Skip to main content

Inbreng debat wet sociale veiligheid op school - pesten

Als eerste wil ik duidelijk maken dat plagen en pesten nooit zullen verdwijnen uit de school. Het is onlosmakelijk verbonden met groeien, met karakterontwikkeling en de ontwikkeling van de eigen identiteit, die juist in de groep van peers een rol speelt. Dat zal altijd gepaard gaan met het opzoeken en overschrijden van grenzen. De grens tussen plagen en pesten is dun en het is de onderwijsprofessional die al eeuwen daarin een sturende rol heeft; altijd op basis van gezond verstand en van wijsheid.

In dit dossier, vz., zijn de klassieke links-rechts-sentimenten sterk aanwezig; overal waar sprake is van daders (in dit geval de leerlingen die andere leerlingen pesten) en slachtoffers (de gepeste leerlingen), richt het linkse sentiment zich op het begrip voor de daders; met hen wordt gepraat, zij worden op een empathische manier tegemoet getreden. Wat vooral vermeden wordt, is het daadwerkelijk aanpakken van de daders. Kenmerkend is ook het linkse wensdenken dat de school als organisatie en de leraar als individuele professional de competenties zouden hebben, of zouden moeten hebben, om de samenleving, in casu de ouders, de waarborg te bieden, de wettelijke garantie bovendien, op sociale veiligheid voor hun kind. Dat is inderdaad de ultieme vorm van links wensdenken vz. Het KAN niet. De Raad van State is het hierin met mij eens vz. Graag een reactie van de stas.
Om de redenering af te maken vz; de linkse aanpak van sociaal ongewenst gedrag, of het nu om criminaliteit gaat, om terreur of om pesten, laat bijna per definitie het slachtoffer in de kou staan. Mijn inbox staat vol met hartverscheurende verhalen van leerlingen en ouders die het gevoel hebben alleen te staan, verhalen van eenzaamheid en ellende en uiteindelijk van de slechtste afloop voor alle partijen: het gepeste kind dat de vernederende en traumatiserende gang moet maken naar een andere school. Terwijl de daders blijven in hun vertrouwde omgeving. In alle gevallen die soms zo pregnant in de media komen, in heel ernstige gevallen van pesten die ontaarden in geweld of eindigen in een intens verdrietige zelfdoding, zie je onmiddellijk de linkse reflex van praten, het raadplegen van echte en zelfbenoemde deskundigen, die dan opdraven in praatprogramma's waar we doen alsof we nu echt een oplossing gaan vinden. Een rituele vorm van theedrinken die nooit tot oplossingen leidt, omdat het linkse adagium blijft dat de daders/pesters hún eigen issues hebben en dat zij liefdevolle aandacht en begrip nodig hebben. En de slachtoffers? Die worden verwezen naar een weerbaarheidstraining of een kanjercursus met de impliciete boodschap dat zij hun lot over zichzelf hebben afgeroepen.

Het rechtse segment richt zich daarentegen op het benoemen van het probleem, de rechtse aanpak wil grenzen stellen en de slachtoffers koesteren. Binnen de grenzen van onze mogelijkheden. Wij willen niet aan wensdenken doen dat we niet waar kunnen maken. Ons adagium is dat in een school die echt sociaal veilig is, elke leerling, ook de leerling die op de één of andere manier meer of minder afwijkt van de standaard, zichzelf kan zijn. Acceptatie en respect voor dat wat afwijkt van de norm, dat leren, daar gaat het om bij opvoeden. Die acceptatie is er niet vanzelf; die moet afgedwongen worden met pedagogisch vernuft, niet met een wet die scholen dwingt tot een resultaatsverplichting ipv een inspanningsverplichting. Wettelijk gezien is een resultaatsverplichting onverantwoord. Want waar kan dat in het uiterste geval toe leiden. Bijvoorbeeld in het onverhoopte geval dat de school aansprakelijk wordt gesteld voor het overlijden van een pestslachtoffer. Kan de stas daarop reageren?

De PVV is van mening dat de focus op de pester moet liggen; de pester heeft een probleem als hij de veiligheid van een ander in het geding brengt.

Vz., scholen gaan nog steeds heel verschillend om met pesten; er wordt niet structureel gewerkt aan het tegengaan van pesten. Dat gegeven wordt breed erkend. En het is belangrijk om daar even bij stil te staan vz. Want er zijn al heel veel verplichtingen waar scholen mee te maken hebben als het over pesten gaat. En toch, en toch, is er geen eenduidige aanpak, er zijn zelfs scholen die er nog altijd niet of te weinig mee bezig zijn.

