Skip to main content

Algemeen Overleg EU-voorstel: Richtlijn inzake vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken

Laat ik maar gelijk met de deur in huis vallen: hoe staat het met de twee aangenomen moties? Ik zie een briefje van de staatssecretaris waaruit blijkt dat hij probeert om zich er onderuit te "weaselen".
De meerderheid van de Kamer heeft toch duidelijk via de motie-Neppérus gevraagd om een impact assessment op in ieder geval de onderdelen die niet in het OESO/BEPS-verhaal zitten. Daarbij gaat het dus om "Europese koppen", om het maar zo te noemen. Ik heb daar geen reactie op gezien. De staatssecretaris zegt dat, mocht de switch-over bepaling nog verder worden aangepast, hij zal bekijken of dat nodig is. Dit geldt ook voor de motie van de heer Omtzigt over het splitsen van het pakket. Ik ga ervan uit dat de staatssecretaris daar ook zelf over zal beginnen. Ook Duitsland heeft dit op 12 februari voorgesteld. Ik lees dat veel lidstaten het daarmee eens zijn. Welke lidstaten zijn dat? Waarom gebeurt dat niet?


Het lijkt erop dat deze honest broker de signalen uit de Kamer volledig negeert. Het lijkt er ook op dat de EU-voorzitter deze richtlijn, waarvan de tekst niet eens bekend is, er met stoom en kokend water door wil drukken, terwijl veel lidstaten nog twijfels en bezwaren hebben. Is het soms een prestigeproject van de staatssecretaris? Wil hij soms ten koste van alles geschiedenis schrijven? De staatssecretaris wil een politiek akkoord forceren, terwijl er nog volop discussie is, er bezwaren zijn en er bij de lidstaten onvrede over vier van de zes voorstellen bestaat. Ik vraag me dus af waar we vandaag over praten.

Wat zijn de budgettaire effecten van deze richtlijn? Wat betekent het voor ons vestigingsklimaat? Wil de staatssecretaris dat eigenlijk wel weten? En hoe staat het met de motie-Neppérus (34302, nr. 73), waarin wordt gevraagd om een plan van aanpak om het vestigingsklimaat te versterken? Dat horen we met Prinsjesdag, maar als de richtlijn dan is aangenomen, is het te laat en weten we nog niet wat voor impact dit heeft.
De PVV kan daarom niet instemmen met deze slordige haastklus. We vinden dit onverantwoord. We willen eerst een gedegen impactanalyse. Wat betekent dit voor ons vestigingsklimaat? Moet onze soevereiniteit op het belastingdomein niet worden bewaakt door een staatssecretaris met tanden in plaats van door een honest broker met prestigedrang?
Drie voorstellen gaan veel verder dan de OESO/BEPS-voorstellen. Deze vereisen een nadere beschouwing. Moeten we deze alleingang in Europa wel willen? Zetten we ons niet op achterstand ten opzichte van de rest van de wereld? Schieten we niet door?

Ik kom nu op de inhoud. Artikel 6 gaat over de switch-over bepaling. Oké, deze is wat afgezwakt, maar zelfs de staatssecretaris wil deze bepaling er eigenlijk niet in hebben. De meerderheid van de Kamer wil deze bepaling er niet in hebben. Ook verschillende andere lidstaten willen deze bepaling er liever uit slopen. Welke lidstaten zijn dit? En waarom wordt deze kroonjuweel, en daarmee ons vestigingsklimaat, bedreigd? Waarom laat de staatssecretaris deze bepaling dan toch staan? Ik lees in de laatste brief van de staatssecretaris dat dit is "om discussie en vertraging te voorkomen". U hoort het goed: niet de staatssecretaris, niet de Kamer, maar het Nederlandse voorzitterschap wil geen discussie en kiest ervoor om onze deelnemingsvrijstelling te offeren aan snelheid. Alleen inkomsten uit een derde land met een Vpb-tarief dat lager is dan 40% van het Nederlandse Vpb-tarief, worden onderworpen aan de naheffing. Zoals ik al in een interruptie zei, zet dit Nederland op een achterstand ten opzichte van bijvoorbeeld Ierland, dat een Vpb-tarief van 12,5% heeft. Hoezo is er een gelijk speelveld in Europa? Hoe zit het dan met inkomsten uit een deelneming die deels actieve en deels passieve bezittingen houdt? Moeten deze inkomsten worden gesplitst? De NOB (Nederlandse Orde van Belastingadviseurs) geeft aan dat dit onuitvoerbaar is. Het is een keiharde inbreuk op de Nederlandse soevereiniteit op het belastingdomein. Wat de PVV betreft moet dit eruit.

Ook de beperking van de renteaftrek is afgezwakt, maar de kern van 30% renteaftrek blijft overeind. Is dit in lijn met het BEPS-voorstel van de OESO? Is er al overeenstemming in de OESO over de manier waarop deze aftrekbeperking eruit moet komen te zien? Lees ik het goed dat standalone bedrijven worden uitgezonderd? Betekent dit dat leningen die door een dochter buiten het concernverband zijn aangegaan, niet onder de aftrekbeperking vallen? Wat zijn hiervan de ongewenste neveneffecten? Hier moet naar gekeken worden. Hoe ziet de groepsescape eruit en hoe kan deze worden misbruikt?
Vragen, veel vragen, want de consequenties zijn vaag, de effecten op ons vestigingsklimaat zijn onduidelijk, de moral hazard is reëel en onze soevereiniteit wordt verder aangetast.

Tweede termijn
Ik heb nog twee korte vragen. Als die bevredigend worden beantwoord, dan zou mij dat twee moties schelen. De eerste vraag is of de staatssecretaris bereid is om, als straks de definitieve tekst bekend is, alle budgettaire effecten en eventuele vestigingsklimaateffecten door te rekenen. In zijn inleiding zei de staatssecretaris namelijk over die switch-over: het levert wel degelijk wat op. Toen hij echter in zijn antwoord inzoomde op die switch-over, zei hij: het heeft naar verwachting weinig effect voor de schatkist. Ik wil dus graag van elk individueel voorstel de budgettaire effecten en de vestigingsklimaateffecten weten.
De tweede vraag is of de staatssecretaris bereid is om een parlementair voorbehoud te maken bij het politieke akkoord. Ik hoor net dat er landen zijn die bereid zijn om het parlementaire voorbehoud op te geven. Aangezien we op dit punt vetorecht hebben, geef ik de staatssecretaris, ook als voorzitter, het verzoek mee om een parlementair voorbehoud te maken, zodat we de definitieve tekst goed tot ons kunnen nemen.