Skip to main content

Wet herinvoering basisbeurs

Vz, de basisbeurs wordt heringevoerd. Vanaf het volgende studiejaar ontvangen studenten weer een basisbeurs. En dat gebeurt om goede redenen, voorzitter. Beter laat dan nooit.

Maar toch sta ik hier met een dubbel gevoel, voorzitter. Enerzijds zijn wij blij dat voortschrijdend inzicht heeft geleid tot het herinvoeren van de basisbeurs, anderzijds kunnen wij niet onze ogen sluiten voor het onrecht dat in acht jaar tijd aan cohorten studenten is aangedaan met de invoering van het sociale leenstelsel. Het sociaal leenstelsel, wat ons betreft een naargeestig eufemisme, voorzitter. Er is immers niets sociaals aan het leenstelsel geweest. Een schuldenstelsel was het en is het. Een mislukking die veel schade heeft aangericht.

Vz, wij hebben ons van meet af aan verzet tegen het desastreuze plan om het zogenaamde sociale leenstelsel in te voeren en de basisbeurs af te schaffen voor studenten. Het is dan ook frappant dat partijen die nu niet uitgesproken raken over toegankelijkheid en kansengelijkheid hiervoor verantwoordelijk zijn geweest. Partijen zoals GroenLinks en de PvdA, die sinds de lijstverbinding eigenlijk een en dezelfde partij zijn geworden, maar ook D66 betitelen zichzelf altijd vol overgave als onderwijspartijen, terwijl deze partijen juist de toegankelijkheid van het hoger onderwijs ernstige schade hebben toegebracht met het leenstelsel. Een keiharde neo-liberale agenda die de meest kwetsbare gezinnen in ons land op achterstand heeft gezet. Een agenda die ons hoger onderwijs anti-emancipatoir heeft gemaakt.
Daar komt nog iets bij voorzitter, iets waar wij ons altijd over hebben verbaasd. Dat is de cognitieve dissonantie, hoe moet je het anders diagnosticeren, de cognitieve dissonantie van studenten die altijd maar blijven stemmen op die zelfverklaarde onderwijspartijen die verantwoordelijk zijn voor de invoering van het schuldenstelsel. Ik kan mij nog goed herinneren, voorzitter, dat ik de woedende studenten op de publieke tribune, woedend, ziedend over het leenstelsel, vanaf het spreekgestoelte op het Binnenhof vaderlijk heb toegesproken: ‘Hebben jullie het partijprogramma van GroenLinks, de PvdA en D66 dan niet gelezen? Het zijn jullie partijen! Het leenstelsel staat er gewoon in.’

Vz, voor de PVV geldt dat verheffing en emancipatie, de toegang tot de middenklasse nog altijd worden verworven door onderwijs. Het is het onderwijs dat van dubbeltjes kwartjes maakt. Vooral voor de kinderen van onze kiezers. Maar het geldt net zo goed voor de kinderen van de kiezers van partijen die de invoering van het leenstelsel gesteund hebben, uitgevonden hebben zelfs, losgezongen van hun eigen ideologie die iets heel anders beloofde. Ik kijk dan vooral naar de PvdA, de voormalig sociaal-democratische partij, die de voortrekker was van het schuldenstelsel onder het adagium dat de bakker niet hoeft te betalen voor de studie van het zoontje van de advocaat en die met dat bizarre argument haar eigen achterban uitleverde aan de harde neo-liberale agenda van de VVD.
Juist in het onderwijs, in het hoger onderwijs, is solidariteit van het allergrootste belang. Daar worden de eerste stappen gezet naar verheffing; de stappen naar een beter leven. De stap naar maatschappelijke en economische vooruitgang begint vooral in de hogere niveaus van het mbo, de Associate Degree en de bachelorfase.
Nu de basisbeurs weer wordt ingevoerd, heeft de overheid zich als een dubieuze en onbetrouwbare hoeder van het onderwijs als motor van de emancipatie getoond. En daar voorzitter zit wat ons betreft dan ook het probleem van dit wetsvoorstel.

De financiële tegemoetkoming voor al die studenten die hebben gestudeerd of nog studeren onder het leenstelsel is wat de PVV betreft een piepkleine pleister op een gapende wond. Een bedrag van slechts 350 euro per jaar is simpelweg niet genoeg voor het leed en de financiële ellende die deze studenten is aangedaan. Zij zijn zo tekortgedaan met het onnavolgbare en onbetrouwbare beleid van de kabinetten Rutte dat wij overwegen amendementen die een ruimere compensatie vragen te steunen. En waarom geen excuses, voorzitter. Waarom geen excuses, vraag ik de Minister. Als excuses ergens op hun plaats zijn, is het aan de pechgeneratie die geleden heeft onder dit zwabberbeleid van de regeringen Rutte. Kom deze studenten tegemoet, verzoek ik de minister.
Juist deze studenten, wil ik daar nog aan toevoegen, zijn eigenlijk dubbelhard getroffen door het neo-liberale beleid van de kabinetten Rutte. In de eerste plaats door de onnodig hoge schuldenlast die zij hebben opgebouwd, waardoor ze vaak niet eens in aanmerking komen voor een hypotheek en in de tweede plaats door de totaal doorgeslagen internationalisering waardoor zij ook nog eens moeten concurreren met de rest van de wereld voor een studentenkamer en toegang tot een gegarandeerde studieplek.

Tenslotte voorzitter, begrijp ik van de Minister dat de halvering van het wettelijk collegegeld voor studenten aan lerarenopleidingen (in 2018 bij Wet geregeld) niet heeft geleid tot een grotere instroom, iets wat we nastreefden om het desastreuze tekort aan bevoegde leraren te bestrijden.
Ik vind dat ontzettend jammer, voorzitter. Ik kan me haast niet voorstellen dat een studie aan een lerarenopleiding daarmee niet een stuk aantrekkelijker werd en ik vraag me af of die regeling wel voldoende is gecommuniceerd met aspirant-studenten. En zou het, in plaats van de halvering van de collegegelden voor lerarenopleidingen dan maar na vijf jaar op te schorten, niet veel meer voor de hand liggen om precies het tegengestelde te doen, namelijk de collegegelden voor lerarenopleidingen op nul te zetten. Ik geef de Minister mee dat het gigantische lerarentekort aan de basis ligt van de systeemcrisis die het onderwijs teistert en dat onorthodoxe maatregelen genomen moeten worden.

Graag een reactie.
Tot zover.