Begroting OCW november 2010
Voorzitter,
Ik heb mij verbaasd over de kern van het betoog van de oppositie bij de algemene beschouwingen. De oppositie was het over heel veel niet eens, gelukkig maar, maar over één ding wel: waar waren de grote vernieuwingen in het regeer- en gedoogakkoord? Men zag ze niet. Geen vernieuwingen op het woondossier, geen vernieuwingen op het ontslagrecht. Het onderwijs werd daarbij niet genoemd, kennelijk omdat ook daar geen echte vernieuwingen gezien werden.
Maar voorzitter, juist het regeerakkoord voor onderwijs ademt de PVV-agenda van hoop en optimisme. Het ademt verandering en ambitie, ondanks dat er ook pijnlijke keuzes gemaakt zijn bijvoorbeeld als het gaat om passend onderwijs. Betekent dat dan dat er grote stelselwijzigingen op komst zijn? Want zo wordt vernieuwing vaak vertaald: grote onderwijsvernieuwingen zoals de Mammoetwet of de introductie van het Nieuwe Leren of de implementatie van het cgo. Nee voorzitter, dat betekent het voor ons juist niet. Dit regeerakkoord komt niet met stelselwijzigingen. En juist dát aspect is het vernieuwende. Want tientallen jaren is het onderwijs gebruikt, misbruikt zou ik zeggen, voor een politieke agenda.
Zo vond de politiek dat Nederland hoger moest worden opgeleid. Een nobel doel, en het was ook hard nodig. Maar wat is er gebeurd? Op papier is ons land inderdaad hoger opgeleid, maar niet door onze leerlingen en studenten meer kennis en vaardigheden mee te geven. Nee voorzitter, er is niet geïnvesteerd in leerlingen door hen kennis, cultuur en vaardigheden over te dragen, maar door onderwijsvernieuwingen door te voeren die simpelweg het eindniveau van het onderwijs hebben verlaagd. Door almaar minder eisen te gaan stellen. Door bijzondere diplomatrajecten in te richten voor studenten die uit de boot dreigden te vallen. Door in het mbo Proeven van Bekwaamheid in te richten die gewone examens moeten vervangen. Door het landelijke, onafhankelijke examen af te schaffen en te vervangen door schoolexamens die niets meer voorstellen. Door op te roepen tot verzet tegen herinvoering van landelijke examens zoals voorzitters van Colleges van Bestuur dat doen in de ROC’s. Door het chicaneren van de mbo-raad tegen plannen om landelijke examens in te voeren door te stellen dat de stroom van dikke kwalificatiedossiers die de mbo-wereld afscheidt te benoemen als een kwaliteitsimpuls zoals de minister die heeft bedoeld. Kom nou voorzitter. Die berg papier waar geen enkele leraar mee weet om te gaan is juist het tegendeel.
De hbo-sector is zo mogelijk nog zieker dan het mbo. Niet alleen werken al die gewichtige codes van good governance niet die onder leiding van de hbo-raad zijn afgesproken in gewichtige convenanten. Zie de beschamende vertoning bij Hogeschool InHolland, waar niet alleen diplomafraude plaatsvindt, maar waar kennelijk ook het declaratiebeleid niet aan de openbaarheid mag worden prijsgegeven, zelfs niet aan de onderwijsinspectie. De verrotting van de onderwijselite neemt hier groteske vormen aan voorzitter. Al die kennisinstituten, al die koepels zoals in dit geval de hbo-raad, al die duurbetaalde externe consultants die parasiteren op de onderwijsbegroting. En ze kunnen deze ontsporingen niet voorkomen. Het is ronduit verschrikkelijk voorzitter.
Zo raakte NL op papier steeds hoger opgeleid. Maar in de dagelijkse praktijk kunnen onze leerlingen en onze vakmensen steeds minder goed meekomen. Zij dreigen de concurrentie met andere landen te verliezen. En wij zijn zo bang voorzitter, dat dat ons gaat opbreken op het moment dat de economie weer gaat aantrekken.
