Skip to main content

AO ROC Leiden - 2

EERSTE TERMIJN

Voorzitter,

Wij hebben goed geluisterd naar de antwoorden van de minister in haar eerste termijn.
De minister komt in haar brief tot drie mogelijke uitkomsten, namelijk een gemeenschap van scholen met het ID-college, een zogenaamd beheerst faillissement en een al dan niet tijdelijk zelfstandig voortbestaan. Het ingrijpen van het ministerie van OCW leidt ertoe dat het onderwijs aan de 9000 studenten wordt veiliggesteld en DAT tegen de geringst mogelijke extra kosten, volgens de brief van de minister. Máár: de lasten worden via het macrobudget gedragen door álle Mbo-scholen gezamenlijk. Ik kan mij goed voorstellen vz, dat in de mbo-sector niemand erg enthousiast is over financieel bijpassen als gevolg van onverantwoorde besluiten van een collegaschool.

Uit de cijfers en analyses blijkt volgens de minister dat een faillissement aanzienlijk méér financiële inspanning vanuit het macrobudget zou vragen dan een tijdelijke injectie van 40 miljoen. Daarom lijkt een injectie van 40 miljoen (gecontroleerd faillissement) het meest voor de hand liggend. MAAR dit neemt niet de problemen voor de toekomst weg. WEER lost OCW het op met gemeenschapsgeld. En dat nota bene voor een school die niet bekendstaat om zijn kwaliteit van het onderwijs.

De PVV is niet gerustgesteld en voorziet in de toekomst snel weer andere MBO-rampen, want bij elke bestuurscatastrofe die zich voordoet repareren we de dramatische gevolgen. Want het gaat om de leerlingen. Die mogen niet de dupe worden van het bestuurlijke falen dat we keer op keer zien. Maar we repareren met plakband vz. Waarom zeggen we niet: bestuurders, wij als overheid zijn niet verantwoordelijk voor uw falen, of pas in allerlaatste instantie. U bent degene die een afgeleide verantwoordelijkheid draagt voor het welzijn van uw leerlingen. Om die verantwoordelijkheid te dragen wordt u riant betaald. En juist daarom zijn wij geen terugvaltoptie voor u. Ik wil dat niet meet zijn. U draagt zelf de gevolgen van een faillissement. Het enige wat wij als overheid doen is zorgdragen voor een zorgvuldige overdracht van de leerlingen naar belendende ROC's. Het Mondriaan en het ID-college krijgen de extra ondersteuning die ze nodig hebben om de Leidense leerlingen op te vangen. Maar ROC Leiden is over en uit en de verantwoordelijke bestuurders kijken zelf maar hoe ze met het faillissement omgaan. Ook de verantwoordelijke bestuurders die alweer op riante andere bestuursposten zitten alsof er niks aan de hand is. Hoe heeft het zo ver kunnen komen, vraagt mijn fractie zich nog steeds af en vooral: hoe lossen we dit soort problemen in de toekomst op? Weer door een keer 'foei' te zeggen en vervolgens bij te passen? En de scherven die de dames en heren bestuurders achter hen op te vegen en over te gaan tot de orde van de dag? Daarom vraag ik de minister, via u vz., waarom laat u het dit keer niet klappen? Waarom een 'gecontroleerd' faillissement in plaats van een faillissement voor de betreffende instelling en evt. een financiële tegemoetkoming voor de instellingen die de gestrande leerlingen overnemen? In plaats van een injectie van 40 miljoen voor een instelling die door de eigen bestuurders naar de gallemiezen is geholpen. Zo'n injectie is niet meer dan een beloning op slecht bestuurdersgedrag. Graag een reactie.

Vz., graag zou ik nog wat vragen willen stellen waar ik vorig week geen duidelijk antwoord op heb gekregen.
1. Het ROC Leiden heeft sinds 2012 onder het verscherpt toezicht van de Inspectie gestaan. Graag een reactie v.d. minister op de vraag of ook zij teleurgesteld is in de resultaten van het verscherpte toezicht, of vond zij het bevredigend? En als ook de minister twijfels heeft over de resultaten van het verscherpte toezicht, waaraan heeft het dan geschort? Is er te weinig expertise bij de inspectie, is het mandaat van de inspectie te beperkt om door te dringen in de bestuurlijke jungle van de ROC's? Waaraan heeft het geschort?
2. Graag een reactie van de minister over mijn op opmerkingen over het old boys en girls netwerk: is zij net zo nieuwsgierig als de PVV en wil zij weten wie waarvoor verantwoordelijk was en is zij bereid om daar forensisch onderzoek naar in te stellen en kan zij voor ons in kaart brengen waar de verantwoordelijke bestuurders en toezichthouders nu werkzaam zijn en hoe zijn zij daar terecht zijn gekomen.
3. Het vooraf oormerken van de publieke middelen voor het primaire proces is een garantie dat het geld op de juiste plaats terecht komt. Dat is ook met de breed aangenomen motie Beertema 31524 nr. 148 geregeld: ten minste 80% van het huidige bedrag per leerling dient te worden besteed aan het primaire proces. Wat gaat de minister eraan doen om dit in de toekomst wél te regelen, bijvoorbeeld door gewoon deze mooie motie uit te voeren? Graag een reactie.
4. Zeker na het Amarantis drama en nu weer het bijna faillissement van ROC Leiden moeten wij zo snel mogelijk uitgebreid geïnformeerd worden over de stand van zaken in Rotterdam. Er zijn geruchten dat er een bestuurlijke fusie in de maak is. We weten allemaal dat een bestuurlijke fusie het voorportaal is van een institutionele fusie. Wat gebeurt er in Rotterdam? Kan de minister hier op reageren?

