Skip to main content

Begroting OCW

Vz.
Ik had de ministers graag veel succes gewenst voor deze komende regeerperiode. U begrijpt dat dat vreemd zou zijn. Want vz, omdat de PVV, de tweede partij van het land, categorisch werd uitgesloten van de onderhandelingen, versplinterde het politieke landschap erger dan ooit. Dat leverde aan het eind van het verhaal deze twee ministers op: één van D’66 en één van de CU. Ideologisch elkaar absolute tegenpolen, één die niets liever wil dan Nederland als soevereine natiestaat opheffen om het onder te brengen in een verenigde staten van Europa, een minister die het onderwijs in dienst wil stellen van een ideologische kosmopolitische agenda van internationalisering, die vindt dat het Nederlands als wetenschaps- en cultuurtaal z’n langste tijd gehad heeft en het liefst overstapt op Engels. En aan de andere kant een minister die wel hecht aan de eigenheid van Nederland, de identiteit, de taal, de tradities en die zich een gemeenschap zonder bezieling nauwelijks kan voorstellen.
Vz, een dergelijke samenwerking kan de echte problemen waar het onderwijs nu voor staat, niet oplossen. Deze ministers zullen door de ideologische weerzin die zij jegens elkaar voelen, niet verder komen dan het maken van een aantal harde afspraken, die zij vervolgens in graniet beitelen omdat er geen onderling vertrouwen is. Dit tweetal mist het elan om de koers van het onderwijs op de grote thema’s te veranderen. Zij passen op de winkel. Maar het onderwijs verdient beter, want er is sprake van een systeemcrisis, zoals dat niet eerder het geval was.

Voor de PVV zijn dit de grote thema’s vz: in de eerste plaats de doorgeschoten politisering van het onderwijs. Juist nu we de ramp meemaken van de massa-immigratie uit het Midden Oosten en Afrika staan onze identiteit en eigen westerse cultuur onder druk, zoals dat nog nooit eerder is geweest. Juist in deze tijd zou het onderwijs die eigenheid van het Nederlandse en de westerse waarden pal overeind moeten houden. Maar wat zien we? Het onderwijs loopt steeds voorop met cultuurrelativisme, zie de aanvallen op Zwarte Piet, de aanvallen van leraren en hoogleraren op politieke partijen die NIET het postmoderne wereldbeeld delen van de linkse partijen. Niet eerder gaven leraren zich zo onbeschaamd over aan het indoctrineren van leerlingen en studenten met hun eigen linkse en überliberale waarden. Bijna dagelijks worden de partijen aan de rechterkant van het politieke spectrum gebashed, worden er vergelijkingen gemaakt met racisme, met de nazi’s en het fascisme, wordt het christendom belachelijk gemaakt en de islam de hemel in geprezen. Er is bijna geen basisschool die NIET op bezoek gaat naar de moskee.

Vz, ons onderwijs heeft bij uitstek de taak om de Nederlandse identiteit en cultuur door te geven aan de volgende generaties. Om die volgende generaties de kans te bieden zich te verheffen tot de middenklasse, om mensen die achterblijven te emanciperen, te integreren en te assimileren. Dit alles heeft een hoger doel, vz. Dat hogere doel is het bouwen van een stabiele samenleving met onderlinge samenhang en een competente beroepsbevolking die ons concurrerend maakt ten opzichte van het buitenland.
Vz. Op al deze punten faalt ons onderwijs. Want wat moeten we constateren?
Onze identiteit wordt te grabbel gegooid, onze geschiedenis wordt als een periode van schaamte beschouwd en onze tradities zijn in gevaar. De middenklasse zit in het nauw en emancipatie heeft zich vernauwd tot benauwende gender- en #MeToo-discussies. Het resultaat van 40 jaar (!) duurbetaald integratie- en assimilatieonderwijs zien we als Turken met Turkse vlaggen de Erasmusbrug bezetten en als er in Rotterdam, Den Haag en Amsterdam rellen zijn met 3e - generatie Marokkanen die gehuld in hun nationale vlaggen losgaan op straat. Ondanks alle inspanningen, al die kostbare programma’s, al dat kostbare maatwerk om maar alles voor ze te faciliteren, is 65% van de asielimmigranten na 15 jaar nog altijd afhankelijk van uitkeringen.
Vz. Het resultaat na 40 jaar verheffingsonderwijs is een verscheurde samenleving met aan de ene kant de gewone hardwerkende Nederlander, wiens tradities zijn stukgemaakt door het cultuurmarxistisch onderwijs, die zich een vreemde voelt in eigen land. Aan de overkant van de kloof een parallelle samenleving waar de islam heerst: haat voor het westen, ongelijkheid van vrouwen, homo’s en ongelovigen, wel onderlinge tribale solidariteit, maar geen solidariteit met Nederland.
Vz, laten we dat falen onderkennen. En laten we om te beginnen uitspreken dat ons onderwijs niet langer wordt ingezet voor welke vorm van politiek activisme dan ook. Het onderwijs moet kennis overdragen, kunde, cultuur en identiteit, het moet emanciperen en verheffen, kritisch denken aanleren. Maar altijd op politiek neutrale wijze. Tegen al die leraren en docenten zou ik willen zeggen: hang je eigen politieke voorkeuren aan de kapstok, samen met je jas, op het moment dat je de klas binnenstapt. Als je je zo nodig politiek wilt uiten, ga de politiek in! Maar stop met het indoctrineren van jonge mensen die kwetsbaar zijn in hun meningsvorming.