Nu de vernieuwingen in het regeerakkoord, voorzitter. En wat mij betreft gaat het hier om grote vernieuwingen. Na een jarenlange afwezigheid keert in dit regeerakkoord het gezonde verstand weer terug. Althans, de eerste stappen worden gezet. Er moet in het onderwijs weer gewoon gepresteerd worden. Eigenlijk is het te gek voor woorden dat de zaken die ik nu ga noemen als vernieuwend gezien moeten worden, maar het is niet anders:
· Goed onderwijs komt centraal te staan
· Management en staf worden dienstbaar aan de onderwijzers en de leraren
· Er komt minder overhead en meer vakmanschap in de klas
· We gaan weer meten met absolute kwaliteitsnormen
· We gaan korten op de kleilaag rond het onderwijs en inzetten op het primaire onderwijsproces. Want in de klas moet het gebeuren en niet in praatsessies in allerlei instituten en organisaties waar nooit een leerling door de voordeur gaat.
· Ouders gaan aangesproken worden op hun verantwoordelijkheid voor taalachterstanden van kinderen. En zo hoort dat ook. Niet de samenleving is verantwoordelijk voor die taalachterstand van soms wel 3 jaar als leerlingen van de basisschool afkomen en instromen op het vbmo in de grote stad. Het zijn de ouders die hun kinderen opzadelen met die taalachterstand die nooit meer is in te lopen en die hun kinderen daarmee veroordelen tot een leven in de marge van onze maatschappij.
Voorzitter, ik wil iets laten zien aan u, aan mijn collega’s in de Kamer, maar vooral aan de minister. Waar het om gaat voorzitter, is niet het marktaandeel van een schoolbestuur, niet de governance code, niet de speurtocht naar old boys en girls voor de Raden van Toezicht die akkoord gaan met zogenaamde marktconforme beloningen voor bestuurders.
Hier gaat het om, voorzitter. Wat u hier ziet is een leermoment. Dit is de essentie van onderwijs, van goed onderwijs. Hier ziet u en begin van inzicht. Dit is waar de onderwijsmissie zich weer op moet gaan richten. Ik wil het straks aan de minister meegeven. Zij heeft vast nog wel een plekje in het grote ministerie waar ze dit kan ophangen. Het zal iedereen eraan herinneren waar het in het onderwijs om gaat.
Zet u dat eens af tegen het onluisterende beeld dat wordt opgeroepen in het briljante filmpje, gisteren op GeenStijl. Een filmpje gemaakt door leerlingen van het Mediacollege Amsterdam. Een citaat: Een lesdag van 8:30 tot 17:30 waarbij de klas pak 'm beet een uurtje daadwerkelijk les krijgt. De rest van de tijd is het Dumpert checken, GeenStijl F5'en, Hyven, een beetje Twitteren, online spelletjes spelen en vooral hardcore uit je neus vreten. Voorzitter, dat is de ontluisterende werkelijkheid waar heel veel mbo’ers mee te maken hebben. En ik wil hier graag een compliment doen uitgaan naar GeenStijl omdat zij met dit simpele filmpje een werkelijkheid tonen, wat honderd evaluaties, rapporten en gewichtige artikelen in NRC en de Volkskrant niet lukt.
Voorzitter, praktisch gesproken gaat het wat de PVV betreft om de volgende ingreep die een belangrijke impuls zal zijn voor de kwaliteit van ons onderwijs.
Er worden in het regeerakkoord al aanzetten gegeven voor absolute normeringen. Wij zouden willen dat over de gehele breedte van het onderwijs, van basisonderwijs tot en met hbo landelijke examens komen die een minimumniveau meten van de kenniscomponenten van alle vakken. Examens die worden gemaakt door onafhankelijke examenorganisaties en die gecontroleerd worden door de inspectie.
Wat is daar zo belangrijk aan voorzitter?
Met landelijke kennisexamens verdwijnen heel veel, zo niet alle perverse prikkels waar de huidige generatie onderwijsmanagers steeds zo actief naar op zoek is. Outputfinanciering kan dan blijven bestaan, want scholen zullen aan de poort selectiever worden; de scholen zullen alleen nog maar leerlingen willen van wie ze min of meer zeker zijn dat ze aan het einde van de rit zullen slagen. Scholen zullen ook veel kritischer worden op de inhoudelijke kwaliteit van docenten. Alleen docenten met het juiste kennisniveau en de juiste vaardigheden zullen worden ingezet. Op Open Dagen zal eindelijk een reëel beeld geschetst worden van de opleiding, want een school wil vooral geschikte leerlingen aantrekken en niet zoveel mogelijk leerlingen.
