Skip to main content

Begroting OCW 2017

Voorzitter. Dat ware mooie laatste woorden van de heer Mohandis.

Er lijkt zich een nieuw thema aan te dienen op de onderwijsagenda: de kansenongelijkheid. Natuurlijk is er ongelijkheid tussen geletterde en ongeletterde milieus, waar geen boeken in huis zijn en waar geen beschaafde discussies worden gevoerd. Maar de bewering dat het onderwijs zou segregeren in plaats van integreren, is een gotspe. Die doet zo veel onrecht aan al die leraren, vooral in het vmbo en in de roc's, die hun werkzame leven in dienst stellen van het verheffen en emanciperen van achterblijvende groepen, vooral van nieuwkomers. 40 jaar lang zijn er prachtige en kostbare onderwijsprojecten bedacht en bekostigd. Dat ging altijd ten koste van het reguliere onderwijs, want ook een onderwijseuro kun je maar één keer uitgeven. Lerarenteams hebben met hart en ziel gewerkt om al die projecten tot een goed einde te brengen.

Nog steeds bestaat al die extra hulp. Hebben al die extra investeringen gewerkt? Nou, voor grote groepen allochtone nieuwkomers wel. Zij hebben de mogelijkheden met beide handen aangegrepen. Denk aan de Joegoslavische, Spaanse en Italiaanse gastarbeiders van destijds, heel lang geleden; aan de Kaapverdianen in Rotterdam, aan de Surinamers, vooral de Hindoestaanse Surinamers, en eerder nog aan de Indische Nederlanders. Voor al die groepen was het niet gemakkelijk, maar hun tweede generatie vond in ieder geval vrij moeiteloos de weg naar de middenklasse. Zij werden participerende Nederlanders die onze waarden delen.
Tot op de dag van vandaag lukt die integratie echter niet voor grote groepen Marokkaanse en Turkse Nederlanders, en evenmin voor Somaliërs en Syriërs. Zij kiezen niet voor integratie, maar voor een leven in een parallelle samenleving. Zij kiezen ervoor om midden in Rotterdam of midden in Gouda in hun eigen land te leven. Deze groepen zijn niet te helpen met 87 miljoen euro extra. Maar ons onderwijs is ook voor hen toegankelijk. Bijna nergens in de wereld is dat zo toegankelijk als hier. De verantwoordelijkheid voor integratie begint niet bij de overheid of bij het onderwijs, maar thuis. Het onderwijs moet normen hooghouden. Elke politieke ingreep — en vandaag hebben we daar weer over gesproken — om het onderwijs nog toegankelijker te maken, eindigt onvermijdelijk in normverlaging en in diploma-inflatie. De regering zou daarom niet het rendementsdenken in het onderwijs vaarwel moeten zeggen, want dat is juist in het leven geroepen om aan die sluipende normverlaging een halt toe te roepen. We kunnen en mogen onze kwaliteitseisen niet verlagen om groepen leerlingen en studenten te kwalificeren die het anders niet zouden halen. Dat is namelijk indertijd gebeurd op Inholland en andere hogescholen.

Als grote groepen burgers zich niet willen aanpassen, dan verdwijnt elke extra euro in een bodemloze put. Ik zal u vertellen hoe het wel kan, mijnheer Grashoff. Door hetzelfde te doen als al die andere burgers, van welk opleidingsniveau en welke achtergrond dan ook, die van hun leven een succes willen maken. Spreek Nederlands thuis, kijk Nederlandse televisie, leer je kinderen Nederlandse liedjes, lees Nederlandse verhalen voor bij het slapen gaan, stuur de kinderen op tijd naar bed in plaats van ze op straat te laten rondzwerven, ga naar ouderavonden. Vorm je kinderen naar de Nederlandse cultuur. Kortom: integreer. Pas dan komt het goed.

Als zich dan nog problemen voordoen, is dat helemaal niet erg. Natuurlijk doen zich dan nog problemen voor. Dan is er het hele scala aan hulp, zoals huiswerkbegeleiding, mentoren, coaches, pedagogische hulpverlening. Ik heb het allemaal meegemaakt, ik heb het allemaal opgezet en uitgevoerd. Het bestaat, nog steeds. Ik vraag me af wat de critici anders willen. Verlaging van de normen? Deden we dat ook toen we de autochtone arbeiderskinderen naar de lts stuurden? Willen we dat het onderwijsniveau zich aanpast aan de leerlingen die achterblijven? Willen we de verantwoordelijkheden van de ouders overnemen? Hele generaties van de autochtone onderklasse en van de allochtone nieuwkomers hebben met minder of meer moeite via het onderwijs de weg naar emancipatie in de middenklasse gevonden. Er is dus meer dan genoeg hulp. Wat ons betreft gaat er geen euro extra naar nog meer doelgroepenbeleid.

