Skip to main content

WGO Emancipatie

Vz,

Bij de onderwijsbegroting heb ik de balans opgemaakt van vier jaar onderwijsbeleid van deze D66-minister. Dat was geen mooi verhaal. Vier jaar heeft de zelfbenoemde onderwijspartij D66 aan de knoppen gezeten en de conclusie van de Partij voor de Vrijheid was dit: het onderwijs bevindt zich in een vrije val, 24% van de 15-jarigen is semi-analfabeet, het onderwijs is zo’n slechte werkgever dat er sprake is van een gierend lerarentekort en deze minister heeft het hoger onderwijs opgezadeld met een identiteitspolitiek die de academia verscheurt in tegenstellingen man/vrouw, gekleurd/blank en die bovendien de vrijheid van meningsuiting en de vrije wetenschapsbeoefening onder druk zet.
Deze minister, heb ik steeds betoogd, is geen dienaar van de Kroon, maar een diversiteitsactivist die slechts een niche vertegenwoordigt; een niche van social justice warriors, een minieme minderheid die er alles aan gelegen is om een absoluut minderheidsstandpunt met wettelijke dwang op te leggen aan de meerderheid.

Op het thema Emancipatie zien we hetzelfde beeld.

Als minister van Emancipatie zou je verwachten dat deze minister zou staan op de schouders van reuzinnen als Wilhelmina Drucker en Aletta Jacobs, de vrouwen van de eerste golf, van het vrouwenkiesrecht en het recht op arbeid.
Of op de schouders van de vrouwen van de tweede golf, van de actiegroep Man-Vrouw-Maatschappij en Dolle Mina zoals Joke Smit. De tweede golf die zich richtte op vrouwelijke seksualiteit, op mishandeling en seksueel geweld tegen vrouwen. Thema’s die van belang waren en die onze samenleving daadwerkelijk hebben geëmancipeerd.

Deze minister is een typische representant van de derde golf.
De eerste en de tweede golf hebben gezorgd voor de wettelijke kaders tegen discriminatie. Vrouwen en LHBTI kunnen daardoor in alle vrijheid hun leven vormgeven en hun dromen verwezenlijken, althans als het niet gaat om de positie van vrouwen en LHBTI in de islamitische gemeenschap.
Want daar voorzitter, daar vindt het echte leed plaats. Het leed van de verborgen vrouwen, van de eerwraak, het leed van de 41.000 vrouwen in Nederland die genitaal verminkt zijn. Daar is sprake van leed dat zelfs onze moeders en grootmoeders niet hebben meegemaakt.
Het hypocriete is dat deze minister daar nauwelijks oog voor heeft. Ze kijkt ervan weg en focust in plaats daarvan op het nieuwe evangelie van diversiteit en inclusie. En dat vertaalt zich in maatregelen als het aanstellen van diversiteitscommissarisen op de universiteiten en vrouwenquota in het bedrijfsleven en op de universiteiten.
Niet op vrouwenquota onder stratenmakers en sleuvengravers, metselaars of huisschilders. Nee, op quota voor hoogopgeleide, meest blanke vrouwen die zonder de inspanningen en opofferingen die mannen zich moeten getroosten om de absolute top van politiek, bedrijfsleven of wetenschap te behalen, een free ride willen op basis van hun geslacht of kleur.
Dat is geen emancipatie, voorzitter, dat is cliëntelisme. De zogenaamde sisterhood is verworden tot een belangenclub van gelijkstemde hoogopgeleide zusters. Een travestie van emancipatie, plat nepotisme, gevoed door rancune.

Het beleid van deze minister dat daaruit voortvloeit brengt gevaren met zich mee. Laat me dat uitleggen.

Een groot punt van zorg is het gebrek aan ruimte dat de linkse identiteitspolitiek biedt aan alle tegengeluid dat tegenwicht biedt aan het heersende verhaal. Want dat tegengeluid is er wel degelijk.
Feministische iconen zoals Fay Weldon zijn uiterst kritisch over het huidige feminisme en de heersende identiteitspolitiek en de gevolgen daarvan voor de positie van vrouwen. Maar daar is weinig aandacht voor in de media en het discours.
Erger nog: als het gaat om linkse identiteitspolitiek dan is het discours verworden tot een agressieve en onverdraagzame afreken- en cancelcultuur. Via alle media wordt volop gecensureerd, de mond gesnoerd en kalltgestellt. Van gewone burgers tot bekendheden. Hier en daar werden zelfs de boeken verbrand van de schrijfster J.K. Rowling, omdat die zich kritisch uitliet over de semantiek rond transgenders. Boekverbrandingen in het Westen vz, dat riekt naar de duisterste perioden van de 20e eeuw. De linkse identiteitspolitiek, met haar diepe wortels in het cultuurmarxisme, riekt naar totalitair denken. Het riekt naar ideologisch fanatisme zoals de Culturele Revolutie in China, waar een Rode Garde van jongeren, aangemoedigd door hun politieke leiders een jarenlange terreur uitoefende in hun streven ‘oude denkbeelden’ uit te wissen en die te vervangen door een zuivere gelijkheidsleer.
Deelt de minister deze zorg over de agressieve onverdraagzaamheid en de dominantie van slechts één stroming in de media, politiek en het bestuur? Vindt ze ook dat haar keuze om het ministerschap activistisch in te vullen daar weinig goed aan heeft gedaan? Ziet ze in de laatste maanden van deze kabinetsperiode een rol voor zichzelf om daar tenminste enige balans in te brengen? Kan de minister hier uitgebreid op reflecteren?

