Skip to main content

Begroting onderwijs

Vz, de laatste begrotingsbehandeling van deze beide ministers, voor de verkiezingen in maart. Tijd dus om de balans op te maken, tijd om bepalen wat deze ministers van ChristenUnie en D66 het onderwijs hebben gebracht.
Dit is de erfenis die zij achterlaten: het onderwijs zit in een vrije val.
De Partij voor de Vrijheid onderkende als eerste en als enige dat er sprake is van een systeemcrisis. Dat zeiden wij niet lichtvaardig. Maar als je de feiten op een rij zet, dan is er geen ontkennen aan. Want wat zijn die feiten?

Het kennisniveau is onder de drie Kabinetten Rutte schrikbarend gedaald. Zelfs studenten en beginnende leraren zijn nauwelijks nog in staat om foutloos Nederlands te schrijven en velen beheersen de basisregels van het rekenen niet meer. Het ernstigste gevolg is dat 24% van de 15-jarigen laaggeletterd is. Dat wil zeggen dat ze bijvoorbeeld niet meer in staat zijn om een eenvoudige verf-menginstructie voor een huisschilder te begrijpen.
Dat bijna een kwart van de kinderen semi-analfabeet is, is een regelrechte schande voor een westers land, waar leesvaardigheid absolute noodzaak is om je als burger te ontplooien. Al deze mensen zullen een moeizaam leven tegemoet gaan, waarin ze nauwelijks in staat zijn hun dromen waar te maken, hun ‘pursuit of happiness’ te realiseren. Want zonder leesvaardigheid word je van een dubbeltje nooit een kwartje.
Ik wil graag een reactie van de minister op deze constatering. Hoe heeft u dit nou zo op z’n beloop kunnen laten?

Vz, de tweede onderwijsramp die zich onder de kabinetten Rutte voltrok, is het lerarentekort.
Het beroep van leraar is onaantrekkelijk geworden. Was de leraar ooit een zelfbewuste pedagoog die autonoom vormgaf aan het onderwijstraject van de leerlingen, nu is hij een uitvoerder van onverantwoorde onderwijsmodellen die hem worden opgedrongen door managers die zelf nauwelijks voor de klas hebben gestaan en zich laten leiden door de ene na de andere onderwijshype. Iets uitleggen aan een klas, instructie geven, opdrachten geven en toetsen zijn in veel vormen van onderwijs verboden. Ze zijn vervangen door leerlingen in grote zalen, waar ze eenzaam achter een pc hun zogenaamde gepersonaliseerde traject moeten doorwerken.
Op ROC Nijmegen hebben we gezien waar dat toe leidt: één leraar die geacht wordt orde te houden in een zaal waar de leerlingen achter hun pc van alles doen, behalve met hun opdrachten bezig zijn. ‘Wanneer krijgen we weer les?’ is de wanhopige vraag die ze stellen. Maar lesgeven mag juist niet meer van de broodprofeten van het Nieuwe Leren. Een lerares die daar een kritisch boek over schreef, werd zelfs ontslagen. Ontslagen in een tijd van een gierend lerarentekort.
Logisch dus dat mensen geen trek meer hebben in een baan als leraar. Als je als leraar gedegradeerd wordt tot instructeur, tot oppasser, dan ga je wat anders doen met je leven, zeker als je bij het eerste het beste kritische geluid wordt ontslagen.
Wil de minister hierop ingaan, en specifiek op dit Nijmeegse voorbeeld van slecht werkgeverschap dat alle pogingen frustreert om het lerarentekort te bestrijden.

