tijd op oriënteren.

De heer Graus (PVV):

Ik ken de staatssecretaris als iemand die altijd zijn afspraken correct is nagekomen, zowel met mij als met de Kamer. Ik vertrouw dus daarop. Ik dank hem voor de toezeggingen en ik dank hem ook dat hij aan onze zijde staat bij de aanpak van dierenleed.

Ik heb toch nog een vraag over de straffen en het levenslang houdverbod. Ik begrijp dat je niet achter elke boom een NVBH-man of iemand van de dierenpolitie kunt zetten. Het gaat echter om herkenbare auto's. Ze rijden namelijk met Oost-Europese kentekens. Ze zijn gemakkelijk van de weg te halen en te controleren. Laten we dat dan ook gaan doen en de dieren echt in beslag nemen en niet meer teruggeven, want ook dat is gebeurd. De dieren worden vaak weer teruggeven. Dat kan niet. Die dieren moeten worden afgepakt en die mensen moeten keihard worden aangepakt. Als er ook Nederlanders bij betrokken zijn, moet er voor dit soort dierenhufters een levenslang verbod komen op het houden van dieren.

Staatssecretaris Bleker:

Er zijn op twee manieren Nederlanders bij betrokken. Dat zijn mensen die te goeder trouw soms een ziek of een zwak dier kopen en er de dupe van worden, en dat zijn tussenhandelaren. We willen juist door de identificatie- en registratieplicht, inclusief de chip, betere controle op de handelsstromen. Dit doen we ook om de illegale tussenhandel aan te pakken. Handelaren laten op "op bestelling" een groep pups uit Tsjechië, Slowakije of Roemenië komen. Die pups worden hier verkocht in aanwezigheid van een moederhond, zodat het lijkt alsof het de moeder is van de pups. Vervolgens zijn de kopers en het diertje de dupe. Op die manier willen wij de handel aanpakken.

De heer Ormel (CDA):

Ik dank de heer Graus, omdat hij dit belangrijke onderwerp hier weer eens ter sprake brengt. Ik zal namens de CDA-fractie twee suggesties doen en ik vraag de staatssecretaris daarop nu, dan wel in een brief te reageren.

Honden moeten worden geënt tegen hondsdolheid. Dit is niet alleen in het belang van de honden, maar ook in het belang van de volksgezondheid. Voor het intracommunautaire verkeer binnen Europa moet een hond drie weken voorafgaand aan een reis naar een andere lidstaat zijn geënt tegen rabiës. Dit zou betekenen dat voor pups een zeer stringente ontheffing moet worden verleend waardoor alleen een individuele eigenaar met zijn pup kan reizen. Dit biedt een kans om het transport van meerdere pups aan banden te leggen.

De voorzitter:

Mijnheer Ormel, uw spreektijd is nu echt om.

De heer Ormel (CDA):

De tweede suggestie komt later.

Staatssecretaris Bleker:

In aanvulling op de inbreng van de heer Graus kaart de heer Ormel een belangrijk punt aan, namelijk dat een goede aanpak ook internationaal, op Europees niveau, moet worden geregeld. De eisen die in de verschillende lidstaten worden gesteld aan de registratie en de gezondheid van dieren en puppies, zijn nog niet op hetzelfde niveau. Uit het voorstel met betrekking tot dierenwelzijn van de Eurocommissaris leid ik af dat dit pas in 2014/2015 op de agenda komt. Dat is te laat. Ik ben van mening dat wij daarover eerder gezamenlijke afspraken moeten maken. Dit kan een van de onderdelen daarvan zijn.

Mevrouw Ouwehand (PvdA):

De staatssecretaris zegt dat dat te laat is, maar hij is zelf te laat. Daarom vraag ik hem waarom hij er zo lang over doet om het probleem van de malafide hondenhandel aan te pakken. Er ligt een motie van de Partij voor de Dieren van vier jaar geleden. Het vorige kabinet was al gekomen met het plan om honden te chippen. De staatssecretaris voert dit nu uit, maar te laat en maar half. Kan hij zeggen hoe de malafide hondenhandel kan worden opgespoord als je met een pup naar de dierenarts kunt gaan en daar een chip kunt krijgen zonder dat wordt gevraagd om bewijs te overleggen wie het moederdier was?

Staatssecretaris Bleker:

Het vorige kabinet heeft erover nagedacht om I&R door middel van een chip bij honden verplicht te stellen, maar heeft dat nooit gedaan. Wij zijn nu dik een jaar bezig en het wordt dit jaar van kracht. Over "te laat" wil ik op dit punt dus eigenlijk niks horen. Er zullen ook eisen worden gesteld aan wie gerechtigd is om die identificatie en het aanbrengen van een chip uit te voeren; dat is ook bij andere diersoorten zo.

Mevrouw Ouwehand (PvdA):

Ik gebruik graag ook mijn tweede vraag bij dit punt. De staatssecretaris probeert wel erg makkelijk weg te komen. Ik vraag hem hoe je de malafide handel kunt opsporen, als je met een pup naar de dierenarts kunt gaan en daar een registratie en een chip krijgt zonder dat gecontroleerd wordt waar die pup vandaan komt. Dat kan een pup uit Oost-Europa zijn. Om dat te voorkomen moet er controle zijn op de moederdieren.

In het Besluit gezelschapsdieren dat nu voorligt, zit geen enkel begin van een aanpak om te komen tot eisen voor socialisatie en fokkerij. De staatssecretaris probeert hier in de richting van de PVV echter wel te doen alsof hij daadkrachtig is. Waarom zien we van die daadkracht niets terug?

Staatssecretaris Bleker:

Er ligt een voorstel voor identificatie en registratie door middel van chips. In de uitvoeringsvoorschriften zullen bepalingen worden opgenomen over door wie en op welke wijze het aanbrengen van de chip kan plaatsvinden. Mogelijkerwijs zullen we nog bezien of de bepaling "in de aanwezigheid van het moederdier" daarbij past. Als het praktisch uitvoerbaar is, zou dat wel mijn voorkeur hebben. Het is namelijk bij nagenoeg alle andere diersoorten ook zo dat de identificatie van het jonge dier in het bijzijn van het moederdier plaatsvindt.

Herbekijk hier het debat