Skip to main content

Commissiedebat Masterplan Basisvaardigheden

Vz, wij zijn blij met het Masterplan Basisvaardigheden. Het zal eens tijd worden voor een ambitieuze agenda met een plan om de basisvaardigheden te herstellen die met het jaar dieper wegzinken. Waar alle voorgangers van deze minister sinds Rutte2 de boel op de meest schandelijke wijze op z’n beloop lieten, neemt deze minister regie. Al die voorgangers die met het jaar de basisvaardigheden verder lieten verkruimelen, tot het moment dat we 24% van de 15-jarigen als functioneel analfabeet moesten bestempelen, een schandvlek in de geschiedenis van het Nederlandse onderwijs, gaat deze minister eindelijk aanpakken. En daar is de PVV-fractie blij mee voorzitter.

Er past wel een waarschuwing naar de minister. Ook hij weet dat de juiste analyse van de problemen voorwaardelijk is voor het succes van de plannen.

Want hoe zijn wij eigenlijk op dit historische dieptepunt van semi-analfabetisme terechtgekomen?
Wij zijn blij dat de minister onze analyse onderkent dat het onderwijs jarenlang als vehikel is ingezet om zo’n beetje alle maatschappelijke problemen op te lossen. Dat het onderwijs daarmee wordt overladen met taken waarop het niet is toegerust en waardoor langzaamaan de focus is komen te liggen op zaken die niet of nauwelijks bijdragen aan de primaire educatie waar het onderwijs juist voor moet zorgen. De minister is daar in zijn brief duidelijk over.

Maar deelt de minister ook onze analyse dat het besturingsmodel van het onderwijs bijgedragen heeft aan de verslechtering van de kwaliteit? Deelt de minister dat de verschuiving van het eigenaarschap van het onderwijs van de ouders en leraren naar de bestuurders, heeft bijgedragen aan de funeste moderniseringen die hele generaties kinderen en jonge mensen kennis, kunde en vaardigheden hebben onthouden en hen gemankeerd de steeds ingewikkelder samenleving hebben ingestuurd, MET magische, niet bestaande 21e eeuwse vaardigheden, maar ZONDER de kennis en kunde om van een dubbeltje een kwartje te worden?

Vz, kijkend naar het Masterplan Basisvaardigheden en de vijf pijlers die het fundament vormen, zien wij veel plannen die - hoe zal ik het zeggen zonder van ‘open deuren’ te spreken - plannen die uitblinken in vanzelfsprekendheid.
Iedereen wil extra tijd en ruimte voor kwalitatief goede leraren, maar hoe ziet de minister deze vertaalslag in de praktijk. Is daar ruimte voor?
Mag ik een voorbeeld geven, voorzitter? Is het onderwijs bijvoorbeeld aantrekkelijk genoeg om daar als professional je leven te starten? Zorgt het onderwijs er in de breedste zin voor dat startende leraren ook binnen het onderwijs worden gehouden? Ik verwijs hiermee uiteraard naar leraren die onder het juk van de tijdelijke contracten leven. Wordt dit ook meegenomen?

De minister schetst in zijn brief wat er gebeurt als een school naar een loket gaat om extra hulp in te schakelen voor het opvijzelen van de basisvaardigheden. Dat ziet er in beginsel goed uit; geen overname van de school door deskundigen, bescheidenheid, afstand en op uitdrukkelijk verzoek wordt hulp geboden. Het eigenaarschap blijft nadrukkelijk bij de leraar, het team en de school.

Vz, ten aanzien van schrijven en lezen is er maar één methode die werkt: oefenen, oefenen en oefenen. Dit geldt eigenlijk ook voor het cijferen. Wij zijn dan ook benieuwd naar de didactieken die gebruikt gaan worden voor het rekenen. Zij moeten evidence-based zijn, maar vooral binnen het rekenen is er een heuse stammenoorlog ontstaan waarin beide kampen zich beroepen op een bewezen wetenschappelijk fundament. Het Freudenthal Instituut lijkt die stammenstrijd in haar voordeel te hebben beslist, waardoor we de opkomst van het realistisch rekenen hebben mogen aanschouwen. Sindsdien kunnen zelfs havo-meisjes en -jongens achter de kassa niet meer rekenen. Staat de minister achter deze visie op het rekenen in Nederland of deelt hij onze mening dat juist het realistisch rekenen de basisvaardigheden grote schade hebben toegebracht? Kan de minister een toezegging geven dat het traditioneel cijferen weer leidend wordt als evidence-based didactiek?

Vz, ten aanzien van de digitale geletterdheid willen wij de minister wijzen op enkele onwenselijke aspecten als het gaat om mediawijsheid. Het kan niet zo zijn dat deze lessen misbruikt gaan worden om leerlingen te indoctrineren over welke bronnen wel en juist niet als betrouwbaar worden gezien, met natuurlijk een glansrol voor de NPO en daaraan gerelateerde media als bastions van objectiviteit en feitelijkheid. Dit is Orwelliaans en het hoort geen plek te hebben in ons onderwijs waar linkse politieke indoctrinatie sowieso al aan de orde van de dag is. Kinderen moeten juist wegwijs gemaakt worden in diversiteit van meningen in ons medialandschap.