Skip to main content

In de media - Interviews

Slachtoffer inbraak in de cel

Vragen van de leden Wilders en Agema (beiden PVV) aan de minister van Justitie over het bericht dat een
man die een veelpleger op heterdaad betrapte bij een inbraak in zijn pand, uiteindelijk zelf twee weken in de cel gezeten heeft. (Ingezonden 9 mei 2007)

1
Bent u bekend met het bericht1 dat
een man die een veelpleger, die hem
met de dood bedreigde, op heterdaad
betrapte bij de inbraak in zijn pand
uiteindelijk zelf twee weken in de cel
gezeten heeft?
2
Bent u van mening, dat dit de wereld
op zijn kop is en dat deze man nu
juist een lintje verdient in plaats van
twee weken celstraf? Zo neen,
waarom niet?
3
Bent u van mening, dat criminelen
bestraft moeten worden en niet de
slachtoffers? Zo ja, hoe gaat u
bevorderen dat deze man niet
gestraft wordt? Zo neen, waarom
niet?
4
Bent u van mening, dat burgers hun
eigen huis en haard moeten kunnen
verdedigen tegen criminelen, zonder
dat zij daarvoor gestraft kunnen
worden. Zo neen, waarom niet? Zo ja,
hoe gaat u dat in de wet verankeren?
1 De Telegraaf, «Jezelf verdedigen mag hier
niet», 8 mei 2007.

Antwoord
Antwoord van minister Hirsch Ballin
(Justitie). (Ontvangen 31 mei 2007)
1
Ja.
2 t/m 4
Op grond van artikel 53 van het
Wetboek van Strafvordering mag
iedereen bij ontdekking op heterdaad
een verdachte aanhouden. Iemand
die op heterdaad een inbreker heeft
betrapt, mag in beginsel dus tot
aanhouding overgaan. Het is goed
dat burgers van die bevoegdheid tot
aanhouding gebruik maken.
Dit helpt mee bij de aanpak van de
criminaliteit. Om te voorkomen dat de
aangehoudene ontvlucht mag de
aanhouder ook enige dwang
uitoefenen, bijvoorbeeld door hem
vast te pakken of tegen de grond te
houden. Het gebruikte geweld mag
echter niet verder gaan dan nodig is
om te bereiken dat de verdachte niet
ontvlucht. De aanhouder die zich
noodzakelijk moet verdedigen en
daarbij geen disproportioneel geweld
gebruikt, is volgens artikel 41 lid 1
van het Wetboek van Strafrecht
(noodweer) niet strafbaar. Ik zie geen
aanleiding dit wettelijk kader aan te
passen.
De betrokkene in deze zaak wordt
ervan verdacht disproportioneel
geweld te hebben gebruikt bij de
aanhouding van degene die hij op
inbraak betrapte. Verdachte is in
verzekering gesteld en de rechter
heeft, op vordering van het openbaar
ministerie, de voorlopige hechtenis
bevolen. De gevangenhouding van de
verdachte is geschorst. Nadat het
strafrechtelijk onderzoek is afgerond
zal het openbaar ministerie een
vervolgingsbeslissing nemen. Indien
besloten wordt tot dagvaarden zal de
rechter oordelen of betrokenne de
grenzen van het toelaatbare heeft
overschreden.

  • Aangemaakt op .