Skip to main content

Spreektekst Wijziging van de Wet op het primair onderwijs etc. i.v.m. het regelen van de mogelijkheid om een deel van het onderwijs te geven in de Engelse, Duitse of Franse taal 24 maart 2015

Vz., dit wetsvoorstel heeft tot doel om het voor basisscholen in het regulier basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs mogelijk te maken dat een deel van de onderwijstijd in een andere taal dan het Nederlands, of het Fries in Friesland, kan worden aangeboden, te weten in het Engels, Duits of Frans. Bij Algemene Maatregel van Bestuur wordt het percentage van de onderwijstijd vastgesteld dat per schooljaar in de Engelse, Duitse of Franse taal kan worden gegeven. In de praktijk zal er nauwelijks sprake zijn van de introductie van Duits en Frans. Het zal vooral Engels zijn dat aangeboden zal worden. Als voornemen heeft de staatssecretaris om in eerste instantie dit percentage vast te stellen op maximaal 15% van de onderwijstijd per schooljaar. Dit percentage volgt uit het advies van de Onderwijsraad in 2008 en uit het proefproject "15% vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto)". Scholen kunnen dus vanaf het schooljaar 2015-2016 met deze wet maximaal 15% van de onderwijstijd in het Engels, Duits of Frans aanbieden. Maar het is zonder deze wet ook al mogelijk meertalig onderwijs aan te bieden. De nieuwe wet geeft de staatssecretaris echter de mogelijkheid om na enige tijd, zónder eerst een nieuw experiment te houden, met een pennenstreek, scholen toestemming te geven het percentage les in het Engels bij andere vakken dan Engels te verhogen naar om het even welk percentage. In beginsel opent deze nieuwe wet de mogelijkheid om zelfs geheel Engelstalig onderwijs te geven.

Vz.,al sinds 2002 dringen de Europese Raad van regeringsleiders en de Commissie aan op "veralgemeende meertaligheid" van de burgers. In een actieplan preciseerde de Europese Commissie: "Alle leerlingen moeten worden aangemoedigd, om naast hun moedertaal, minimaal nog twee Europese talen te leren. De lidstaten moeten maatregelen nemen, waardoor in het kleuter- en basisonderwijs op jonge leeftijd vreemde talen kunnen worden geleerd". In het elitaire deel van Nederland is die boodschap niet aan dovemansoren gericht. Dit huidige kabinet slaat zichzelf op de borst over de internationale kosmopolitische oriëntering en die wil men natuurlijk vertalen naar het onderwijs.

De PVV vraagt de staatssecretaris of hij kan toelichten hoeveel po- en vo-scholen nu al meertalig onderwijs aanbieden. Is er iets te zeggen over de stadsdelen waar die scholen zich bevinden, in welke wijken vinden we ze, hoe is de samenstelling van de leerlingpopulatie als het gaat om autochtoon/allochtoon? Klopt mijn gevoel dat het vnl witte scholen zijn? Kan de stas ook toelichten hoe dat nú geregeld is (wettelijk) en wat de meerwaarde zou moeten zijn van deze nieuwe wet? Het is zonder deze wet namelijk ook al mogelijk meertalig onderwijs aan te bieden. Heeft de stas het idee dat veel scholen door invoering van deze wet opeens gretig gebruik gaan maken van deze regeling? Graag een reactie.

Vz., het is overigens ook nog zeer de vraag of meertalig onderwijs wel zo geschikt is als de stas doet voorkomen voor kinderen uit minderheidsgroepen die een andere thuistaal spreken dan het Nederlands. De taalbeheersing in die groepen is al problematisch genoeg en dat heeft een negatieve uitstraling naar alle autochtone kinderen in die klassen en op die scholen. Juist daarom is er beleid ingezet om de kwaliteit van de kernvakken Nederlands en rekenen te verhogen. Verengelsing (Duits of Frans) van het basisonderwijs bereikt het tegendeel. Er is trouwens nog een groep kinderen waarvoor meertalig onderwijs niet de juiste keuze is, namelijk voor die kinderen die te kampen hebben met één of andere leerstoornis. Meertalig onderwijs lijkt niet de optimale keuze voor deze leerlingen. Is de stas dit met ons eens en op welke manier gaat de stas rekening houden met deze leerlingen? Graag een reactie.

Vz., de Zwitserse taalkundige Simone Pfenninger (Universiteit van Zürich) kwam bovendien tot de conclusie dat jong een tweede taal leren geen voordeel levert boven die vreemde taal op latere leeftijd eigen maken. Vroegtijdig aanleren van een vreemde taal kan zelfs op de korte termijn negatief uitpakken voor de eerste taal. Graag een reactie van de stas.

Vz., de PVV is van oordeel dat de positie van de Nederlandse taal overeind moet blijven. De deur wagenwijd open zetten voor meertalig onderwijs is de eerste stap in de verdringing van het Nederlands. Engels is mondiaal een onbetwist dominante taal aan het worden. Experimenten met een prestigieuze tweede taal wijzen uit dat na invoering van meertalig onderwijs al snel de roep komt naar volledig eentalig onderwijs in de vreemde taal, zeker als die vreemde taal een prestigieuze dominante taal is. Dat was bijvoorbeeld het geval na de invoering van immersieonderwijs in Nederland: na wat tegenvallende resultaten met eerste experimenten schreef professor Gerard Westhoff: "De beschikbare gegevens overziende, lijkt de conclusie onontkoombaar dat, met alle goede bedoelingen, de experimenten in ons land zich tot nog toe juist hebben geconcentreerd op de minst succesvolle vorm van 'immersion'. Het zou daarom aanbeveling verdienen, op zijn minst, daarnaast, ook in de basisscholen met totale onderdompeling te gaan experimenteren." (Westhoff, 1993, p. 144). Deze linguïst pleit zonder enig voorbehoud voor het opgeven van de eigen taal in het onderwijs en voor de invoering van de tweede taal, met name het Engels als instructietaal voor het Nederlandse basisonderwijs. Vz, onze vrees is dit: als de tweede taal als onderwijstaal steeds meer de rol van het Nederlands gaat overnemen, wordt het Nederlands feitelijk gedegradeerd tot een huis-, tuin- en keukentaal voor de intieme kring en de huiskamer. Zoals het Frans ten tijde van de Franse overheersing de taal van de bestuurlijke elite was en de cultuurtaal was om daarmee het Nederlands te degraderen tot de taal van de straat - in België/La Belgique is die vrees een stuk manifester dan bij ons - , zo dreigt datzelfde nu te gebeuren met het Engels als de taal van de elite en het Nederlands als de taal van het volk. De scheiding tussen wereld van de elite, van de politiek en de bestuurders enerzijds en de gewone burgers aan de andere kant van de kloof, zal ervoor zorgen dat de twee groepen elkaar letterlijk niet meer verstaan. Daarnaast is deze beweging voor de PVV het toppunt van cultuurrelativisme: er wordt de facto afscheid genomen van de sociale en culturele positie van onze Nederlandse taal en daarmee van de drager van de Nederlandse cultuur die onze taal eigenlijk is.

Kortom vz., de PVV overweegt dit wetsvoorstel niet te steunen.