Skip to main content

AO Ontwikkelingen aangaande de Zeeuwse ziekenhuiszorg - Inbreng

Hieronder de inbreng van Fleur Agema tijdens het Algemeen Overleg over de zorgelijke situatie bij de Oosterscheldeziekenhuizen.

Eerste termijn

Voorzitter,

Wéér praten we hier over een ziekenhuis dat in de problemen is gekomen omdat de bobo’s in de top in de ban waren van een fusiedrift. De plaatselijke bevolking in Zeeland – de gewone en vaak oudere man en vrouw die ziekenhuiszorg nodig hebben – zijn hiervan de dupe en zitten al jarenlang in onzekerheid en verliezen basisonderdelen van ziekenhuiszorg.

We kunnen met gemak stellen dat we niet alleen te maken hebben met graaiers aan de top maar vooral met miskleunen aan de top. Het resultaat is dat hier in dit huis een ambulancepost – als doekje voor het bloeden – uiteindelijk vol trots wordt gepresenteerd maar dit is natuurlijk veruit niet hetzelfde als een afdeling intensive care of verloskunde! Een volwaardig ziekenhuis met een intensive care afdeling en een afdeling verloskunde dreigt te verdwijnen. Thuis bevallen is niet meer mogelijk op Walcheren terwijl dat wel de basis zou moeten zijn.

Wanneer een problematiek als deze op onze agenda komt is daaraan voorafgegaan een geschiedenis van falend bestuur en falend toezicht. Dat constateren we dan – alweer – bij deze. Het is goed om in zo’n zaak ook te kijken of er structurele elementen zijn, zwakheden in de manier waarop – het systeem – we in ons land de zorg regelen en daarop toezicht houden. Ook in deze zaak – in navolging van Borghouts, Brinkman en Hermans – hebben we er weer een aan kunnen aantreffen, gepersonifieerd in de man die naar mijn idee de hoofdpersoon van dit Zeeuwse drama is: Hans Simons.

Hans Simons is een typisch specimen van wat door Pim Fortuyn met een gepast gebrek aan eerbied werd genoemd “de incestueuze elite”: In de politiek omhoog geklommen, vrij spectaculair mislukt als staatssecretaris van WVC, daarna nog eens als wethouder en politiek leider van de in Rotterdam regerende PvdA waar hij zijn termijn niet afmaakte en aftrad. Vervolgens komen we meneer Simons tegen in een hele reeks van bestuurs-, advies-, en toezichtfuncties, vooral natuurlijk in de gesubsidieerde en semi-overheidssfeer. Hans Simons werd, als hij het niet al was, een enthousiast verzamelaar van allerhande petten.

Als Hans Simons iets doet, doet hij het lang niet altijd goed, maar wel altijd met indrukwekkende inzet en overgave. Het afscheidsartikel van de Volkskrant uit 2001 na zijn laatste wethouderschap getiteld: Simons stort zich overal fanatiek op lezen we een karakterschets, ik citeer: “ALS tijdens de vergaderingen van de Rotterdamse gemeenteraad de bode de koekjes voor burgemeester en wethouders binnenbrengt, kijkt Hans Simons ze bijna van de schaal af. Hij raakt gefixeerd, alsof hij ze in een keer allemaal zou willen opeten. Fractievoorzitter L. Bolsius van het CDA raakt er altijd door geamuseerd. Het is Simons ten voeten uit, zegt hij. 'Met diezelfde intensiteit gaat hij als wethouder problemen te lijf, hij stort zich er met huid en haar op. Geestelijk en fysiek breng je dat op een gegeven moment niet meer op.”

In 2005 trad deze bestuurder aan bij de Oosterscheldeziekenhuizen, raakte gefixeerd op een fusie met ziekenhuis Walcheren en pakte dit project aan met een zodanige intensiteit (iets heel anders zoals u weet dan effectiviteit) dat in de volgende jaren niet alleen veel menskracht naast die van de directeur zelf in het fusieproject werd ‘geïnvesteerd’ maar dat andere taken waaronder financiële controle en toezicht, en toezicht op de facturatie verwaarloosd werden. Woorden van de minister zelf, ik citeer: “te weinig aandacht geschonken aan de reguliere bedrijfsvoering”.


We komen hier bij een punt waarop ik denk de minister een verwijt te moeten maken. Eind 2007 waren de Oosterscheldeziekenhuizen zelf al tot deze conclusie gekomen. Ook was per einde van dat jaar Hans Simons het enig overgebleven lid van de Raad van Bestuur van deze in problemen rakende ziekenhuizen geworden.

Maar waarom is deze zelfde Hans Simons in de eerste dagen van 2008 gevraagd de werking van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning te gaan evalueren? Een voor een man met de instelling die ik de heer Simons toedicht onweerstaanbare klus, maar of het voor de zorg in Zeeland verstandig was? Mij dunkt van niet, maar misschien kan de minister toelichten of en hoe deze afweging zijn gemaakt.

Ook wil ik net als de voorgaande keren van de minister weten hoe hij in het algemeen over de concentratie van de bestuurs-, advies-, en toezichtsfuncties bij een beperkte groep oud-politici denkt, en of hij niet met mij van mening is dat een overvloed aan functies logischerwijs ten koste gaat van de prestaties in zowel hoofd- als bijbanen.

Nu blijken de 7 functies van Hans Simons al te veel. Eelco Brinkman (Philadelphia) heeft er dik 30, Loek Hermans (Meavita) ook ongeveer 30, Harry Borghouts (IJsselmeerziekenhuizen) zo’n 13. En vanmorgen lezen we weer dat er nu ook grote problemen zijn in Limburg. Niet alleen heeft het Orbis geen dekking van een bank voor 180 miljoen er dreigen ook massaontslagen.

Tweede Termijn

Voorzitter,

Op zorgvisie.nl lezen we zojuist het volgende: “Ziekenhuis Walcheren in Vlissingen en Oosterscheldeziekenhuizen in Goes mogen fuseren. Dat zegt bestuursvoorzitter Rob Zomer van ziekenhuis Walcheren. Zomer verwacht de definitieve toestemming van de NMa begin volgende week. (…) Een fusie is nodig om de kwaliteit van de gezondheidszorg in stand te houden.

NMa.” Als de minister de plaatselijke bevolking vraagt wat zij kwalitatief goede zorg vinden dan denk ik dat zij zullen zeggen: een ziekenhuis in Vlissingen met een intensive care afdeling en een afdeling verloskunde en dat het mogelijk is om op Walcheren thuis te bevallen. Wat er nu gebeurt is het tegenovergestelde.

Het is goed dat de minister heeft toegezegd dat hij zich gaat buigen over de vraag of het aantal bijbanen gemaximeerd moet worden maar ik zou tegen de minister willen zeggen: laat de bobo’s maar barsten! Door die miskleunen is de bereikbaarheid van de zorg in het geding en daardoor komt de minister dan weer in de problemen. Het systeem is ziek. De bezem moet erdoorheen. Na de IJsselmeerziekenhuizen, Philadelphia, Meavita en nu de Oosterscheldeziekenhuizen is het genoeg geweest en moeten we niet morgen de volgende met problemen hier moeten bespreken. Ik zou de minister willen zeggen: doorbreek die – zoals Fortuyn dat zo mooi noemde – incestueuze elite en wordt geen onderdeel van die cultuur want daar is deze minister veel te getalenteerd voor.