Skip to main content

Begroting onderwijs 2023

Vz,

Het gaat niet goed met het onderwijs. Al sinds Rutte2 niet. Het frustrerende is, dat de Kamer en de Ministers alle instrumenten om te sturen in de loop van de jaren hebben weggegeven aan de werkgeverskoepels. Door de lumpsumfinanciering in te voeren zijn de bestuurders allesbepalend geworden. De Ministers en wij, wij gaan nergens meer over.

Bij het debat over de begrotingsstaten van vorige week werd dat pijnlijk duidelijk.
Er ontstond wat ophef nadat collega Westerveld van GroenLinks een motie indiende waarin de regering werd verzocht om iets te doen aan het aantal vaste dienstverbanden.
De rapporteurs van VVD en CDA gaven aan dat het beleid niet goed kan worden gevolgd en geëvalueerd door de Tweede Kamer.
De motie van Westerveld wilde er juist voor zorgen dat wij als Kamer meer grip krijgen op een prangend probleem: de groei van het aantal tijdelijke aanstellingen.
De rapporteurs reageerden verbolgen op deze redelijke motie die ons als Kamer en de Minister wat meer regie zou kunnen geven. Die werd zelfs afgedaan als “kroegpraat”.

Maar wat is hier aan de hand?
Iedereen is het erover eens dat er iets gedaan moet worden aan de toename van de tijdelijke contracten, omdat die het lerarentekort in de hand werken.
Iedereen zou het er OOK over eens moeten zijn dat dit probleem in het grote schema der dingen een miniem punt is, een bijzaak die op een achternamiddag opgelost zou moeten kunnen worden.
Maar nee, voorzitter. Als de rapporteurs van CDA en VVD zeggen dat we de Ministers hiermee niet mogen lastigvallen, omdat we ze dan op pad sturen met een onmogelijke opdracht, dan hebben ze gelijk. Want we zijn tandenloos en machteloos.
Zoiets als dit werkt in de hand dat mensen spreken van een nepparlement. Waarom? Omdat we als Parlement niet eens de mogelijkheid hebben om hier sturend op te treden, moeten we uitwijken naar absurde maatregelen, zoals onbevoegden voor de klas, of het toestaan van vierdaagse lesweken. Er zijn namelijk geen leraren te vinden die er genoegen mee nemen om van het ene tijdelijke contract naar het volgende te zwerven en dus geen huis kunnen kopen, geen toekomst kunnen bouwen.
Graag een reflectie van de Minister: deelt hij onze mening dat Minister en Kamer zichzelf teveel regie ontnomen hebben, dat dat fnuikend is in deze tijd van onderwijscrisis en ziet hij de noodzaak van een onderzoek naar ingrepen in het bestuursmodel waarbij ook de lumpsumfinanciering kritisch wordt bekeken?

Vz, een van de speerpunten van het onderwijsbeleid is het bestrijden van de kansenongelijkheid, maar juist het lerarentekort zorgt ervoor dat die alleen maar groter wordt. Juist de kwetsbare leerlingen zitten op de scholen die onevenredig hard geraakt worden door het lerarentekort. Daar staan die onbevoegde leraren voor de klas, daar moet men overgaan op vierdaagse lesweken.
De massa-immigratie, die volledig uit de hand is gelopen, heeft tot gevolg dat een stad als Den Haag er maandelijks maar liefst vier volledige klassen bijkrijgt. Een onhoudbare situatie.
Wij pleiten dan ook voor een asielstop.
Is de Minister het met ons eens dat een asielstop eraan zou bijdragen ons onderwijs in rustiger vaarwater te krijgen? En is de Minister bereid om dit aspect op de agenda van Ministerraad te brengen? Graag een reactie.