Breng nu wel die Cito-toets terug. De PVV heeft dat in haar eentje bepleit in 2013, 2014 en 2015. Laat die toets bepalend zijn voor de keuze van het vervolgonderwijs, waarbij het oordeel van de leraar adviserend is. Dat helpt. Het bevordert het stapelen van opleidingen en maakt de aansluiting tussen vmbo, mbo en hbo beter. Herstel bijvoorbeeld de vm2-trajecten in het mbo. Breid ze uit met vm3-trajecten. Die waren succesvol. Zo doen we zinnige dingen met ons onderwijsgeld. Dat levert meer resultaat op als het gaat om kansenongelijkheid, dan het sluipend verlagen van de norm. Dat gaat namelijk gebeuren zoals dat eerder gebeurd is: geen nieuwe diplomafraudes meer. Daarop wil ik graag een reactie van de minister.

Wat ons betreft, is er sprake van een scheefgroei tussen de alfa-, de beta- en de gammawetenschappen. Uit de OECD-cijfers blijkt dat Nederland, zeker in vergelijking met Duitsland, een sterk bovengemiddeld aantal studenten sociale wetenschappen heeft. Nederland produceert daardoor heel veel onderwijsvernieuwingen, waar iedereen achteraf spijt van krijgt. Ik noem de rapporten over de zegeningen van genderneutrale wc's in het basisonderwijs. Wij leggen gaybra's aan, u weet wel: die zebra's. In Duitsland bouwen ze Porsches en Audi's. Dat is een beetje het verschil.

De PVV wil, net als in het mbo, een macrodoelmatigheidsplan in het wetenschappelijk onderwijs dat onze nationale economie kan versterken. Er is sprake van geweest maar het schiet niet op. Weet de minister nog dat Rotterdam twee mbo-opleidingen urban dance telde? Dat waren er twee, omdat die zo populair waren bij leerlingen. Die leerlingen verdwenen vervolgens in de kaartenbakken van het UWV. Dat is gelukkig allemaal genormaliseerd. Er zijn goede slagen gemaakt. Maar zo veel studies sociologie, onderwijskunde, Europese wetenschappen, genderstudies, interculturele communicatie vrouwenstudies! Dat kan toch minder? De focus moet op technisch onderwijs liggen. Het gaat goed met de aanmeldingen, zo goed dat er te weinig plek is om die aanloop te verwerken. We hebben het er net al over gehad: over allerlei kunstgrepen zoals colleges in bioscopen en zelfs numerus fixus. Maar voordat we dat gaan doen, wil de PVV toch graag weten hoeveel procent van de ingeschreven technische studenten niet Nederlands is. Wij hebben het zojuist in het interruptiedebatje even over internationalisering gehad. Hartstikke belangrijk! Maar moeten we die internationalisering nu zodanig stimuleren dat we straks onze Nederlandse studenten niet meer kunnen bedienen en studenten uit China, Singapore of weet ik veel waarvandaan wel? Ik hoor daarop graag een reactie.
Ik hoor ook graag een reactie op het volgende. Niet alleen ik maar heel veel mensen vinden het onbegrijpelijk dat het Engels de nieuwe voertaal is geworden in het wo en het Nederlands heeft verdrongen. Breng alsjeblieft het Nederlands terug als voertaal op de universiteiten en laat dat niet verworden tot een soort boerentaal, zoals het Nederlands ooit was tijdens de Franse overheersing, terwijl het Engels dan de voertaal van de elite wordt.
De SP kwam met een harde aanval op artikel 23. Wat ons betreft, blijft dat artikel onverkort gehandhaafd. Zoals bekend, willen we het islamitisch onderwijs daarvan uitzonderen om de reden dat onze rechtsstaat, onze Grondwet en onze manier van leven het zich niet kunnen permitteren om dezelfde vrijheid van onderwijs toe te staan aan een ideologie die diametraal staat tegenover al onze waarden van gelijkheid, respect en tolerantie en die uiteindelijk wil vervangen door de sharia. Islam betekent onderwerping. Het is vanuit ons perspectief een veroveringsideologie.

Voorzitter. Het onderwijs wordt ook met de dag cultuurrelativistischer en dat stoort ons mateloos. Die weg-met-ons-mentaliteit binnen het onderwijs heeft geleid tot het failliet van de kerndoelen die gericht zijn op integratie. 40 jaar integratieonderwijs heeft uiteindelijk geleid tot vrijwillige segregatie, culminerend in een parallelle samenleving en islamisering van het onderwijs. Tegelijkertijd wordt ons eigen erfgoed tot racisme verklaard, zie de zwartepietendiscussie. Dat heeft het sinterklaasfeest, dat eeuwen een kinderfeest was, voor goed gecorrumpeerd.

De focus op school moet terug naar onze Nederlandse identiteit en cultuur. Ik denk dan aan die vlag en het volkslied, en aan die superieure westerse cultuur in het algemeen. De westerse waarden en tradities moeten leidend zijn en zichtbaar zijn in het onderwijs. Dat is ook een oude taak van het onderwijs. Dat biedt toekomst! Ik wil de regering weer verzoeken om in het kader van die culturele weerbaarheid en ter versterking van onze identiteit basisscholen en vo-scholen op vaste momenten de vlag te laten hijsen. De Nederlandse vlag! Dat zou dan vergezeld moeten gaan van ons volkslied. In de Verenigde Staten, maar ook in Suriname.