Hoe gaat deze voorliggende Wet daarin verandering brengen, vraag ik de stas. Er is al de inspanningsverplichting die verscholen ligt in de verplichting voor schoolbesturen om sinds 1 januari 2006 verplicht een schoolveiligheidsplan op te stellen. Scholen zijn al verplicht een klachtenregeling vast te stellen en een vertrouwenspersoon aan te stellen en informatie daarover op te nemen in de schoolgids. Scholen hanteren al anti-pestmethoden. Het is er allemaal al, maar het heeft niet geleid tot veiliger onderwijs. Waarom gaat deze nieuwe Wet die NB een resultaatseis stelt dat dan wel doen? Dat gaat niet lukken vz, geef ik de stas mee. En het kan tot een juridische jungle gaan leiden in gevallen dat zaken echt uit de hand gelopen zijn. Het gaat niet lukken omdat alle andere maatregelen ook niet gelukt zijn.

Want wat beoogt deze nieuwe Wet?

Het gaat om drie concrete verplichtingen:
- het voeren van sociaal veiligheidsbeleid (bijv. protocol, anti-pestmethodes etc.)
- het coördineren van het beleid ten aanzien van pesten en fungeren als aanspreekpunt in het kader van pesten bij een persoon (aanstellen van een vertrouwenspersoon);
- de monitoring van de sociale veiligheid van leerlingen (het welbevinden van leerlingen).
Kortom; niets nieuws volgens de PVV. Zelfs de Onderwijsraad en Raad van State hebben de stas geadviseerd dit wetsvoorstel níet op deze manier naar de Tweede Kamer te zenden. Kan de stas mijn fractie uit leggen waarom hij deze wet persé in deze vorm wil voorleggen, terwijl scholen zich nu al niet houden aan de al ingevoerde anti-pestmaatregelen en het afgesproken lijstje met goedgekeurde anti-pestmethoden?

Over de anti-pestmethoden het volgende. Hartger Wassink, de associate lector Normatieve Professionalisering aan de Hogeschool Utrecht (NRC, 30 mei 2014) stelt dat algemene protocollen, noch enig anti-pestprogramma een oplossing bieden voor specifieke gevallen. Iedere pestsituatie is anders. Hij stelt dat geen enkele anti-pestmethode, goedgekeurd of afgekeurd door OCW, effectief zal zijn. "Dat de werkzaamheid van de antipestprogramma's niet is aangetoond, is niet zo verwonderlijk. Onderwijs is immers geen lineair proces van input en output. Leerlingen nemen hun eigen geschiedenis en eigen psychische gesteldheid mee. Ze kunnen daar niet altijd op een rationele manier op reflecteren. Leraren nemen ook hun persoonlijke geschiedenis, ervaring en wereldbeeld mee. Al deze percepties en opvattingen werken op elkaar in, ze beïnvloeden elkaar. Daarbij, iedereen wisselt voortdurend van perspectief. Soms ben je een pester, soms ben je de gepeste, soms klaag je aan, soms loop je mee. Een andere keer ben je buitenstaander. Ook de leraar. Het idee, dat als we maar genoeg onderzoek doen, we uiteindelijk de doorslaggevende factoren zullen bepalen die pesten 'veroorzaken' of 'oplossen' is fictie". Kan de stas hierop reageren?

Onze conclusie is dat er geen ultieme oplossing is voor het probleem pesten. Laten we dat erkennen. Het valt niet te voorkomen. Wat we wel kunnen is signaleren, pesten tot risicovol gedrag maken door in te grijpen als dat nodig is. Dat kunnen we doen door incidenten te registreren, in het leerlingdossier op te nemen, te bespreken en uiteindelijk te sanctioneren. Op die manier nemen we de gepeste leerling het best in bescherming; door ons te richten op het isoleren van de daders.

Vz., dit wetsvoorstel komt ter vervanging van het ingetrokken wetsvoorstel Incidentenregistratie dat scholen verplichtte om incidenten op school te registreren. In 2009 zijn er in opdracht van OCW pilots uitgevoerd. De regering stelde namelijk in juli 2010 vast dat zij onvoldoende inzicht heeft in aard en omvang van incidenten op schoolniveau en dat verplichte registratie daarvoor een oplossing zou zijn. Zodoende is er in het kabinet Rutte 1 op 8 juli 2011 een 'Wetsvoorstel voor verplichte incidentenregistratie' ingediend. In oktober 2010 adviseerde de Raad van State negatief. Dit mede op grond van problemen met de privacywetgeving. Maar wat wil het geval? Een voorlopig afgekeurd antipestprogramma, de M5 aanpak, werkt met een eigen incidentenregistratiesysteem en heeft daarvoor in februari 2015 het Nederlands Privacy Keurmerk gekregen. Daarmee is incidentmelding met persoonsgegevens wél mogelijk, zonder dat de privacywetgeving geschonden of genegeerd wordt. Wat houdt de stas dan nog tegen om een incidentenregistratiesysteem op te tuigen zonder dat de privacy geschonden wordt en de verplichte incidentenregistratie op te nemen in deze nieuwe wet onder het onderdeel 'monitoring'? Graag een reactie.