Vz, nog een reden waarom jonge ambitieuze mensen niet meer voor het onderwijs kiezen, is het multiculturele drama dat zich juist in het onderwijs aftekent. Dit funeste gevolg van de politiek van open grenzen zorgt ervoor dat in de grote steden het lerarentekort het meest nijpend is. Met een leerlingenpopulatie die bestaat uit zo’n 180 verschillende nationaliteiten is het onmogelijk om rust, regelmaat, structuur en veiligheid te realiseren; factoren die onmisbaar zijn voor gedegen onderwijs. Ruzies, vechtpartijen, intimidatie, haat, achterstanden en criminaliteit noodzaken scholen om te veel energie te besteden aan bijzaken zoals bemiddeling, schuldsanering, reclassering en jeugdzorg. Het probleem is dat al dat soort zaken geen kerntaak zijn van scholen en dat leraren niet zijn opgeleid tot sociaal werker. Die willen lesgeven. Maar dat mag niet meer.
Intussen is het lerarentekort zo uit de hand gelopen dat deze regering ervoor gekozen heeft om onbevoegde leraren voor de klas te zetten, onder het motto: liever iemand voor de klas dan niemand.

Maar, voorzitter, we zijn er nog niet.
In plaats van dat men leert van alle mislukkingen die de onderwijsvernieuwingen stuk voor stuk waren, gaat men met grote vaart door.
De ziekelijke vernieuwingsdrang binnen het onderwijs wordt nu gekenmerkt door een leeg begrip als ‘21e-eeuwse vaardigheden’. Die worden binnenkort praktijk met de volgende onderwijsvernieuwing: Curriculum.nu. De kwaliteit van het onderwijs zal nog verder wegzakken. Veel ouders en zelfs leraren hebben nog nooit van Curriculum.nu gehoord. Toch dreigt hetzelfde te gebeuren als 21 jaar geleden bij de invoering van de rampzalige Tweede Fase in het voortgezet onderwijs.
Curriculum.nu slurpt geld en energie en zal nog meer onrust en werkdruk onder leraren veroorzaken. Het is vernieuwen om het vernieuwen.
Zeker gezien de dalende leerprestaties waardoor er jaarlijks meer mensen bijkomen met een taal- en rekenachterstand, is deze onderwijsvernieuwing uiterst onwenselijk.
Maar deze minister, nota bene zelf leraar geweest, gaat onvermoeibaar door. Op de PVV, SP en 50PLUS na gaan alle partijen hier gewoon door met deze volgende ontwrichtende vernieuwing.
Op 1 juni 2016 diende ik een motie in om te stoppen met deze vernieuwing die toen nog Onderwijs2032 heette. Alleen de SP en 50PLUS steunden. Donderdag geef ik met een nieuwe motie de andere partijen een herkansing. Ik hoop dat ze die verstandig zullen gebruiken.
Voorzitter, de PVV wil geen vernieuwingen meer. Wij pleiten voor onderwijsveroudering in plaats van onderwijsvernieuwing.

Hoe ziet die eruit? Dit is het onderwijs waar wij naar streven: terug naar de basis van het onderwijs, het overbrengen van kennis en kunde. In kleinschalige scholen waar leerlingen gekend worden, met regelmaat, rust, structuur, veiligheid en discipline. Met ‘directe instructie’, in plaats van zelfontdekkend leren: het overbrengen van kennis en vaardigheden door een vakkundige leerkracht, in een klas waar uitgelegd wordt, waar opdrachten gemaakt en gecontroleerd worden en waar het geleerde wordt geëvalueerd in de vorm van een klassengesprek of een toets. Zo bereid je leerlingen voor op de toekomst.