Maar om dit tot zijn recht te laten komen, moet het hele onderwijsgebouw meedoen, voorzitter, te beginnen op de basisschool. Het mag niet zo zijn dat leerlingen toch van groep 8 naar het vmbo doorstromen als ze een taalachterstand van jaren hebben.
Wij overwegen een motie over het invoeren van landelijke eindtermen voor het hele onderwijs, tot en met het hbo. Graag een reactie van de minister hierop.
Daarnaast willen wij graag dat het onderwijs zich de komende jaren weer gaat richten op één van haar kerntaken die jarenlang verwaarloosd is: integratie. Juist het onderwijs moet een sleutelrol vervullen als het gaat om het doorgeven van cultuur en traditie. Het vormen van een culturele identiteit is een kerntaak van het onderwijs. We hebben leraren nodig die onze kinderen aan de hand nemen en ze inleiden in onze westerse beschaving, ze ontzag bijbrengen voor onze cultuur die voortkomt uit de Griekse, de Joodse, de Christelijke en de humanistische traditie; we moeten ze meenemen naar de prille vormen van democratie in het oude Griekenland, naar de roerige tijden van de Franse revolutie en de Verlichting; ze inwijden in de cultuur die een samenleving heeft opgeleverd van openheid, van individuele vrijheid, van individuele eigenheid, van zelfbeschikking en emancipatie, van mensenrechten en gelijkwaardigheid van iedereen die dat ideaal wil delen; een samenleving van vrije burgers die geloven in wederkerigheid. We moeten onze kinderen deelgenoot maken aan al die zaken die onze cultuur superieur maken aan al die andere culturen die deze waarden niet delen.
Maar onze leraren kunnen dat niet meer en misschien willen ze het zelfs niet meer. De heersende onderwijsideologie is die van het multiculturalisme en van het cultuurrelativisme. Dat heeft ervoor gezorgd dat onze leerlingen, autochtoon en allochtoon, geen culturele inbedding meer krijgen. Van al het falen van het onderwijs, is dit wel de belangrijkste: leerlingen cultureel ontheemd op pad sturen, in het volle besef dat met hen de culturele erosie voortschrijdt, op weg naar een culturele woestijn.
We roepen daarom de regering op om “een canon van de westerse beschaving” te formuleren en die om te beginnen op alle lerarenopleidingen verplicht in de curricula op te nemen. Daarna kan diezelfde canon in de curricula van alle opleidingen in voortgezet onderwijs, het mbo en het hoger onderwijs worden geïntroduceerd en volgens landelijke normen worden geëxamineerd. Elke leerling en student krijgt dan aangereikt waar wij als westerse samenleving voor staan, wat wij belangrijk vinden. En wij leggen hen uit hoe kwetsbaar onze cultuur is. En ik hoor u nu al roepen dat juist wij hebben ingestemd met een aantal pijnlijke bezuinigingen op kunst en cultuur, op orkesten en koren. Maar er is een ander soort cultuur die wij weer volop willen terugbrengen in het brandpunt van onderwijs en opvoeding. Dat is de cultuur die genesteld zit tussen onze oren, die wij geïnternaliseerd zouden moeten hebben. Dat is de cultuur van Athene, Jeruzalem en Rome. Van het Parijs van Diderot en Voltaire, het Amsterdam van Spinoza, het Duitsland van Kant en Nietszche, de Verenigde Staten van Jefferson en Paine.
Il faut cultiver notre jardin. We moeten ons tuintje onderhouden voorzitter. En er zijn zoveel wandelaars in onze tuin bijgekomen dat extra onderhoud nodig is, maar we hebben geen vakkundige tuinmannen meer. Ze zijn op. Zij die het vak nog beheersen staan op het punt om naar het rusthuis te gaan: het Oude Tuinmannenhuis. De nieuwe generatie tuinmannen weet niet meer hoe de planten tot bloei te brengen. En de chef tuinman besluit daarom maar om een flink deel van de prachtige tuin te asfalteren zodat minder onderhoud nodig is.