Vz, 24% van de leerlingen in het voortgezet onderwijs is functioneel analfabeet. Ik schaam me voor dat gegeven. Een eerstewereldland dat een kwart van zijn kinderen niet kan leren lezen; dat gegeven mag niet gaan wennen, voorzitter. Het is een schande, een nationale schande dat we een kwart van onze kinderen sociaal gehandicapt de samenleving insturen.
Minister Wiersma heeft er een belangrijk speerpunt van gemaakt om de basisvaardigheden weer in het centrum van de aandacht te krijgen. En dat doet hij goed. Goed lezen, schrijven en rekenen, dat bevordert kansengelijkheid als niets anders. Dat emancipeert, dat verheft zoveel meer dan wat ook. En ik wens de Minister succes met dit beleid, dat MOET slagen. En ik wens hem wijsheid met het tegenstribbelen wat we nu zien vanuit de VO-raad die NB de achteruitgang van de leesvaardigheid jarenlang heeft gedoogd en zelfs in de hand heeft gewerkt.
Maar intussen zitten we wel met een generatie leerlingen waarvan 24% te laag scoort. De meesten komen in het mbo terecht. Om in ieder geval een deel van onze schuld in te lossen, zouden we alle eerstejaarsstudenten in het mbo moeten monitoren op leesvaardigheid en alle studenten die ondermaats scoren een verplicht inhaalprogramma moeten aanbieden, zodat alle mbo’ers de opleiding verlaten met minimaal niveau-2F.
Voelt de Minister ervoor om op deze manier bij te dragen aan iets wat de kansengelijkheid van deze studenten daadwerkelijk vergroot?

Voorzitter, wij zouden ook graag werken aan de aantrekkelijkheid van het vmbo en mbo. Daarom deze aanbeveling aan de regering; ga onderzoeken hoe in de eindtoets in het basisonderwijs praktische competenties, de ‘rechterhandjes’, geïmplementeerd kunnen worden. Dan worden naast de theoretische op een heel positieve manier ook de praktische competenties meegenomen en meegewogen.
Hier knapt het mbo meer van op dan van symbolische semantische ingrepen in de taalkundige aanduidingen ‘lager en hoger opgeleid’. Bovendien kunnen we met een positieve herwaardering van technische vaardigheden iets doen aan de doorgeslagen havo-isering. Graag een reactie.
Voorzitter, in het verlengde hiervan het volgende. Als iets de aantrekkelijkheid van het mbo kan versterken, is het wel aandacht voor vakmanschap. Al sinds ik hier in 2010 aantrad heb ik gepleit voor het herstel van het ambachtsonderwijs. Met collega’s zijn we zelfs naar Oostenrijk afgereisd, omdat we wilden weten waarom juist dat land zo succesvol was op de EuroSkills. Het bleek te gaan om kleinschalige overdracht van kennis en kunde van meester naar gezel, voorzitter.
In Nederland hebben we ook een paar van dat soort projecten. Eén daarvan, De Ambachtsacademie, levert vakmensen waar grote tekorten aan zijn, rietdekkers, pianostemmers, glazeniers. En uitgerekend van deze ambachtsschool wordt de bekostiging stopgezet. Dat kan dus echt niet voorzitter. Ik begrijp dat andere partijen hier ook bezorgd over zijn en ik nodig de Minister uit om hoe dan ook deze academie structureel te bekostigen en daarmee het bestaan veilig te stellen.

