Skip to main content

Spreektekst – AO Examens in het voortgezet onderwijs (24-06-2015)

Voorzitter, dank aan de staatssecretaris voor zijn reactie op het omkeren van de volgorde eerste en tweede correctie van de centrale examens in het voortgezet onderwijs in zijn brief van 23 april 2015. In 2014 werd onze motie om de examencorrectie om te draaien, verworpen. De stas beloofde mij echter ‘dat hij zou spreken met het veld’. Na overleg met de VO-raad, heeft de stas alsnog besloten mijn motie uit te voeren. Vanaf 2016 worden de eerste en tweede correctie van de centrale examens in het voortgezet onderwijs in volgorde omgekeerd. Eerst beoordeelt een docent van een andere school het examen. Pas daarna is de eigen docent aan de beurt. Het Eindexamenbesluit VO zal daarvoor gewijzigd worden. In 2017 worden de effecten beoordeeld en wordt er bekeken of verdere of andere maatregelen nodig zijn.

Vz., even terug naar de aanleiding die wij zagen om deze motie in te dienen. Dat was een onderzoek van het Cito uit 2013 waaruit bleek dat SLECHTS één derde van de correctoren de tweede correctie integraal (overeenkomstig de voorschriften) uitvoert. De uitkomsten van dat onderzoek leidden tot de vraag of leerlingen wel een faire beoordeling kregen van hun examenwerk en of alle leerlingen wel op een gelijke manier werden beoordeeld. DAT was de reden om iets te veranderen aan het correctiesysteem: het functioneert NIET naar behoren. En als de Partij voor de Vrijheid altijd iets belangrijk gevonden heeft, dan is het weL het zgn civiel effect van diploma's, zeg maar de waardevastheid van het diploma, de brede erkenning en herkenning door vervolgonderwijs en bedrijfsleven, en breder nog, van de samenleving als geheel, van de kwaliteit van onderwijs dat aan dat diploma ten grondslag ligt.

Vz., uit de pilot blijkt dat het omdraaien van de correcties leidt tot een zorgvuldiger beoordeling. Zoals de PVV-fractie al verwachtte, garandeert omdraaiing van de correcties een integrale correctie. Zo stelt ook de VO-raad in haar brief dat de tweede corrector (een leraar van een andere school) geen houvast meer heeft aan de resultaten van de eerste correctie en dus alles zal na moeten kijken. De (oorspronkelijk) eerste corrector doet een zorgvuldige eindcontrole, omdat het om zijn of haar leerlingen gaat. Er wordt dus beide keren INTEGRAAL naar het gemaakte werk gekeken. In de brief van de stas lees ik niets over een terugkoppeling aan de externe corrector als er verschillen geconstateerd worden. Ik krijg mails waarin docenten namelijk het idee hebben dat de eigen docent, die als laatste een correctie uitvoert, de vrijheid lijkt te krijgen om de resultaten van de leerlingen naar zijn ideeën aan te passen, zonder dat de externe corrector daar weet van heeft. Er is altijd wel een leerling die een of meerdere genadepunten nodig heeft. Wanneer een docent zoiets doet, lijkt de drempel erg hoog om als externe corrector in dat geval dan ophef te maken Graag wil ik voor DIE docenten die dat beeld hebben, hier helder hebben dat zij zeker een punt hebben en dat bij gebrek aan een goede procedure over terugkoppeling een dergelijke correctieprocedure fraude in de hand werkt. Als ex-docent weet ik uit ervaring hoe die procedures werken en dat er altijd een terugkoppeling nodig is. Kan de stas toelichten hoe de terugkoppeling bij omkering van de correcties zal plaatsvinden?

Vz., ook wil ik hier de suggestie bestrijden dat omdraaiing van de correcties leidt tot meer werkdruk. Het corrigeren is immers al onderdeel van de taken van een docent. Kan de stas dit bevestigen? Tot zover de correctievolgorde.

Vz., ten slotte, het toetsen van spelling: de PVV is verheugd over het feit dat bij het centraal examen Nederlands volgend jaar op havo en vwo ook weer getoetst zal worden op spelling. De PVV deelt de mening van de stas dat het niet meer toetsen op spelling een ongewenst effect is van de verandering van het onderdeel leesvaardigheid van het centraal examen Nederlands. De PVV heeft altijd ingezet op bevordering van de Nederlandse taal en zal dat ook blijven doen. Terecht blijkt maar weer, want het vwo-examen Nederlands bleek ook dit jaar weer één van de moeilijkste. „Er kwamen alleen al 22.000 klachten binnen over dat examen. En dat terwijl maar 38.000 leerlingen dat examen maken. Het waren lange teksten met erg moeilijke woorden”, stelt LAKS.
De PVV geeft de stas wel één advies mee als het gaat om de totstandkoming, inhoud en manier waarop er getoetst gaat worden: laat deze toets omtrent spelling a.u.b. niet verwateren in net zo’n discussie als de ‘o zo gevreesde rekentoets’. Er is niks mis met de lat hoog leggen, het werkt juist bevorderend. Over de rekentoets komen we volgende week woensdag nog te spreken, dus dat laat ik even voor wat het is, vz.

Tot zover.