Voorzitter, we willen dat doen met leraren die zich neutraal uiten en zich richten op hun vak in plaats van op hun eigen politieke voorkeuren. De klimaatreligie heeft ons onderwijs intussen zodanig gecorrumpeerd dat leerlingen zogenaamd spontaan willen ‘klimaatspijbelen’.
Voorzitter, het kan niet zo zijn dat er allerlei irreële angsten over de kinderen worden uitgestort dat we nog maar twaalf jaar te leven hebben, voordat de aarde vergaat. Of dat blanke kinderen de slavernij met zich meedragen als een nieuwe erfzonde en zichzelf en hun eigen cultuur leren haten. Het kan niet zo zijn dat een kabinet indoctrinatie door leraren aanmoedigt. Het kan niet zo zijn dat linkse propaganda over islam, klimaat, Zwarte Piet, BlackLivesMatter en de zogenaamde heilstaat ‘Europese Unie’ via schoolboeken in de kinderhoofdjes terechtkomt. De Partij voor de Vrijheid zegt: leer kinderen en studenten niet WAT ze moeten denken, leer ze HOE ze moeten denken.
Vooral het hoger onderwijs heeft te maken met een monocultuur van gelijke meningen die de universiteiten hebben veranderd in broeinesten van links activisme en globalistisch denken. Doordat ze het uit de VS overgewaaide ‘identity politics’ hebben omarmd, onder regie van deze D66-minister, splijten ze de samenleving in blank en zwart, links en rechts, man en vrouw, ze zetten de bevolking tegen elkaar op in plaats van dat ze zich bezighouden met kennis en wetenschap en het brengen van emancipatie, verheffing, geluk en welvaart.
Voorzitter, ik nodig de beide ministers uit om hierop te reageren. Het is een onderwerp dat de kiezers van de tweede partij van het land, de oppositieleider, erg bezighoudt.

Daarbij zijn universiteiten ook nog eens publieke instellingen die opereren als heuse bedrijven. Zij bestaan steeds meer bij de gratie van zoveel mogelijk buitenlandse studenten waar zij veel geld aan verdienen. Die buitenlandse studenten verdringen onze Nederlandse studenten uit de collegezalen en de woningmarkt. Ook zorgt de golf van internationalisering ervoor dat het Nederlands als onderwijstaal verdwijnt aan de universiteiten.
De PVV vindt dit onacceptabel. Door Nederlands belastinggeld gefinancierde universiteiten hebben de primaire plicht om onderwijs te verzorgen voor de Nederlandse belastingbetalers en in het Nederlands, op verantwoorde uitzonderingen na. De Corona-crisis heeft aangetoond dat zonder de inschrijvingen van buitenlandse studenten er universiteiten zijn die in de financiële problemen komen en dus eigenlijk ook geen bestaansrecht hebben, geredeneerd vanuit het perspectief van degene die de universiteiten financiert: de Nederlandse belastingbetaler.
Graag een reactie van de Minister.

Vz, tussen het jaar 2000 en 2015 stegen de uitgaven aan onderwijs van 19 miljard naar 37 miljard.
Dat is een enorme stijging die niet heeft geleid tot beter onderwijs. Integendeel. Er wordt steeds geroepen om meer geld, maar de euro’s verdwijnen in de bodemloze put van de organisaties zelf, in vastgoed, in management en bestuur. En in boekhoudkundige reserves. Dat kon gebeuren, voorzitter, door de lumpsumsystematiek die het eigenaarschap van het onderwijs verplaatste van de ouders en de politiek naar de werkgeverskoepels. Daardoor komen de extra gelden niet in de klas en de collegezalen terecht. Daar wordt het geld verdeeld, in de dikke kleilaag van raden, besturen, ambtenaren en onderwijsvernieuwers. Wij zullen nogmaals een motie indienen om in ieder geval de lerarensalarissen in de lumpsum te oormerken; de enige manier om weer enigszins regie te krijgen over het onderwijs.

Voorzitter, dit is de erfenis van deze ministers: een gierend lerarentekort, een kwart van de leerlingen semi-analfabeet na negen jaar primair en drie jaar voortgezet onderwijs, de universiteiten als broeinesten van links activisme waar de vrijheid van meningsuiting en de vrije wetenschapsbeoefening is vervangen door ontwrichtende identiteitspolitiek en de particuliere diversiteitshobby’s van de minister. Zelfs een wettelijk instrument om islamitische onderwijsinstellingen te sluiten waar discriminatie van vrouwen, Joden, LHBTI en geloofsverlaters wordt onderwezen, zat er niet in.
Een erfenis om je voor te schamen. Het is de hoogste tijd voor verkiezingen.