Vz, het giftige woke-gedachtegoed heeft het onderwijs, van de basisschool tot aan de universiteit, in een ijzeren greep. Het identiteitsdenken zet leerlingen, studenten en docenten tegen elkaar op, het ontwricht de samenleving en het zorgt voor een verdeling gebaseerd op kleur, afkomst en seksuele voorkeur. Het lijkt er sterk op dat het kerngezin, vader, moeder en kinderen, de basis van de rijke Westerse cultuur die zoveel beschaving, technische vooruitgang, welvaart en welzijn bracht, per se kapot moet. Dat die vervangen moet worden door talloze alternatieven, door verwardheid over gender en seksualiteit, door onrust en verdeeldheid. Zelfs in het basisonderwijs wordt de genderideologie ingebracht. Biologische wetmatigheden worden ontkend en kinderen worden blootgesteld aan de LHBTI+-agenda die uiteindelijk over seks gaat. Kinderen wordt geleerd dat gender en sekse inwisselbaar zijn en dat gender een eigen keuze is.
Voorzitter, wij zeggen: laat de kinderen met rust. Laat het aan de ouders. Het onderwijs, de overheid heeft hier geen rol. De overheid moet kinderen leren lezen, moet ze leren HOE te denken in plaats van WAT te denken.
Mijn volgende vraag aan de Minister: op basis van welk democratisch besluit wordt deze agenda eigenlijk uitgerold? Zijn er afspraken gemaakt met de VN? Met De EU? Ik kan me niet herinneren dat wij er hier over hebben gestemd dat leraren ‘change agents’ zouden moeten worden. Maar waar komen ze dan vandaan, die change agents? En kan de minister ons een definitie geven? Wat doen change agents eigenlijk in het onderwijs? En waarom moeten kinderen les krijgen over een door activisten gedreven minderheidsagenda?
Graag een reactie.

Voorzitter, als het gaat om de cancelcultuur in het hoger onderwijs, heb ik bij de vorige minister, ook van D66, in een motie verzocht om een ombudsman aan te stellen en een meldpunt in te richten ten behoeve van universiteitsdocenten die zich beperkt voelden, gebreideld voelden zelfs, door woke studenten en collega’s en PVV-haters. De Minister zei toen, en ik citeer:
‘Volgens mij zijn die meldpunten niet de oplossing voor een vraagstuk dat er zou zijn rondom academische vrijheid’. Einde citaat. Let op de formulering: ‘ZOU zijn’.
Toen ging het mij om academici die werden geïntimideerd en geschoffeerd, omdat ze zich verzetten tegen de wokecultuur. Een jonge doctor in Leiden werd pas nog bijna slachtoffer van een intellectuele lynchmob waarin op hysterische wijze werd geëist dat haar doctorsbul werd afgepakt. We hebben het er hier over gehad.
Dat meldpunt werd toen ontraden. Deze minister voert nu, ongevraagd, mijn motie uit 2018 uit. Ik dank hem daar hartelijk voor. Het kan raar lopen.
Ik heb er nog wel een vraag over. Kunnen ook de studenten, alumni, medewerkers en hoogleraren over wie ik zojuist sprak bij dit meldpunt terecht wanneer zij zich op welke wijze dan ook belemmerd voelen in hun academische vrijheid en de uitoefening van het vrije woord?

Ten slotte voorzitter, is de fractie van de PVV buitengewoon kritisch op de STAATSbemoeienis die de minister ontplooit als het gaat om wetenschapscommunicatie. Elke partij die ‘vrijheid’ en ‘democratie’ in het vaandel voert zou hiervan moeten gruwelen. De staat heeft namelijk net zo weinig zeggenschap over de wetenschap als de inquisitie dat ooit had, of de CCCP, of een minister van propaganda. Deze staatsbemoeienis verontrust ons des te meer, omdat deze minister handelt namens een partij die niet alleen de wetenschappelijke feiten wil monopoliseren, maar ook een tv-omroep die hem niet bevalt wil verbieden en zelfs een oppositiepartij die in de weg loopt zou willen verbieden.
Is de minister het met mij eens dat hij zijn rol van onafhankelijke wetenschapper heeft ingeruild voor die van hoogste uitvoerder van de Staat? Hij IS de staat en hij moet te allen tijde wegblijven van welk ingrijpen in de wetenschap dan ook, ook als dat goedbedoeld zou zijn. De wetenschap redt zichzelf wel, maar alleen in vrijheid, in alle vrijheid. Dat is de kern van wetenschap.
Graag een reactie.