Skip to main content

Plenair debat over het rapport van de OESO over de aanpak van belastingontwijking

Fiscal planning, belastingoptimalisatie, belastingontwijking: het zijn allemaal namen voor iets wat wel mag, maar eigenlijk niet deugt.
Waarom moet een meubelmaker uit het midden van het land vier vennootschappen op Samoa hebben, opgericht door een agent uit Panama, op verzoek van een intermediair uit Hongkong? Dat zaakje is verdacht, om niet te zeggen dat het stinkt.


Met de Panama Papers is de beerput geopend. In de Panama Papers staan 200.000 bedrijven en van Nederland maar liefst 600 namen. Maar dat is het topje van de ijsberg. Alleen al op de Britse Maagdeneilanden worden jaarlijks 50.000 offshore vennootschappen opgericht, met maar één doel: fiscal planning. Wie zijn de volgenden? De Bahama Papers? De Cayman Papers? De Jersey Papers? Nederland heeft verdragen met al deze belastingparadijzen. Waarom? Waarom kan alleen informatie worden uitgewisseld op verzoek? Het gebeurt nauwelijks, zo lezen we. In 2014 deed Nederland 29 keer een verzoek. 29 keer! En nog nooit aan de Bahama's, terwijl de Bahama's maar liefst 30 keer voorkomen in de Panama Papers. Ik vraag de staatssecretaris: waarom niet? Zonder verzoek geen informatie en zonder informatie geen verzoek. Dat is de patstelling. Wat hebben we aan al die verdragen? Wat hebben die dan voor zin? Waarom worden de gegevens niet automatisch uitgewisseld? En als je dan een keer een verzoek doet, beschikt de fiscus van dat belastingparadijs niet over de informatie. Als je geen winstbelasting heft, weet je tenslotte ook niet hoeveel winst er wordt gemaakt en aan wie die winst wordt toebedeeld. En wat je niet hebt, kun je niet geven. Ik vraag dus nogmaals: wat hebben die verdragen dan voor zin? Ook worden er geen eisen gesteld aan een UBO-register of een handelsregister. Het handelsregister in die landen laat ook te wensen over.


Nederland rent achter de feiten aan. Pas als er iets wordt gelekt, onderneemt men actie. Dan wordt men wakker. Dat zagen we bij offshore-leaks, bij Lux-Leaks, bij Swiss-Leaks en nu bij de Panama Leaks, maar het probleem wordt niet bij de wortel aangepakt.
Als de bakker op de hoek een dubbeltje omzet verzwijgt, is de wereld te klein en volgt de ene naheffing na de andere. Maar als iemand, bijvoorbeeld een loodgieter, tonnen wegsluist naar de Bahama's, hoort hij niets. Dan zouden toch de alarmbellen moeten gaan rinkelen bij de fiscus? Het is weliswaar legaal zolang deze loodgieter zijn bezittingen opgeeft in de aangifte, maar wat je niet weet, kun je ook niet controleren. Hoe gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat deze informatie bekend is bij de fiscus?


Iedereen moet zijn fair share aan belastingen betalen. Mensen die proberen geld weg te sluizen om de belastingen te ontlopen, moeten worden aangepakt en landen die dit faciliteren, moeten op een zwarte lijst. Daar moet je geen verdrag mee willen. Welke landen staan er nu op de zwarte lijst? Of gaat de staatssecretaris zitten wachten op Europa?
Ook het optreden van nominee shareholders draagt bij aan dit duikgedrag. Waarom zouden we deze nep-aandeelhouders niet gewoon verbieden? Waarom faciliteert ABN AMRO dit nog steeds, terwijl Rabo en ING dat niet meer doen? 200 miljard heeft ABN AMRO in beheer als nominee shareholder. Kunnen we de nominee shareholder niet aansprakelijk houden bij frauduleus handelen van de feitelijke eigenaar? Dan bedenkt deze zich wel twee keer. En hoe kunnen we voorkomen dat de grote vissen de dans ontspringen? De heer Groot verwees al naar het citaat van ex-FIOD-rechercheur Jan van Koningsveld: "In mijn 25 jaar als rechercheur ben ik nog niet één crimineel tegengekomen die als aandeelhouder zichtbaar was. Die kijken wel uit en schuiven iemand anders naar voren".


Ik kom op de OESO en BEPS. De PVV steunt het initiatief van de OESO om te komen tot een wereldwijde aanpak in het tegengaan van belastingontwijking. Belastingontwijking, fiscale constructies en het schuiven met geld zetten de belastingmoraal op scherp. Dit moet internationaal worden aangepakt en niet unilateraal. De PVV wil wel oog houden voor ons vestigingsklimaat en wil niet tornen aan onze fiscale soevereiniteit, onze deelnemersvrijstelling en ons verdragennetwerk. Een gelijk speelveld is daarom internationaal cruciaal. De PVV hoopt dan ook dat de OESO de aanbevelingen voortvarend uitwerkt in concrete acties en standaarden, zodat elk land en elk bedrijf weet waar hij aan toe is, en er voortaan gewoon belasting wordt betaald, daar waar de waarde wordt gecreëerd.
Ik kom op mijn laatste vraag aan de staatssecretaris. Hoe zit het met actiepunt 15: de implementatie van de OESO-actiepunten? Er schijnt een ad-hoc-BEPS-werkgroep aan het werk te zijn om een multilateraal verdrag op te stellen. Hoe staat het daarmee? En waarom wacht Europa niet op deze werkgroep?


Tweede termijn
Ik noemde per interruptie de staatssecretaris naïef. Dat vind ik ook, want wat heeft hij nu eigenlijk geleerd van de Panama Papers? Ik snap dat hij het heel druk had met Europa, als honest broker om dit pakket erdoorheen te krijgen, en dat hij geen tijd had voor de Panama Papers. Dat was een beerput die openging. Iedereen in Nederland met een beetje kapitaal -- dat hebben we geleerd van de Panama Papers -- of met een hoop zwart geld, sluist dat geld weg naar belastingparadijzen in de Caraïben. Daar is het veilig en is de anonimiteit gegarandeerd. Daar leven ze van. De BVI en de Caymaneilanden leven bij de gratie van anonimiteit: kom je geld maar brengen, bij ons betaal je niet eens Vennootschapsbelasting. Dat hoeft niet eens, want ze verdienen er genoeg aan met een paar mensen die de administratie doen of die optreden als nominee shareholder. Niemand weet dat je bestaat en je ontduikt elke belasting: de erfbelasting, de schenkbelasting, de box 3-belasting, noem maar op.


Die belastingparadijzen zijn witwasparadijzen, ontduikingsparadijzen. Daar zou je eigenlijk geen zaken mee willen doen. En als je bang bent dat daardoor ook maar 1 promille van de export wordt geraakt: zelfs dat gebeurt niet, want op de BVI wonen 20.000 mensen of zo.
Er zijn 1,2 miljoen vennootschappen in de BVI, met 50.000 nieuwe per jaar. Dat geldt niet alleen voor de BVI, maar ook voor de Caymaneilanden en anderen. In het hele Caribisch gebied leven ze van het vluchtgedrag van onze belastingplichtigen. De staatssecretaris wil dit lek kennelijk niet zien of niet dichten. De verdragen die hij sluit met die landen, zijn een farce. Om de informatie moet verzocht worden. Maar wat je niet weet, daar kun je ook niet om verzoeken. En als je er dan al om verzoekt, hebben ze die informatie niet. Mijn cruciale vraag is wanneer de staatssecretaris de verdragen met deze Caribische eilanden gaat aanpassen.