Voorzitter, de cultuur van nieuwe wandelaars in onze tuin, en ik denk dan vooral aan de niet westerse immigranten van islamitische huize, staat vaak diametraal tegenover de verworvenheden van onze cultuur. Het Arab Human Development Report, het VN-rapport uit 2002 dat is geschreven door Arabische wetenschappers, stelt vast dat Arabische landen tekortkomingen laten zien op 3 gebieden – juist de gebieden die door ons gekoesterd worden als kernwaarden – tekorten op vrijheid, kennis en de positie van vrouwen. We zien dat patroon terugkeren in ons land.
Het rapport concludeert, en ik citeer hier professor David Pinto, expert op het gebied van migratie en integratie: Het begint al bij de opvoeding. Die is vaak autoritair. Dit vermindert de onafhankelijkheid en het zelfvertrouwen van het kind. Het bevordert passiviteit. Zelf vragen stellen en zelf initiatief nemen wordt niet op prijs gesteld. Het rapport stelt bovendien vast dat het aantal inwoners van de Arabische landen zal toenemen van 280 miljoen naar 410 miljoen en mogelijk tot 460 miljoen in 2020. En dat meer dan de helft van de enorme aantallen jongeren (38 % is jonger dan 15 jaar) het liefst weg wil uit hun land. Europa is daarbij een zeer aanlokkelijk perspectief. Wij zullen ons zo goed mogelijk teweerstellen tegen verdere massa-immigratie, voorzitter. Maar we hebben intussen te maken met grote groepen burgers uit die landen die hier al zijn. Ons onderwijs moet daarop een antwoord hebben voorzitter. Juist als het gaat om het verankeren van onze cultuur. Voor de toekomst van iedereen in Nederland, in Europa.
Voorzitter, door de heersende ideologie van cultuurrelativisme en multiculturaliteit, door de ontzuiling en de terugloop van de kerken, zijn er haast geen verbanden meer die kennis van cultuur en tradities doorgeven aan volgende generaties. Er zijn gelukkig nog enkele kerkverbanden die het wel doen, maar de overgrote groep burgers wordt niet meer bereikt. Wie moet dan nog de hearts and the minds van de nieuwkomers winnen? Dan blijft alleen het onderwijs over om die taak weer op te nemen. Het onderwijs bij uitstek is het middel om nieuwkomers te integreren. Wij moeten het de nieuwkomers gunnen om kennis te maken met die prachtige cultuur van het westen. Bildung, bevrijding van middeleeuwse tribale denkwijzen en gewoonten, het doorbreken van de cultuur van angst en exclusiviteit, dat benauwende groepsdenken, de gesanctioneerde onderdrukking van vrouwen, homo’s, geloofsafvalligen, het bevrijden van al die vormen van magisch denken die zich keren tegen kennis en wetenschap. Kortom, geef al onze kinderen de kans om kennis te maken met het Sapere Aude van De Verlichting. De oproep van de filosoof Kant om zelf te durven denken.
Winning the hearts and the minds. Dat is waar het om gaat. Het mes snijdt aan 2 kanten voorzitter. Wij bieden hiermee heel veel mensen de kans op emancipatie en integratie. Dat is goed voor al die mensen en de plicht, de dure plicht van ons onderwijs. Tegelijkertijd ontwikkelen wij al dat talent dat aanwezig is onder de nieuwkomers waardoor zij kunnen bijdragen aan het onderhoud van onze tuin. Wederkerigheid, voorzitter, een kernbegrip in onze cultuur. Onze cultuur is ten dode opgeschreven zonder actief burgerschap en zonder burgers die zelfbewust onze westerse tradities doorgeven aan volgende generaties.
Voorzitter, op dit moment hebben wij onze autochtone en allochtone leerlingen niet veel te bieden. Het vak geschiedenis is uitgekleed, het vak burgerschapscompetenties (alleen de naam al) is bedroevend inhoudsloos, zo nikserig dat je je ervoor schaamt.
Decennia van cultuurrelativisme, van multiculti-denken hebben hun tol geëist.
Pas als een canon van de westerse cultuur onderwijsbreed is ingevoerd, heeft het onderwijs weer haar oorspronkelijke rol terug van emancipatie- en integratiemotor die we zo hard nodig hebben. De rol die het onderwijs al eeuwenlang heeft.
Hier laat ik het bij voor de eerste termijn voorzitter. Dank u.