Wat wil de PVV? Vz., het liefst willen we de wet Verplichte incidentenregistratie terug, maar dat gaat hoogstwaarschijnlijk niet lukken. Daarom is het verstandig, lijkt ons, de wet zoals die nu klaarligt aan te vullen met de verplichte incidentenregistratie als onderdeel monitoring van de (sociale) veiligheid van leerlingen én leerkrachten.
Ook achten wij het van belang om een sanctioneringsmaatregel op te nemen met betrekking tot de verplichte incidentenregistratie: 'three strikes and you're out'. Bij onveilige situaties dient er in de eerste plaats een zowel schriftelijke als mondelinge waarschuwing te volgen, bij de tweede 'overtreding' door dezelfde dader en dus registratie volgt er een interventie met ouders, de betrokken leerling en schoolleiding en bij een derde keer gaat de school over tot verwijdering van de pester/dader. Is dit leuk? Nee vz., absoluut niet. Maar er zijn al jaren overheen gegaan en het zijn altijd de slachtoffers die het veld hebben moeten ruimen. Het is nu tijd dat duidelijk wordt gemaakt dat het creëren en in stand houden van onveilig gedrag voor anderen niet wordt geaccepteerd op scholen. Schuiven we het probleem daarmee opzij? Ontnemen we daarmee leerlingen het onderwijs? Absoluut niet! de gedachte achter de 'three strikes'-maatregel is juist dat het tot zelfinzicht leidt bij de pester/dader. Zodat deze wel 2 keer nadenkt voordat hij/zij wéér de mist in gaat. Het opnemen van leerlingen die worden weggestuurd kan worden georganiseerd via convenanten in een wijk of gebiedsdeel, zoals dat al vaker is geregeld.
In gevallen waarbij leerlingen vaker van de éne naar de andere school worden gestuurd, omdat zij niet leren van hun fouten ligt er een rol voor Jeugdzorg, Bureau Halt etc. en NIET voor het reguliere onderwijs.
Nog een aantal opvallende zaken in het traject naar deze wet toe, vz. De Kinderombudsman heeft zich meerdere malen openlijk in de media uitgesproken voor de Finse anti-pestmethode KiVa en zich negatief uitgelaten over andere methodes. Hij oefent hiermee druk uit op scholen, die niet voor de KiVa hebben gekozen. De vraag die zich voordoet binnen de PVV-fractie is: is het verstandig dat de Kinderombudsman zich zo openlijk en expliciet uitspreekt voor invoering van de ene of de andere anti-pestmethode? Was het niet passender geweest, als hij zijn onafhankelijke positie had gebruikt om toezicht te houden op een juist en correct verloop van het werk van de commissie. Graag een reactie.

In 2010 ontvangt de KiVa 1 miljoen euro van OCW voor onderzoek. In 2015 ontvangt de KiVa-methode nogmaals 1,5 miljoen euro van NWO voor onderzoek. Wordt de KiVa-methode hiermee niet in een bevoorrechte positie gemanoeuvreerd? Het lijkt erop dat OCW een sterke voorkeur heeft voor de KiVa methode en daarmee een ongelijk speelveld creëert. Graag een reactie van de stas.

Afrondend vz., waarom staan wij niet te juichen bij deze goedbedoelde wet? Omdat hij precies dat is: een wet van goede bedoelingen op papier waarin van alles wordt voorgesteld wat er al is in de vorm van antipestbeleid en antipestprotocollen. Alle redenen waarom de RvS adviseert om deze wet niet aan de TK te zenden snijden hout. Op alle punten bestaan al wettelijke verplichtingen. Maar het is géén kwestie van wettelijke verplichting. Die gaat scholen niet veiliger maken, die gaat leraren niet alerter maken. Het enige dat telt is cultuur; het sociaal-pedagogisch klimaat in een school, waar juist de schoolleider zo bepalend voor is. Dat is wat telt. Hoe kan het dat er nog altijd zoveel verschil is in de benadering pesten per school? De ene school doet heel veel, de andere niets. Ook op de scholen die er wel bewust mee omgaan, blijft het tobben door personeelswisselingen, door functieveranderingen, door personele onrust, door organisatorische ad hoc oplossingen, etc. Dat is nu eenmaal zo, ook al zouden we allemaal willen dat scholen bakens van rust en constituent beleid waren. Laten we onderkennen dat scholen deze problematiek zoals voorgesteld in deze wet niet aankunnen. EN laten we het inzicht delen dat scholen en leraren hun beperkingen moeten kennen. Leraren zijn geen psychologen, scholen zijn geen centra voor psychotherapie. Scholen kunnen niet omgaan met complexe groepsdynamische processen waar allerhande beschadigde kinderen een rol in spelen. Doe dan ook niet alsof. Ken je beperkingen en verwijs door in een vroeg stadium. Herkennen is al mooi genoeg. Signaleren, registreren, praten, waarschuwen en pesters aanpakken. Dat is wat scholen moeten doen. Maar wel met een stok achter de hand; 3 strikes and you're out.