Voorzitter, ik zie nu dat mijnheer Kuzu de moeite heeft genomen om het debat te gaan bijwonen. Ik heb hem de hele dag niet gezien maar nu is hij er ineens.
In de Verenigde Staten, maar ook in Suriname is dat heel gebruikelijk. Het werkt ook. Het draagt bij aan de trots om Nederlander te zijn. Het kan niet zo zijn dat onze driekleur nog nauwelijks een plaats heeft in het publieke domein. Daarom wil ik ook de Kamervoorzitter verzoeken om het goede voorbeeld te geven aan het onderwijs en onze vlag een prominente plek te geven in ons parlement, het liefst hier in de plenaire zaal. De vlag verdient dat en onze identiteit verdient dat.

Tweede termijn

Voorzitter. Na deze groepshug gaan we weer over naar de realiteit. Ik heb niet heel veel tijd, dus ik steek meteen van wal, maar uiteraard nadat ik de bewindslieden bedankt heb voor hun uitvoerige reactie.

Motie (34550-VIII, nr. 27)
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat scholen in het primair en voortgezet onderwijs in het curriculum voldoende aandacht dienen te schenken aan de Nederlandse identiteit, cultuur en geschiedenis;
verzoekt de regering, het kerndoel 38 van het onderdeel "Oriëntatie op jezelf en de wereld" zodanig aan te passen dat de tekst komt te luiden: "In dit leergebied oriënteren leerlingen zich op zichzelf, op hoe mensen met elkaar omgaan, hoe ze problemen oplossen en hoe ze zin en betekenis geven aan hun bestaan. Leerlingen oriënteren zich op de natuurlijke omgeving en op verschijnselen die zich daarin voordoen. Leerlingen oriënteren zich op de Nederlandse identiteit, cultuur en geschiedenis. Leerlingen oriënteren zich daarnaast vanuit dat Nederlandse perspectief op de wereld, dichtbij, veraf, toen en nu en maken daarbij gebruik van het Nederlandse cultureel erfgoed met nadruk op de wereldeconomieën",
en gaat over tot de orde van de dag.

Motie (34550-VIII, nr. 28)
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat onze vlag het symbool is van onze gedeelde normen, waarden, instituties en geschiedenis;
overwegende dat die bij uitstek moeten worden uitgedragen in het Nederlandse onderwijs;
verzoekt de regering, er zorg voor te dragen dat er op elke Nederlandse po- en vo-school vaste momenten worden bepaald waarop gezamenlijk onze vlag wordt gehesen en het volkslied wordt gezongen,
en gaat over tot de orde van de dag.

Motie (34550-VIII, nr. 29)
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het essentieel is dat de schooladvisering in het primair onderwijs en de toelating en plaatsing in het voortgezet onderwijs goed verlopen;
constaterende dat een groter aantal bijgestelde adviezen zorgt voor meer organisatorische problemen in het vo;
constaterende dat leerlingen die te laat in het schooljaar een bijgesteld advies krijgen, bij de inschrijving op vo-scholen die een lotingsbeleid hanteren te maken kunnen krijgen met een weigering;
van oordeel dat de centrale eindtoets een objectief matchingsinstrument is voor de toelating en plaatsing in het vo;
verzoekt de regering om de (afname)datum voor de centrale eindtoets in het schooljaar zo in te plannen dat de resultaten binnen zijn vóór de inschrijving op het voortgezet onderwijs,
en gaat over tot de orde van de dag.

Motie (34550-VIII, nr. 30)
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de sluipende invoering van het Engels, niet alleen als instructietaal, maar zelfs als voertaal in het hoger onderwijs zich niet verhoudt met de wet, houdende bepalingen met betrekking tot het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (artikel 7.2);
constaterende dat uit onderzoek eenduidig blijkt dat gebruik van een vreemde taal als instructietaal de kwaliteit van het onderwijsleerproces negatief beïnvloedt;
van oordeel dat ons Nederlandse onderwijs op deze wijze actief bijdraagt aan het degraderen van het Nederlands als lingua franca en als wetenschappelijke taal;
verzoekt de regering, de positie van het Nederlands als voertaal in het hoger onderwijs in ere te herstellen,
en gaat over tot de orde van de dag.

Motie (34550-VIII, nr. 31)
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat numerus fixus in het hoger onderwijs binnen een aantal opleidingen zowel voor Nederlandse als voor internationale studenten geldt, waardoor de opleidingscapaciteit voor Nederlandse studenten beperkt wordt;
constaterende dat 73% van de internationale studenten weer vertrekt naar het land van herkomst na voltooiing van de opleiding;
van oordeel dat de internationalisering niet ten koste mag gaan van de capaciteiten, kwaliteiten en de mogelijkheden van de Nederlandse student;
verzoekt de regering, het hoger onderwijs op te dragen Nederlandse studenten voorrang te geven als er sprake is van numerus-fixusbeleid,
en gaat over tot de orde van de dag.