Mijn eerste vraag aan de bewindslieden is om hierop te reageren. Zien zij met ons dat het onderwijs heeft gefaald in deze belangrijke taken? En zien ze dat de onbeschaamde politieke vooringenomenheid van leraren de spuigaten uitloopt? Ik wil ze nu alvast meegeven dat ik een motie overweeg om een gedragscode in te stellen voor leraren die erop toeziet dat leraren zich politiek neutraal opstellen, van welke huize ze ook komen.

Vz. Het dreigende lerarentekort zal zonder ingrijpen dramatische gevolgen hebben. Het beroep is simpelweg te onaantrekkelijk geworden door de salariëring, de hoge werkdruk en de oneindige bemoeizucht uit het veld. Dat zijn de belangrijkste oorzaken en die moeten worden aangepakt.
We kunnen de te karige salariëring niet los zien van het bekostigingsmodel van het onderwijs, de lumpsum. Met de introductie van de lumpsum, de zak geld die de overheid aan het onderwijs geeft om daarmee te werken, heeft de overheid zichzelf op te grote afstand gezet en de bestuurders en de werkgever- en werknemersorganisaties te grote vrijheid gegeven. Dat loopt nu totaal uit de hand vz.
De onderwijssector is zijn focus kwijtgeraakt, de onderwijspolder noem ik het maar, is geëxplodeerd in tientallen koepels zoals de sectorraden, die zich ook nog eens hebben verenigd in een koepel der koepels, de Stichting van het Onderwijs, die zich intussen gedraagt als een schaduwregering, waar de echte beslissingen worden genomen. We zien platforms voor van alles en nodig wat, kenniscentra, verenigingen die iedere stakeholder vertegenwoordigen, klankbordgroepen, een Onderwijsraad, besturenorganisaties, vertegenwoordigers in het beroepen- en werkveld, leerlingen- en studentenorganisaties, bovenbestuurlijke samenwerkingsstructuren, advies- en begeleidingsorganisaties, vakverenigingen, nationale regie-organen.

Vz, elke organisatie heeft een bestuur, een Raad van Toezicht, een duur onderkomen, een jaarrekening. Al die organisaties moeten bovendien eindeloos overleggen, evalueren, rapporten schrijven, onderzoeken. En dat kost tijd en geld. Veel geld. En maar praten, praten, praten. Nergens wordt zoveel overlegd als in het onderwijs. En dat geld komt direct of indirect via de scholen uit de onderwijsbegroting.
Intussen zijn de salarissen van leraren zo laag dat er zich een steeds nijpender tekort aftekent; een sluipende ramp die om krachtdadig ingrijpen smeekt. De kernvraag is natuurlijk dezelfde vraag die de PVV al sinds het begin stelt. Steeds heb ik aangedrongen om 80% van de totale uitgaven te oormerken voor lerarensalarissen, voor leraren die lesgeven welteverstaan, zodat het onderwijsgeld terechtkomt in het primaire proces, daar waar leraren interactie hebben met leerlingen, in de klas.
Daarom mijn tweede vraag: hoeveel procent van de enorme onderwijsbegroting van 37 miljard wordt er besteed aan lesgevers en hoeveel procent slokt de onderwijspolder op?
De enige oplossing is om 80% rigoureus te oormerken voor het primaire proces van lesgeven, zonder concessies te doen aan de definitie van primair proces en rigoureus te snijden in het aantal organisaties.
De PVV heeft als eerste voorgesteld om de schaal LA af te schaffen en te vervangen door LB. Zelfs vanuit de vele organisaties en bonden binnen het onderwijs wordt daarvoor gepleit. Met het oormerken van 80 % van de begroting voor de lerarensalarissen komen we een eind in de goede richting is onze opvatting. Om het onderwijs in zijn volle breedte zich weer te laten concentreren op onderwijs, is het ook nodig om delen van de resterende 20% te oormerken als het gaat om het vastgoed. Het onderwijs is niet toegerust om vastgoed te ontwikkelen en te exploiteren, ook niet om spaargelden te beleggen. Er zijn teveel grote ego’s in de onderwijswereld die ermee op de loop gaan. Centraliseer dat vz, dat is mijn advies. Laat het onderwijs zich bezig houden met onderwijs en met niets anders. Graag een reactie.