Deze minister onderhoudt warme banden met de gesubsidieerde lhbti-industrie, die nagenoeg allemaal aanhanger zijn van het unisone links-progressieve verhaal. Ik maak me dan ook ernstig zorgen over de diversiteit aan opvattingen die de minister bereikt.
Zo is er bijvoorbeeld een conservatieve club van zogenaamde gayservatives, De Roze Leeuw. Een ongesubsidieerde stichting die een heel ander geluid uitdraagt, met als belangrijke speerpunten fysieke veiligheid en zelfwaardering. Ze ondervinden veel tegenstand, uitsluiting en zelfs agressie vanuit de linkse lhbti-groeperingen zoals het COC, dat zwaar gesubsidieerd allang niet meer de gewone homoman en -vrouw vertegenwoordigt, maar uitsluitend zichzelf.
Is de minister op de hoogte van het bestaan van De Roze Leeuw? Heeft zij al eens contact gezocht? Zo nee, is zij bereid deze organisatie uit te nodigen voor een gesprek en kennis te nemen van hun ideeën voor de verbetering van de positie van lhbti en hen wellicht een handje te helpen een ingang te vinden in de bestaande structuren?

Lhbti, zeker in de grote steden, voelen zich niet alleen onveilig op straat, maar ze hebben ook te maken met daadwerkelijk verbaal en fysiek geweld. Sommigen worden jarenlang geterroriseerd in hun eigen woning. Meestal betekent dit verhuizen, het homofobe tuig triomfantelijk achterlatend. Het zou allang overbodig moeten zijn dat Marokkaanse jongeren, de vierde generatie intussen, hierbij oververtegenwoordigd zijn. Wat heeft de minister de afgelopen periode gedaan om die oververtegenwoordiging van Marokkaanse daders tegen te gaan? Wat heeft ze de afgelopen periode ondernomen tegen homohaat vanuit de islam? Homohaat die zich niet alleen naar buiten richt, maar ook voor veel ellende zorgt voor lhbti binnen de islamitische gemeenschap zelf.

Voorzitter, ik ga afronden. Wij hebben ons in het vorige debat meermaals uitgesproken tegen vrouwenquota, tegen de cliëntelistische agenda van deze activistische minister. Tegen het onzalige plan om via discriminatie en ongelijke behandeling vrouwen naar de top te leiden. De VVD doet dat nu ook, althans de jongerenafdeling van de VVD, de JOVD. Ook positieve discriminatie is gewoon keiharde discriminatie. Wij zullen ons dan ook blijven verzetten tegen deze doorgeslagen agenda. De derde feministische golf en deze minister moeten hun prioriteiten eens op orde stellen.

Tweede termijn

Nog een laatste vraag aan de minister, voorzitter.

In haar gedreven gevecht voor inclusie en diversiteit bij politiek, onderwijs en particulier bedrijfsleven wordt geen groep vergeten: vrouwen, ‘mensen van kleur’, zoals dat in haar Newspeak wordt aangeduid, LHBTI. Allemaal vanuit het verhaal dat deze groepen systematisch, geïnstitutionaliseerd en structureel worden onderdrukt en gediscrimineerd. Ik betoog dat het een schande is dat deze minister al deze fatsoenlijke bedrijven en instellingen dat in de schoenen schuift. Het is werkelijk een gotspe, want het is NIET waar.

In al haar gedrevenheid vergeet de minister steevast één groep te benoemen waar dat WEL het geval is. En dat zijn PVV’ers. Bewezen en gedocumenteerd worden PVV’ers niet alleen niet benoemd, maar zelfs ontslagen. Niet één burgemeester, niet één Commissaris van de Koning. En dat terwijl de PVV al jaar en dag de tweede partij van het land is, na de VVD. De partij met het tweede grootste democratische mandaat van het land. PVV’ers worden buitengesloten door de NPO, door alle andere media op een enkele nieuwkomer na, ze worden bedreigd, geïntimideerd, fysiek aangevallen, ontslagen als ze uit HUN kast komen.
Mijn vraag is: waarom heeft u een warm inclusief hart voor iedereen, maar niet voor deze werkelijk gemarginaliseerde groep? En wat gaat u daaraan doen?

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ook de VVD, bij monde van de JOVD, samen met de Partij voor de Vrijheid, tot de conclusie komt dat het afdwingen van een vrouwenquotum op de universiteiten niet het juiste emancipatoire instrument is om meer vrouwen in een toppositie te manoeuvreren,

van mening dat een vrouwenquotum denigrerend is t.a.v. talentvolle vrouwen die op eigen kracht een dergelijke positie veroveren,

overwegende dat vermeende discriminatie niet bestreden mag worden omgekeerde discriminatie, zoals de TU-Eindhoven deed met het instellen van een ‘mannenstop”,

verzoekt de regering om het vrouwenquotum in het hoger onderwijs definitief te stoppen

en gaat over tot de orde van de dag.

Beertema