Skip to main content

In de media - Opinie

Een ambassadeur kan niet voor twee landen optreden - Opinie Wilders & Fritsma in Trouw

Een verbod op dubbele nationaliteit moet ook gelden voor ambtenaren en rechters. Dit is niet strijdig met artikel 1 van de grondwet, dat discriminatie verbiedt.
Zoals bekend staat de Partij voor de Vrijheid (PVV) op het standpunt dat leden van het kabinet geen dubbele nationaliteit mogen hebben. Ook zou een dubbele nationaliteit verboden moeten zijn voor alle andere personen die een politiek ambt bekleden, zoals leden van de Eerste en Tweede Kamer, provinciale staten, gedeputeerde staten, gemeenteraden en colleges van burgemeester en wethouders. De schijn van belangenverstrengeling en dubbele loyaliteiten in het openbaar bestuur moet worden uitgebannen.

Trouw.nl - Het is ook noodzakelijk dat een verbod op dubbele nationaliteit van toepassing wordt op bepaalde andere overheidsfuncties. Bijvoorbeeld op ambassadeurs, rechters, officieren van justitie, politieagenten, militairen en bepaalde medewerkers van de IND en AIVD. Altijd moet de schijn vermeden worden dat een rechter, officier van justitie of politieagent met ook de Marokkaanse nationaliteit soepeler omgaat met Marokkaanse criminelen dan met niet-Marokkaanse criminelen. Voorts is het te gek voor woorden dat thans de theoretische mogelijkheid bestaat dat oud-GroenLinks kamerlid Mohammed Rabbae, die ook een Marokkaans paspoort heeft, de Nederlandse ambassadeur in Rabat kan worden. Het is niet aanvaardbaar dat bijvoorbeeld een politieagent of een AIVD-medewerker met een dubbele nationaliteit zich bij overtreding van de wet de benen kan nemen naar het land waar hij of zij de tweede nationaliteit van bezit.

Daarnaast rijst de legitieme vraag hoe een militair met ook een Turks paspoort zal handelen in een hypothetische oorlog tussen Nederland en Turkije. Aan welke kant staat hij? Het mag nooit zo zijn dat een militair die verplicht is Nederland te verdedigen, tevens gehouden is om voor een vreemde mogendheid oorlog tegen Nederland te voeren. Een meerderheid in de Tweede Kamer wil de Turkse regering er toe te bewegen Nederlandse Turken vrij te stellen van de militaire dienstplicht in dat land. Dit is een schijnmaatregel. Het is beter om artikel 15 van de Rijkswet op het Nederlanderschap zo aan te passen dat een iemand de Nederlandse nationaliteit verliest zodra hij in vreemde krijgsdienst treedt, vrijwillig hetzij door de dienstplicht.

Onze tegenstanders zullen met opgeheven vinger op de artikelen 1 en 3 van de Grondwet wijzen. Artikel 1 is het gelijkheids- en non-discriminatie-artikel. Artikel 3 bepaalt dat alle Nederlanders op gelijke voet in openbare dienst benoembaar zijn.

Dit Artikel 3 van de Grondwet kan gelezen worden als een inperking op artikel 1. Artikel 3 ziet immers uitsluitend op Nederlanders, terwijl artikel 1 gericht is op allen die zich in ons land bevinden.

Artikel 1 bepaalt op haar beurt dat gelijke gevallen, gelijk behandeld moeten worden. Eén nationaliteit is evident niet hetzelfde als een dubbele nationaliteit. Er is dus per definitie geen sprake van een gelijk geval.

Wat betreft artikel 3, dat kan zo gelezen worden dat het beoogt dat enkel personen van wie de loyaliteit aan alleen Nederland verondersteld mag worden, tot publieke ambten toegelaten dienen te worden. Het uitsluiten van mensen met een dubbele nationaliteit is zodoende niet in strijd met artikel 3. Blijkens de grondwetsgeschiedenis is het mogelijk dat bij benoemingen in openbare dienst rekening gehouden wordt met criteria als godsdienst en politieke gezindheid (prof. mr. C. A. J. M. Kortmann, Constitutioneel Recht, 2001). Waarom zou er dan geen rekening gehouden mogen worden met het nationaliteitscriterium?

Overigens, onderscheid maken is op zichzelf niet onrechtmatig. Het is algemeen geaccepteerd dat een persoon van 18 jaar wél actief en passief kiesrecht geniet, en iemand van 17 jaar niet. Tevens klaagt niemand over het feit dat het homohuwelijk niet exact dezelfde rechten schept als het heterohuwelijk. Bij de algehele grondwetsherziening van 1983 – toen het huidige Artikel 1 tot stand kwam – heeft de regering opgemerkt dat slechts ten aanzien van bepaalde kenmerken en eigenschappen van personen het verbod van discriminatie van toepassing is. Welke kenmerken en eigenschappen dit zullen zijn, zal door de maatschappelijke werkelijkheid worden bepaald, aldus de toenmalige regering.

Wijze woorden. Om voorstaande redenen is een verbod op een dubbele nationaliteit – ook voor mensen in overheidsdienst – niet in strijd is met Artikel 1 dan wel Artikel 3 van de Nederlandse Grondwet.

  • Aangemaakt op .