Vz, een enkele opmerking over twee dossiers waarin het vorige Kabinet toonde dat het geen regie voerde. Twee relatief eenvoudige dossiers: het Lerarenregister en de rekentoets. Beide zijn ontaard in zo’n heftig discours, een loopgravenoorlog die uiteindelijk onoplosbaar was. En dat is beschamend, vz.
Er is behoefte aan een register, en mijn gedragscode die politieke neutraliteit vraagt kan daarin uitstekend ondergebracht worden. Maar gooi die werknemersorganisaties eruit. Ze hebben daar niets te zoeken. Los het op, snel en soepel, met de leraren zelf, voor en door de leraren zelf. Graag een reactie en liefst een toezegging.
Hetzelfde geldt voor de Rekentoets. Ook dit is symptomatisch voor het warrige onderwijsbeleid dat al decennialang zijn sporen achterlaat. In 2010 werd juist een sterke noodzaak gevoeld door ouders, bedrijfsleven en alle politieke partijen om de rekenvaardigheid te verbeteren en om de kwaliteit van het hele onderwijs op een hoger plan te tillen.
Met name binnen het MBO is men van mening dat rekenen dient mee te tellen voor het diploma. Nog langer uitstellen zal de motivatie van de studenten niet ten goede komen. Kan de Regering eindelijk de regie nemen over deze relatief eenvoudige dossiers en ze tot een goed einde brengen? Doe wat ministers! Om te beginnen mij een toezegging doen dat dit taaie ongerief dit cursusjaar nog tot een conclusie komt waar de leraren zich in kunnen vinden.

Vz, dan over de VVE. Het kabinet wil ondanks dat het aantoonbaar niet werkt, toch 170 miljoen uitgeven aan Vroeg- en Voorschoolse Educatie.
Het is ons inziens onverantwoordelijk om toch met zoveel kostbaar onderwijsgeld in te zetten op beleid dat geen meetbaar effect heeft. Het is een vorm van wensdenken dat niet Nederlandstalige leerlingen in de VVE hun achterstand wegwerken. Dat taalprobleem vz, dat moet thuis opgelost worden. En dat is gemakkelijk te doen: spreek Nederlands thuis, kijk Nederlandse televisieprogramma’s en lees Nederlandse boekjes voor aan de kinderen. Zo haal je taalachterstanden in. Dat de derde generatie allochtonen dit nog altijd niet tussen de oren heeft, is eens temeer het bewijs dat het onderwijs heeft gefaald op de integratie-agenda. En uit onmacht en misschien zelfs uit misplaatst schuldbesef wordt er dan maar weer een blik geld
opengetrokken, 170 miljoen nota bene.
Vz, zolang niet aangetoond kan worden dat Vroeg- en Voorschoolse Educatie tastbaar en meetbaar effect heeft, roept de PVV de minister op om hier geen geld aan te besteden, maar die 170 miljoen te besteden aan de salarissen in het PO.
Vz., tenslotte. Internationalisering van ons onderwijs is actief beleid, niet zozeer om het onderwijs op een hoger plan te brengen, maar meer en meer als doel in zichzelf. Het lijkt er zelfs op dat het onderwijs zo een Brusselse agenda wil vormgeven, terwijl we hadden afgesproken dat onderwijs een aangelegenheid zou blijven die onder de soevereiniteit van de landen zelf zou blijven. Wij zeggen: het onderwijs is geen verdienmodel en ook geen vehikel voor het uitdragen van internationalisme en eurofilie. En toch wordt er brutaal en openlijk gewerkt aan verdere internationalisering. Voor wie organiseren wij eigenlijk onderwijs: voor onze eigen leerlingen en studenten of voor de helft van de studentenpopulatie van de universiteit van Maastricht die nu uit buitenlanders bestaat? Internationalisering en de daaraan nauw verwante verengelsing heeft bovendien een ongewenste segregerende werking. Het is immers niet voor iedereen weggelegd; slechts voor een beperkt gedeelte van de studenten heeft het een meerwaarde. De verengelsing van ons onderwijs zou ook minister Slob moeten storen. Hij was immers één van de initiatiefnemers, in 2005 al nota bene, die ons onderwijs wilde beschermen tegen een te grote aanwezigheid van het Engels. Zo zei de minister toen: “Het Engels rukt steeds meer op, zowel in het bedrijfsleven als in het onderwijs. Het is daarom van groot belang dat we onze eigen taal overeind houden. Het Nederlands is een unieke taal en daar mogen we best trots op zijn.“
Artikel 7.2 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, ziet daar ook op toe. Daarin staat: “Het onderwijs wordt gegeven en de examens worden afgenomen in het Nederlands”. Wij verzoeken de regering dan ook deze wet uit te voeren en erop toe te zien dat deze wet geëerbiedigd wordt binnen het hoger onderwijs. Graag een reactie van de ministers