Skip to main content

Debat over de Commissie toekomst veehouderij

Er ligt een aangenomen motie-Graus voor een beter verdienmodel ten behoeve van familie- en gezinsbedrijven. Ik hoop dat de staatssecretaris die motie snel zal uitvoeren. Die is immers gesteund door de Kamer. Daar hoeven we het nu dus niet meer over te hebben.

Vele commissies gingen de commissie-Nijpels voor, waaronder de commissie-Van Doorn, die zich onlangs heeft gebogen over de vraag hoe we vlees duurzaam kunnen maken in 2020. Die commissies zijn ook allemaal al genoemd door de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren. Ik zal dat niet herhalen. De PVV hekelt de stapeling van flutcommissies en heeft geen vertrouwen in de commissie-Nijpels. Ik heb persoonlijk niets tegen de heer Nijpels. Ik was vroeger als kind een groot fan van de heer Nijpels. Ik had zelfs nog een poster van hem. "Edje Raketje", heette hij toen. En nu is het "Edje met het zoveelste petje". Hij heeft namelijk nogal veel petten op. Hij gaat dus van "Edje Raketje" naar "Edje met het zoveelste petje", maar hij blijft een van mijn jeugdidolen. Ik heb persoonlijk dus niets tegen hem, maar hij heeft natuurlijk totaal geen verstand van dieren of van de veehouderij. Daar moeten we gewoon eerlijk over zijn. Dat durf ik ook recht in zijn gezicht te zeggen. Dat schiet natuurlijk niet op.

Bovendien heeft geen enkel lid van de commissie zijn sporen verdiend in de veehouderij of de veterinaire wereld. De boeren moeten vertegenwoordigd zijn. Het gaat over vee, over dieren die er eerder waren dan mensen, of we nu in de evolutieleer geloven of in het scheppingsverhaal. De boeren zijn de hoeders van het vee. Dieren kunnen niet zichzelf vertegenwoordigen. De PVV en de partij van de heer Wassenberg proberen hen wel te vertegenwoordigen, maar deskundigen zoals veterinairs — wij hebben de beste dierenartsen ter wereld — moeten er wel in vertegenwoordigd zijn. Dan gaat het om een ter zake deskundige dierenarts, want je hebt specialisten op het gebied van koeien en specialisten op het gebied van varkens. We spreken immers over dieren met een complex zenuwstelsel, die meer voelen dan wij allemaal bij elkaar. Het zijn gevoelige dieren, die pijn en stress kunnen ervaren. Bepaalde groepen moeten erin vertegenwoordigd zijn, ook als het gaat om boerenwelzijn. Daar hebben de boeren iets over te zeggen.

Ik zag dat de dieronvriendelijke WUR is vertegenwoordigd. De WUR zit er vaak naast bij de onderzoeken. Dat zal dadelijk ook blijken bij de fosfatenonderzoeken. Er zit ook een bobo van de Rabobank in. De enige man met gezag in de commissie is de heer Hans Hoogeveen. Die man heb ik hoog in het vaandel, maar hij heeft geen veterinaire achtergrond. Hij is ook geen ervaringsdeskundige vanuit de veehouderij. Bovendien missen wij de afbouw van de bio-industrie, waar ook de heer Wassenberg op wees. Wij willen graag dat de afbouw van de bio-industrie aan de orde wordt gesteld, alleen niet op de manier zoals de Partij voor de Dieren dat wil. Daarom geef ik geen garantie dat ik dadelijk een motie daarover zal steunen. Moties over het voorkomen van megastallen en het voorkomen van uitbouw kunnen we steunen, maar de afbouw van de bio-industrie heeft te maken met wereldwijde vraag en aanbod.

Wij pleiten wel voor de kleine gezins- en familiebedrijven. Daar zou een commissie voor moeten komen. Daar wil ik de Kamer over aanspreken in een procedurevergadering. Dat kunnen wij niet in de plenaire zaal doen. Tal van deskundigen ter zake hebben aangegeven hoe het wel zou moeten gaan.

Willen de kleine gezins- en familiebedrijven kunnen blijven bestaan, dan is er een beter verdienmodel nodig ten laste van de retail. Er ligt een aangenomen motie-Graus hierover. Daarnaast kunnen de megafabrieken alleen bestaan als ze exporteren, want het moet allemaal genoeg zijn voor onze mensen. Het moet ook voldoende zijn om het boerenwelzijn, het dierenwelzijn, de volksgezondheid en de gezondheid van de dieren te kunnen borgen, want daar gaat het om. We zitten niet altijd precies op één lijn, maar we hebben in ieder geval goede intenties.

In de toekomst van de veehouderij moeten het welzijn en de gezondheid van dieren en van boeren geborgd zijn. Die mensen moeten minimaal vertegenwoordigd zijn in zo'n commissie en dat moet niet gaan zoals het nu gaat. Daarbij wil ik het verder laten. Ik zal in tweede termijn mogelijk een motie indienen hierover.

Verder wil ik buiten de motie-Graus over een beter verdienmodel om nog vragen of de staatssecretaris ook al werkt aan de omzetting van mijn aangenomen motie waaruit blijkt dat de regelgeving vanuit de Europese Unie vaak onwerkbaar en onuitvoerbaar is voor onze boeren, tuinders en vissers.