 

TWEEDE TERMIJN

Dit debat was onbevredigend voor de PVV-fractie; dat is de conclusie, onbevredigend en frustrerend. Want de zogenaamde maatschappelijke ondernemers, u weet wel, de bestuurders in de publieke sector die zich gedragen alsof ze onderdeel uitmaken van de private sector, maar uitsluitend handelen met overheidsgeld en zelf geen enkel risico lopen.
Deze bestuurders kregen van ons een mandaat om onderwijsgeld om te zetten in goed onderwijs. Met dat mandaat vz., zijn ze op beschamende wijze om gegaan. Ze hebben hun kerntaak op beschamende wijze verwaarloosd. Hun mooie instelling naar de rand van faillissement geleid en toen het mis ging, hebben ze allemaal de deur achter zich dichtgetrokken. Want, zegt de minister in haar eerste termijn, er zit een geheel nieuw bestuur en een geheel nieuwe Raad van Toezicht. Dat is buitengewoon frustrerend voor ons als controlerende macht, want we lopen consequent iedere keer weer achter de feiten aan. En de bestuursnomaden zijn verder getrokken naar een andere lucratieve bestuursposities die ze toegespeeld kregen vanuit hun eigen gesloten bestuurdersnetwerk waar iedereen elkaar helpt onder het motto 'quid pro quo'.

En vandaag spreekt de minister over the lessons learned. Voorzitter, ik zie ze niet in deze casus. En ik zag ze ook niet in al die andere gevallen. De enige les die ik leer, maar erger nog, de les die de bestuurders vandaag geleerd hebben, kan worden samengevat in drie woorden: 'glas plas was'.

De minister heeft een aantal keer duidelijk gemaakt dat faillissement een eindpunt blijft in het slechts denkbare scenario. Maar alle bestuursnomaden die vandaag dit debat gevolgd hebben, trekken deze conclusie: als ROC Leiden, als middelgroot ROC, dat niet too big to fail is en dat bovendien midden in de randstad staat met een veelheid aan andere ROC's, als zo'n ROC niet failliet gaat, dan zullen alle probleem-ROC's in de toekomst ook gered worden.
Het signaal dat hier vanuit gaat is: neem risico's, durf te 'ondernemen'; als het mis gaat, zorg dat je op tijd weg bent en snel een mooie nieuwe positie vind. Je interim-vrienden worden vervolgens ingevlogen om voor een riante vergoeding jouw rotzooi op te ruimen.
Voor de bestuursnomaden is zo dus een win-win situatie; voor ons als regering, als controleurs van de regering en als belastingbetaler is het een loose-loose scenario.

Willen we deze keer wél zorgen voor lessen voor de toekomst, dan moeten we de verantwoordelijkheid voor de afloop van dit traject laten waar ze hoort, namelijk bij ROC Leiden en dat in de hoop en verwachting dat de verantwoordelijke bestuurders en toezichthouders een faillissement in hun CV kunnen bijschrijven waarmee ze wat mij betreft de rest voor hun carrière aangeschoten wild zijn.

Willen we inzicht krijgen in de mores van de bestuurderselite die steeds weer op verschillende plaatsen opduikt in het land, moeten we in kaart brengen hoe de verantwoordelijke bestuurders terechtgekomen zijn op hun verantwoordelijke posities, wat zijn de connecties tussen hen en de toezichthouders, waar zijn ze heen gevlucht toen het schip zinkende was en hoe zijn ze terechtgekomen op de verantwoordelijke posities waar zij nu zitten. Ik pleit ervoor om voor de casus ROC Leiden een gedegen sociogram op te stellen dat inzicht geeft in de onderlinge verhoudingen, connecties, mores, de mate van geslotenheid en de mate waarin diensten met wederdiensten worden beloond. Ik overweeg daarover een motie, vz.